Sluit de elektrische kabels van de CoolMaster aan op de werkschakelaar (S) en de ventilatoren op de
externe condensor. Deze kabels mogen de heetgas (P) en vloeistofleiding (Q) niet raken,
aangezien deze leidingen erg heet kunnen worden. Raadpleeg het elektrotechnisch schema voor de
klemnummers waarop de kabels dienen te worden aangesloten.
Schakel de hoofdschakelaar op het bedieningspaneel (G) in. Hiermee wordt de carterverwarming van
de compressoren ingeschakeld. Bij de eerste inbedrijfname mag de CoolMaster niet meteen middels
de werkschakelaar ingeschakeld worden. Er dient minimaal 24 uur gewacht te worden voordat de
koelsectie voor de eerste maal ingeschakeld wordt. In deze tijd zal de carterverwarming het
koudemiddel, dat zich in de carter olie van de compressor bevindt uitdampen.
LET OP! De CoolMaster met een carterverwarming mag niet middels de hoofdschakelaar
uitgeschakeld worden. Hiermee wordt namelijk ook de carterverwarming uitgeschakeld. Om
ernstige schade aan de CoolMaster te voorkomen, mag de carterverwarming niet uitgeschakeld
worden. Indien de CoolMaster uitgeschakeld dient te worden, moet er gebruik gemaakt worden
van de werkschakelaar welke zich op de voorzijde van de schakelkast (G) bevindt, OOK BIJ
LANGDURIGE STILSTAND VAN DE CoolMaster!
WAARSCHUWING! Indien de CoolMaster middels de werkschakelaar(s) uitgeschakeld wordt,
blijven alle delen in de schakelkast (G) onder spanning. Indien dit tot gedurende korte tijd
gevaarlijke situaties kan leiden, bijvoorbeeld tijdens onderhoudswerkzaamheden, dient de
CoolMaster middels de hoofdschakelaar uitgeschakeld te worden.
LET OP! De carterverwarming kan ook van toepassing zijn bij CoolMaster K, N, NF, NO en NOF.
15