BEDIENING
Problemen verhelpen
WAARSCHUWING Letsel
!
Alle andere werkzaamheden aan het toestel mogen al-
leen door een installateur uitgevoerd worden.
Info
Laat de kruistegenstroomwarmtewisselaar, de buiten-
luchtfilter, de verdamper en de ventilatoren één keer per
jaar door een installateur controleren en indien nodig
reinigen.
Filters van de luchtafvoer en -toevoerkleppen reinigen
f Reinig, indien voorhanden, de filters van de luchtafvoerklep-
f
pen waarmee de lucht wordt uitgeblazen.
f Reinig, indien voorhanden, de filters van de luchttoevoer-
f
kleppen waarmee de lucht wordt aangezogen.
f Reinig indien voorhanden de filterbox die aangesloten is op
f
de buitenluchtaansluiting aan de achterzijde van het toestel.
6.
Problemen verhelpen
6.1
Weergave van filterpictogrammen
Het toestel beschikt over een automatische herkenning van de
filtervervuilingsgraad. Het ventilatortoerental stijgt bij een ver-
vuilde filter aangestuurd door de constante debietregeling van de
ventilatoren. Deze toerentalverhoging wordt geanalyseerd voor de
filtervervangingsindicator.
Bij vervuiling van de filter verschijnen de volgende pictogrammen
op de display.
Filtervervanging boven:
De luchtafvoerfilter is vuil. Vervang de luchtafvoerfilter.
Filtervervanging onder:
De luchttoevoerfilter is vuil. Vervang de toevoerluchtfilter.
Filtervervanging boven en onder:
Luchtafvoer- en aanvoerfilters zijn verontreinigd of de
filtervervangingsintervallen van de in- en uitlaatfilters
zijn verstreken. Vervang de toevoer- en afvoerluchtfilters.
Het filterpictogram verschijnt automatisch na drie maanden.
6.2
Er is geen warm water beschikbaar
Als u geen warm water krijgt, kunt u het volgende zelf uitvoeren:
- Als het toestel geen stroom ontvangt: controleer de zekering
in de groepenkast. Indien deze gesprongen is, schakel de ze-
kering dan opnieuw in. Wanneer de zekering na inschakeling
weer springt, verwittig dan uw installateur.
- Als het toestel geen stroom ontvangt: controleer of de luch-
tinlaat en -uitlaat vrij zijn. Controleer of er een foutcode op
de display wordt weergegeven en informeer eventueel uw
installateur. Controleer of de regeling correct ingesteld is.
6.3
Het veiligheidsventiel van de
koudwateraanvoerleiding druppelt
Dit kan gebeuren tijdens het verwarmingsproces en is geheel
normaal.
18
| LWZ 504
6.4
Het storingspictogram verschijnt
Info
Wanneer dit pictogram verschijnt, is er een fout opge-
treden.
Verwittig uw installateur of bel de serviceafdeling.
6.5
Er komt water uit het toestel
Schakel het toestel onmiddellijk uit wanneer er water uit het toe-
stel loopt en verwittig uw installateur.
6.6
Aan de buitenzijde van het toestel of op de
luchtslangen verzamelt zich condenswater
In de droogverwarmingsfase of wanneer de relatieve luchtvoch-
tigheid hoog is (> 60%), is het normaal dat er zich condenswater
verzamelt aan de oppervlak van het toestel en op de geïsoleerde
luchtslangen. Dit zou moeten stoppen wanneer het huis geheel
droog is, wat, afhankelijk van de constructie, tot 2 jaar kan duren.
Wanneer de ruimte gebruikt wordt voor het drogen van de was,
kan er ook later nog condens optreden.
f Controleer of de luchtslangen correct gemonteerd zijn en of
f
er hier geen koude lucht lekt.
6.7
Ik hoor geluiden
Aangezien het toestel gedeeltelijk grote hoeveelheden lucht ver-
plaatst, kan het niet geluidloos werken.
Er mogen echter geen storende geluiden in de woon- en slaap-
kamers te horen zijn. Daarom is het vereist dat
- het toestel volgens de regels opgesteld is;
- de opstelruimte voorzien is van een goed sluitende deur;
- direct op het toestel in het luchtaanvoer- en luchtafvoerka-
naal voldoende grote geluiddempers ingebouwd zijn;
- tussen de slaap- en kinderkamers en de woonkamer nog
extra geluiddempers ingebouwd zijn;
- de hoeveelheden lucht volgens de installatieschema's gere-
guleerd en gecontroleerd werden.
Als er sleepgeluiden te horen zijn bij de werking van de ventila-
toren of de warmtepompen, moet het toestel onmiddellijk buiten
bedrijf gesteld worden en de installateur geïnformeerd worden.
Als er bij de warmtepompwerking schurende geluiden te horen
zijn, wordt dat mogelijk veroorzaakt door de ventilator voor afge-
zogen lucht. Tijdens het transport kan de ventilator ten opzichte
van het ventilatormondstuk enigszins verschuiven. Dit kan leiden
tot schurende geluiden. De ventilator voor afgezogen lucht moet
bij de ingebruikname zo nodig uitgelijnd worden.
6.8
De gewenste aanvoertemperaturen, met name
bij het droogverwarmen, worden niet bereikt
Voor het droogverwarmen van de dekvloer is een verwarmings-
vermogen nodig dat veel hoger ligt dan het geval is bij een nor-
male verwarmingswerking. Daarom kan het relatief lang duren
totdat bijvoorbeeld de sokkeltemperatuur bereikt wordt. Het
correcte temperatuurverloop van de droogverwarming is echter
gewaarborgd doordat telkens pas de volgende stap wordt gestart
wanneer de temperatuurinstelling van de huidige stap bereikt is.
Bij alle andere storingen moet u altijd uw installateur informeren.
www.stiebel-eltron.com