BEDIENING
Problemen verhelpen
6.9
De woning is voortdurend te koud
Verhoog het voetpunt van de verwarmingscurve. Verhoog de
waarde met het aantal graden totdat u de voor u behaaglijke
temperatuur bereikt hebt.
6.10 De woning is voortdurend te warm
Verlaag het voetpunt van de verwarmingscurve met het aantal
graden totdat de kamertemperatuur voor u behaaglijk aanvoelt.
6.11 De woning is te koud in de winter
Wanneer de temperatuur in uw woning in de overgangstijd in
orde is, maar de ruimtes bij sterk dalende buitentemperaturen
(-10 °C) niet warm genoeg worden, moet u de stijging van de
verwarmingscurve vergroten. In de overgangstijd zal het daardoor
iets warmer worden. Laat daarom het voetpunt iets dalen.
Een andere oorzaak kan het ingestelde bivalentiepunt zijn. Een
verhoging van het bivalentiepunt kan echter tot een hoger ener-
gieverbruik leiden.
6.12 De woning is te warm in de winter
Wanneer uw verwarming bij sterk dalende temperaturen te veel
warmte produceert, verlaag dan de stijging van de verwarmings-
curve. In de overgangstijd zal uw woning daardoor iets kouder
worden. Laat daarom het voetpunt iets stijgen.
6.13 De woning is te koud in de overgangstijd
Een mogelijk oorzaak is dat het zomerwerking actief is en dat
daardoor de verwarming uitgeschakeld is. Schakel het toestel naar
de manuele werking of neem contact op met uw installateur zodat
deze de basisinstellingen kan veranderen.
Als de kamertemperatuur te laag is in de overgangstijd (10 °C),
moet de stijging verminderd worden en het voetpunt verhoogd.
6.14 De woning is te warm in de overgangstijd
f Verhoog de stijging enigszins en laat het voetpunt van de
f
verwarmingscurve iets dalen.
6.15 De woning is te warm in de zomer
Stel de zomerwerking in en activeer eventueel de passieve koeling.
6.16 De luchtkwaliteit is ruim onvoldoende
f Verhoog de ventilatorstand.
f
6.17 De lucht is in de winter te droog
f Stel de ventilator in op stand 1.
f
f Activeer de vochtigheidscorrectie.
f
Schakel het toestel naar gereduceerde ventilatie wanneer u afwe-
zig bent. Daartoe kunt u bijv. een ventilatorprogramma instellen.
Daarbij stelt u de tijd dat het toestel in dagwerking moet draaien
in. Voor de rest van de tijd werkt het toestel met de ventilatorstand
die u in de parameter "STAND-NACHT" instelt.
www.stiebel-eltron.com
Contacteer de installateur als u de oorzaak zelf niet kunt verhel-
pen. Houd het nummer op het typeplaatje (000000-0000-000000)
bij de hand voor een betere en snellere afhandeling.
1 Typeplaatje
1
LWZ 504 |
19