Onderhoud
1. Controleer en reinig de maaier regelmatig een keer per week.
2. Wanneer u de maaier voor het eerst gaat gebruiken, moeten de bladplaat,
beschermplaat en messen eenmaal per maand worden gecontroleerd.
3. Het is belangrijk dat de messen en bladplaat gemakkelijk draaien.
4. Blade randen mogen niet worden beschadigd. De levensduur van de mes is afhanke-
lijk van het type gras, grond, gazon etc.
5. Werken met botte messen geeft een slecht maairesultaat en dat meer kracht nodig
heeft om te maaien wat betekent dat de maaier een kleiner gebied per keer beslaat.
6. Laad de batterij volledig op aan het einde van het seizoen voor de winteropslag.
Als de opslagtijd langer dan een jaar is moet u de maaier opladen voor gebruik.
Winterstalling
1.De maaier moet vóór de winteropslag zorgvuldig worden gereinigd.
Laad de batterij volledig op voordat u deze opbergt
2. Bewaar de maaier in het station en plaats deze in een droge ruimte ter bescherming
tegen vorst, bij voorkeur opgeslagen in de originele verpakking.
3. Grensdraad kan worden achtergelaten in uw gazon. Wanneer het laadstation wordt
verwijderd, moet u het uiteinde van de grensdraad beschermen tegen vocht met
elektrische tape
Na winterstalling
1. Controleer voor gebruik of de maaier, grensdraad en laadstangen gereinigd moeten
worden. Als de oplaadstrips roestig lijken te zijn, reinig ze dan met een schuurdoek
of een geschikte schuurdoek. Controleer of de tijd en datum van de maaier juist zijn
ingesteld.
2. Controleer of de messen vervangen moeten worden.
3. Controleer of de messen en messenhouderplaat gemakkelijk draaien.
- 26 -
Handleiding