■ Namen en telefoonnummers opslaan
Namen en nummers worden opgeslagen in het actieve geheugen. Als u een naam
en een telefoonnummer wilt opslaan, selecteert u Menu > Contacten > Namen >
Opties > Nieuw contact.
■ Gegevens opslaan
In het telefoongeheugen kunt u verschillende typen telefoonnummers, een toon
of videoclip en korte tekstitems voor een contact opslaan.
Het eerste nummer dat u opslaat, wordt automatisch ingesteld als het
standaardnummer. Dit nummer wordt aangeduid met een kader rond de
nummertype-indicator, bijvoorbeeld
. Wanneer u een naam in de lijst met
contacten selecteert, bijvoorbeeld om te bellen, wordt automatisch het
standaardnummer gekozen, tenzij u een ander nummer selecteert.
Zorg ervoor dat het gebruikte geheugen Telefoon of Telefoon en SIM is. Zie
"Instellingen" op pagina 33.
Zoek het contact waaraan u een gegeven wilt toevoegen en selecteer Gegevens >
Opties > Info toevoegen.
■ Contacten kopiëren of verplaatsen
U kunt contacten tussen de telefoon en het SIM-kaartgeheugen verplaatsen en
kopiëren. In het SIM-kaartgeheugen kunnen namen worden opgeslagen met één
bijbehorend telefoonnummer.
Om contacten één voor één te verplaatsen of te kopiëren, selecteert u Menu >
Contacten > Namen. Blader naar het contact en selecteer Opties > Contact
verplaatsen of Contact kopiëren.
Om gemarkeerde contactgegevens te verplaatsen of te kopiëren, selecteert u
Menu > Contacten > Namen. Blader naar een contact en selecteer Opties >
Markeer. Markeer vervolgens de andere contacten en selecteer Opties > Gemark.
verpltsen of Gemark. kopiëren.
Om alle contacten te verplaatsen of te kopiëren selecteert u Menu > Contacten >
Cont. verplaatsn of Contacten kopiëren.
■ Contactgegevens bewerken
Zoek het contact en selecteer Gegevens. Als u een naam, nummer, tekstitem of de
afbeelding wilt wijzigen, selecteert u Opties > Bewerken. Als u een ander
nummertype wilt gebruiken, gaat u naar het gewenste nummer en selecteert u
32
C o n t a c t e n