2.3 Identificatie
Standaard Typeplaat:
De identificatieplaat bevindt zich aan de linkerzijde van de machine. (Figuur 2.1)
A = Machinenummer/serienummer
B = Machine type aanduiding
C = Aansluitspanning
D = Maximale opgenomen stroomsterkte
E = Aantal fases
F = Frequentie in Hz
G = Type koudemiddel
H = Massa koudemiddelvulling
I
= Maximale omgevingstemperatuur
J = CO2 equivalent
K = GWP-waarden
L = Thermostaat temperatuurbereik
M = Maximale systeemdruk
N = Compressor olietype
O = Compressorolie volume
P = Bouwdatum
Q = Massa machine
R = Koelvermogen
Typeplaat die voldoet aan de 2014/68/EU PED-richtlijn en Drukapparatuur (Veiligheid) Regelgeving 2016:
De identificatieplaat bevindt zich aan de linkerzijde van de machine. (Figuur 2.2)
A = Machinenummer/serienummer
B = Machine type aanduiding
C = Aansluitspanning
D = Maximale opgenomen stroomsterkte
E = Aantal fases
F = Frequentie in Hz
G = Thermostaat temperatuurbereik
H = Maximale omgevingstemperatuur
I
= Bouwdatum
J = Massa machine
K = Koelvermogen
L = Categorie
M = Module
N = Lage ontwerpdruk
O = Hoge ontwerpdruk
P = Ontwerptemperatuur
Q = GWP-waarden
R = Type koudemiddel
S = Massa koudemiddelvulling
T = CO2 equivalent
Figuur 2.1
Figuur 2.2
10