■ De telefoon in- en uitschakelen
1. Druk op de aan/uit-toets en houdt deze ingedrukt.
2. Als een PIN-code wordt gevraagd, toetst u de code in
(bijvoorbeeld weergegeven als ****) en selecteert u OK.
Wanneer u de telefoon voor de eerste keer inschakelt en de
telefoon in de standby-modus staat, wordt u gevraagd de
configuratie-instellingen op te halen bij uw serviceprovider.
Bevestig of weiger de aanvraag. Zie "Configuratie" op
pagina 44, en "Dienst voor configuratie-instellingen" op pagina 12.
■ De tijd, zone en datum instellen
Wanneer u de telefoon voor de eerste keer inschakelt en de telefoon in de
standby-modus staat, wordt u gevraagd de tijd en de datum in te stellen. Vul de
velden in en selecteer Opslaan.
U kunt de tijd- en datuminstellingen wijzigen door Menu > Instellingen > Datum
en tijd > Inst. datum en tijd, Datum- en tijdnotatie, or Datum/tijd aut. aanp.
(netwerkdienst) te selecteren.
■ Antenne
Het apparaat kan interne en externe antennes hebben. Zoals
bij alle radiozendapparatuur, geldt dat u onnodig contact met
het gebied rond de antenne moet vermijden als de antenne
aan het zenden of ontvangen is. Contact met zo'n antenne kan
de kwaliteit van de communicatie nadelig beïnvloeden en
ervoor zorgen dat het apparaat meer stroom verbruikt dan
anders noodzakelijk is en kan de levensduur van de batterij
verkorten.
■ De telefoon op de pc aansluiten
De gegevenskabel CA-101
wordt gebruikt voor
gegevensoverdracht en het
synchroniseren van uw
telefoon en pc. Zie
"Gegevensoverdracht" op
pagina 39.
A a n d e s l a g
15