In bedrijf nemen
7.3.6
Vorstgrenstemperatuur bepalen
Om de vorstbeschermingsgraad te bepalen, raden wij aan de vorstbe-
scherming van de solarvloeistof bij de inbedrijfstelling met een meetap-
paraat voor vorstbescherming (glycomat of refractometer) te
controleren. De meting moet met regelmatige tussenpozen worden her-
haald (minimaal elke twee jaar). De gebruikelijke glycomatern voor
vrachtwagenkoelvloeistoffen zijn hiervoor niet geschikt. Een geschikt
toestel kan afzonderlijk besteld worden.
Bij installatiegebruik met solarvloeistof LS
Wanneer de solarinstallatie met solarvloeistof LS wordt gebruikt, moet
de waarde aan de hand van tabel 10 worden omgerekend.
Afgelezen waarde bij
solarvloeistof L (concentratie)
– 23 °C (39%)
– 20 °C (36 %)
– 18 °C (34 %)
– 16 °C (31 %)
– 14 °C (29 %)
– 11 °C (24 %)
– 10 °C (23 %)
– 8 °C (19 %)
– 6 °C (15%)
– 5 °C (13 %)
– 3 °C (8 %)
Tabel 10
Vorstbescherming corrigeren
OPMERKING
Vorstschade
▶ Controleer elke twee jaar, of de benodigde vorstbeveiliging tot mini-
maal – 25 °C is gewaarborgd.
Wanneer de minimale vorstbeveiliging niet wordt gehaald, dan moet so-
larvloeistofconcentraat worden bijgevuld.
▶ Bepaal aan de hand van tabel 11 het installatievolume om de exacte
navulhoeveelheid te bepalen (komt overeen met de hoeveelheid die
eerst moet worden afgetapt).
Installatiedeel
Collector: zie handleiding collector (technische gegevens)
1 1-pijpssysteem solarstation
1 2-pijpssysteem solarstation
1 warmtewisselaar in solarboiler (zie planningsdocument)
1 m koperleiding Ø 15 mm
1 m koperleiding Ø 18 mm
1 m koperleiding Ø 22 mm
1 m koperleiding Ø 28 mm
1 m koperleiding Ø 35 mm
1 m koperleiding Ø 42 mm
1 m ribbelbuis van roestvrij staal
DN16
1 m ribbelbuis van roestvrij staal
DN20
1 m ribbelbuis van roestvrij staal
DN25
Tabel 11 Vulvolume van de afzonderlijke installatiedelen
▶ Bepaal de navulhoeveelheid (V
van onderstaande formule.
20
Komt overeen met vorstbe-
scherming bij
solarvloeistof LS
– 28 °C
– 25 °C
– 23 °C
– 21 °C
– 19 °C
– 16 °C
– 15 °C
– 13 °C
– 11 °C
– 10 °C
– 8 °C
Vulvolume
0,20 l
0,50 l
0,13 l
0,20 l
0,31 l
0,53 l
0,86 l
0,26 l
0,26 l
0,41 l
0,61 l
) van het concentraat met behulp
verv.
V
= V
x
vervanging
tot
Tabel 12 Formule voor het berekenen van de te vervangen vulling
Voorbeeld voor solarvloeistof L:
• Installatievolume (Vtot): 22 l
• Vorstbescherming (afgelezen waarde): – 14 °C
• Komt overeen met concentratie ( tabel 10, pagina 20): 29% (C =
29)
• Resultaat: V
= 4,3 liter
verv.
7.4
Instellen debiet
Het debiet wordt in koude toestand (30 - 40 °C) ingesteld.
• Wanneer de solarpomp toerentalgeregeld wordt gebruikt, bepaalt de
regelaar afhankelijk van de bedrijfsomstandigheden het debiet.
• Wanneer de regelaar niet met een toerentalregeling is uitgerust of
wanneer deze is uitgeschakeld, dan moet de volumestroom op een
vast debiet worden ingesteld.
Wanneer u het debiet wilt instellen:
1. Voorwerkzaamheden uitvoeren ( hoofdstuk 7.4.1)
2. Debiet controleren ( hoofdstuk 7.4.2)
3. Debiet instellen ( hoofdstuk 7.4.3)
7.4.1
Voorbereidende werkzaamheden uitvoeren
▶ Kogelkranen [1] op 0° instellen (terugslagkleppen gereed voor be-
drijf).
▶ Debietbegrenzer [2] geheel openen.
▶ Op de regelaar de bedrijfsmodus "handbediening AAN" kiezen (
handleiding regelaar).
1
60
60
°C 80
°C 80
40
40
20
100
20
100
0
120
0
120
2
3
Afb. 46
[1]
Terugslagkleppen gereed voor bedrijf
[2]
Instelschroef op debietbegrenzer, afhankelijk van type
[3]
Afleesrand voor debiet, afhankelijk van type
43 - C
concentratie
100 - C
concentratie
2
S
E
3
00100
00100
489
489
53-001
53-001
– 6720820954 (2023/12)