Cursor
Items
Functies
/
Beelden vergroten of
verkleinen met de toetsen
op de printer.
Een beeld verplaatsen.
Een beeld draaien.
De beeldkwaliteit
aanpassen.
Filters aan een beeld
toevoegen.
Rode ogen beperken.
De laatste bewerking
ongedaan maken en de
status van het beeld voor
de bewerking herstellen.
Het bewerkte beeld
opslaan.
Het menu Bewerken
sluiten.
Tip
U kunt een aantal van de items in het menu
Afdrukinstelling instellen via MENU terwijl u
een beeld bewerkt.
Menu Bewerken
Beelden vergroten of verkleinen
1
Geef het menu Bewerken weer
(pagina 12).
2
Druk op
(inzoomen) om een
beeld te vergroten of op
(uitzoomen) om het te verkleinen.
Wanneer u op de toets drukt, wordt
het beeld groter of kleiner:
: maximaal 200%
: maximaal 60%
Opmerking
De beeldkwaliteit van een vergroot beeld kan
afnemen, afhankelijk van de grootte.
Beelden verplaatsen
1
Geef het menu Bewerken weer
(pagina 12).
2
Druk op g/G om
te selecteren en druk vervolgens
op ENTER.
De pijltoetsen b/B/v/V worden
rechts van/links van/boven/onder
het beeld weergegeven en u kunt het
beeld verplaatsen.
3
Verplaats het beeld met de
pijltoets g/G/f/F.
Het beeld wordt in de geselecteerde
richting verplaatst.
4
Druk op ENTER.
De positie van het beeld wordt
vastgelegd.
(Verplaatsen)
Wordt vervolgd
NL
13