Transport en opslag
Let op
Het apparaat kan beschadigd raken als het niet correct
wordt opgeslagen of getransporteerd.
De informatie m.b.t. het transport en de opslag van het
apparaat opvolgen.
Transport
Gebruik voor het transport van het apparaat de meegeleverde
transportkoffer, om het apparaat te beschermen tegen
inwerkingen van buitenaf.
Opslag
Houd bij het niet gebruiken van het apparaat rekening met de
volgende opslagcondities:
• Droog en tegen vocht en hitte beschermd
• Op een plaats die beschermd is tegen stof en direct
zonlicht
• Gebruik voor het opbergen van het apparaat de
meegeleverde transportkoffer, om het apparaat te
beschermen tegen inwerkingen van buitenaf.
• Bij de in de technische gegevens opgegeven
opslagtemperatuur
• Batterijen zijn verwijderd uit het apparaat
6
Bediening
Algemene meetaanwijzingen
Bij een zorgvuldig uitgevoerde kalibratie ligt de meetwaarde
binnen de gegarandeerde meettolerantie. Foutieve
meetwaarden kunnen in het menu worden gewist. De laatste
waarde stamt uit de statistische berekening en de
gegarandeerde tolerantiegrenzen van de meetwaarden.
De volgende aanwijzingen opvolgen, voor het verkrijgen van
correcte meetwaarden:
• Sterke magnetische velden of stroomvelden kunnen de
meetwaarden beïnvloeden.
• Vóór elke meting een geschikte kalibratie uitvoeren.
• De meetpen moet voor elke kalibratie vrij zijn van
verontreinigingen.
• Wacht na elke meting minimaal 4 seconden, voordat u de
volgende meting uitvoert, omdat het apparaat niet reageert
op een te snelle meetprocedure.
Batterijen plaatsen
Let op
Zorg dat het oppervlak van het apparaat droog is en
het apparaat is uitgeschakeld.
Plaats voor het eerste gebruik de batterijen.
1. De schroef losdraaien en het batterijvak (6) openen.
2. Plaats de nieuwe batterijen met polen op de goede plaats
in het batterijvak.
3. Plaats het deksel weer op het batterijvak en monteer de
schroef weer.
laagdiktemeetapparaat BB20
NL