• Met de functie Toetsen blokkeren
(toetsblokkering) voorkomt u dat u per ongeluk
de toetsen indrukt:
1. Als u de toetsen wilt blokkeren, terwijl de
telefoon is opengeklapt, drukt u binnen
3,5 seconden op Menu > *.
2. Als u de blokkering van de toetsen wilt
opheffen, terwijl de telefoon is opengeklapt,
drukt u binnen 1,5 seconde op Menu > *.
Als u wilt opnemen terwijl de toetsen zijn
geblokkeerd, drukt u op de beltoets. Wanneer u
de oproep beëindigt of niet aanneemt, worden de toetsen weer automatisch
geblokkeerd.
U kunt ook Menu > Instellingen > Telefoon > Aut. toets.blokk. selecteren of
Toetsenblokkering > Aan of Uit. Als de toetsenblokkering is geactiveerd, voert
u de beveiligingscode in als hierom wordt gevraagd.
• De beveiligingscode (5-10 cijfers) beveiligt uw telefoon tegen onbevoegd
gebruik. U kunt de code maken of wijzigen, en deze instelling in- of
uitschakelen. Als u de code vergeet en de telefoon geblokkeerd is, moet de
telefoon worden gerepareerd en kunnen daar extra kosten aan verbonden zijn.
Neem voor meer informatie contact op met een Nokia Care-contactcentrum of
uw telefoonleverancier.
• De PIN-code die met de SIM-kaart wordt geleverd, beveiligt de kaart tegen
onbevoegd gebruikt.
• De PIN2-code, die met sommige SIM-kaarten wordt geleverd, is nodig om
toegang te krijgen tot bepaalde diensten.
• Er kunnen PUK- en PUK-codes met de SIM-kaart worden geleverd. Als u
driemaal achtereenvolgens de verkeerde PIN- of PIN2-code invoert, wordt u
gevraagd om de PUK- of PUK2-code. Als u deze codes niet hebt, neemt u
contact op met uw serviceprovider.
• Het blokkeerwachtwoord (4 cijfers) is nodig om bepaalde gesprekken naar en
van uw telefoon te beperken.
• Als u de instellingen van de beveiligingsmodule (indien geïnstalleerd) wilt
bekijken of wijzigen, selecteert u Inst. beveil.module > Menu > Instellingen >
Beveiliging.
A l g e m e n e i n f o r m a t i e
11