Reinigen
Reinig de behuizing, het voorpaneel en de
bedieningselementen met een zachte,
droge doek of een zachte doek die lichtjes
is bevochtigd met een mild zeepsopje.
Gebruik geen oplosmiddelen, zoals alcohol
of benzine. Dergelijke middelen kunnen de
afwerking beschadigen.
Beperkingen voor het kopiëren
Houd rekening met het volgende wanneer
u documenten kopieert met de printer:
• Het kopiëren van bankbiljetten, munten
en waardepapieren is verboden.
• Het kopiëren van blanco certificaten,
rijbewijzen, paspoorten en persoonlijke
waardepapieren en niet-gebruikte
postzegels is ook verboden.
• Televisieprogramma's, films,
videobanden, portretten van andere
personen en ander beeldmateriaal zijn
wellicht beschermd door auteursrechten.
Het zonder toestemming afdrukken van
dergelijk materiaal kan in strijd zijn met
de auteursrechten.
Over kleurenprintsets
Opmerkingen bij het gebruik
Over het inktlint
• Raak het inktlint niet aan en leg het
inktlint niet op een stoffige plaats.
Vingerafdrukken of stof op het inktlint
kunnen afdrukken van mindere
kwaliteit tot gevolg hebben.
• Spoel het inktlint niet terug en gebruik
geen teruggespoeld inktlint om af te
drukken. Als u dit wel doet, kunnen de
gewenste afdrukresultaten niet worden
verkregen of kan zelfs een storing
optreden.
Als het inktlint niet vastklikt, moet u dit
verwijderen en opnieuw plaatsen.
Alleen als het inktlint te slap hangt om
het te kunnen plaatsen, moet u de spoel
van het inktlint terugdraaien in de
richting van de pijl, zodat het inktlint
weer strak staat.
• Haal het inktlint nooit uit elkaar.
• Trek het inktlint niet uit de houder.
• Verwijder het inktlint niet tijdens het
afdrukken.
Over het printpapier
• De onbedrukte zijde van het papier is de
afdrukzijde. Als er stof en
vingerafdrukken op de afdrukzijde
terechtkomen, kan dit afdrukken van
mindere kwaliteit tot gevolg hebben. Let
op dat u de afdrukzijde niet aanraakt.
• Buig het papier niet en scheur het papier
niet af bij de perforaties voordat u
afdrukt.
• Houd rekening met de volgende punten
voordat u begint met afdrukken om te
voorkomen dat het papier vastloopt of er
storingen in de printer optreden:
– Schrijf of typ niet op het printpapier.
Gebruik een pen met inkt op oliebasis
om na het afdrukken op het papier te
schrijven. U kunt niet op het
printpapier afdrukken met een
inkjetprinter, enzovoort.
– Plak geen stickers of postzegels op het
printpapier.
– Vouw en buig het printpapier niet.
– Het totale aantal vellen is niet groter
dan 20 vellen.
Wordt vervolgd
NL
71