Inhoudsopgave
Advertenties
4.3 Aansluiten koelwaterleidingen*
LET OP! Reinig het externe leidingwerk voordat dit op de
CoolMaster aangesloten wordt. Er dient voorkomen te
worden dat vuil de CoolMaster kan binnendringen. Dit kan
ernstige schade aan het systeem en de CoolMaster tot
gevolg hebben.
LET OP! De diameter van de leidingen/slangen moeten
minimaal overeenkomen met de aansluitingen op de
CoolMaster.
De slangen moeten voorzien zijn van versteviging met een
gevlochten vezel om knikken van de slang te voorkomen.
LET OP! Bij gebruik van metalen leidingwerk dient
rekening te worden gehouden met de edelheidsreeks van
de gebruikte materialen om galvanische corrosie te
voorkomen.
Zie voor de locatie van aansluitingen op de CoolMaster K, N,
NF, NO en NOF hoofdstuk 2.1 en voor de diameters de
bijbehorende P&ID.
Zie voor de locatie van aansluitingen op de CoolMaster L, O
en OF hoofdstuk 2.2 en voor de diameters de bijbehorende
P&ID.
De slangen dienen geschikt te zijn voor toepassing bij dezelfde
condities als waarvoor de CoolMaster geschikt is (druk en
temperatuur). Raadpleeg de P&ID voor deze informatie.
Sluit de volgende leidingen aan:
- Koelwater leidingen A en B tussen CoolMaster en gebruiker.
- D1: Indien er automatisch gevuld wordt (niet aanwezig bij
machines aangeduid met CoolMaster N, NF, NO, NOF, O en
OF).
Stap 1:
1. Monteer de kogelkraan (BVS-1) op de koelwaterintrede (A).
2. Monteer koelwaterleiding tussen CoolMaster (BVS-1) en
Gebruiker, (zie Figuur 4.5).
De kogelkraan (BVS-1) dient gesloten te blijven, tenzij anders
aangegeven!
Stap 2:
1. Monteer de kogelkraan (BVS-2) op de koelwateruittrede (B).
2. Monteer de kogelkraan (BVS-3) aan het T-stuk
(middenstuk).
3. Monteer de koelwaterleiding tussen CoolMaster (op het T-
stuk) en de Gebruiker, (zie Figuur 4.6).
De kogelkranen (BVS-2 en BVS-3) dienen gesloten te blijven,
tenzij anders aangegeven!
Figuur 4.5
Figuur 4.6
16
Advertenties
Inhoudsopgave
