NL
BE
Draag geen loshangende
•
kleding of sieraden die bij
de luchtinlaat kunnen wor-
den aangezogen. Draag bij
lang haar een beschermen-
de hoofdbedekking. Houd
lang haar ver weg van de
aanzuigopeningen.
Kijk uit voor mensen, vooral
•
kinderen, huisdieren, open ra-
men, enz. Het opgeblazen
materiaal kan in hun richting
worden geworpen. Onder-
breek het werk als deze per-
sonen in uw buurt zijn. Houd
een veilige afstand van 5 m
rondom uzelf.
Maak u vertrouwd met uw
•
omgeving en let op mogelij-
ke gevaren die bij het werken
onder bepaalde omstandighe-
den niet gehoord kunnen wor-
den.
Inspecteer zorgvuldig het op-
•
pervlak dat u wilt reinigen en
verwijder alle draden, stenen
of andere vreemde voorwer-
pen.
Maak vreemde voorwerpen
•
los met een hark of bezem
voordat u begint te blazen.
Gebruik de machine uitslui-
•
tend in de aanbevolen posi-
ties en op een vaste, egale on-
dergrond.
48
Gebruik alle delen van de
•
blaaspijp om de luchtstroom
dicht bij de grond te laten
werken.
Bevochtig in zeer droge om-
•
standigheden het oppervlak
of gebruik een sproeier om de
stofbelasting te verminderen.
Werk niet met een bescha-
•
digd, onvolledig of zonder
toestemming van de fabrikant
omgebouwd apparaat. Con-
troleer vóór gebruik de veilig-
heidstoestand van het appa-
raat, in het bijzonder de scha-
kelaar.
Gebruik het apparaat alleen
•
als het volledig gemonteerd is.
Gebruik het apparaat nooit
•
met defecte veiligheidsinrich-
tingen of -afdekkingen of zon-
der veiligheidsinrichtingen.
Het wordt aanbevolen de ma-
•
chine alleen op redelijke tij-
den te gebruiken – niet 's mor-
gens vroeg of 's avonds laat
wanneer anderen gestoord
kunnen worden.
Gebruik de machine niet op
•
een geplaveide ondergrond
of op gravel, waar opspat-
tend materiaal verwondingen
kan veroorzaken.
Voer vóór gebruik altijd een
•
visuele inspectie uit om te con-