Wi-Fi™
Met de Wi-Fi™-technologie hebt u draadloze internettoegang via uw telefoon. Als u via een
Wi-Fi™-verbinding toegang wilt krijgen tot internet, moet u eerst zoeken naar een
beschikbaar Wi-Fi™-netwerk en verbinding maken met dit netwerk. De signaalsterkte van
het Wi-Fi™-netwerk kan verschillen, afhankelijk van de locatie van de telefoon. U kunt de
signaalsterkte mogelijk verbeteren door uw afstand tot het Wi-Fi™-toegangspunt te
verkleinen.
Wi-Fi® inschakelen
•
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Wi-Fi > Inschakelen.
Het kan enkele seconden duren voordat Wi-Fi® is ingeschakeld.
Verbinding maken met een Wi-Fi®-netwerk
1
Zorg dat Wi-Fi® is ingeschakeld.
2
Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Wi-Fi. Beschikbare Wi-Fi®-
netwerken worden op het scherm weergegeven.
3
Tik op een Wi-Fi®-netwerk om verbinding met het netwerk te maken. Als u een
verbinding met een beveiligd Wi-Fi®-netwerk probeert te maken, wordt u gevraagd
om een wachtwoord in te voeren.
Wi-Fi®-netwerken waarmee u verbinding hebt gemaakt, worden onthouden door de telefoon.
De volgende keer dat u zich binnen het bereik van een Wi-Fi®-netwerk bevindt waarmee u eerder
verbinding hebt gemaakt, maakt de telefoon automatisch verbinding met dit netwerk.
Op bepaalde locaties moet u zich voor open Wi-Fi®-netwerken mogelijk aanmelden op een
webpagina voordat u toegang tot het netwerk krijgt. Neem contact op met de beheerder van het
Wi-Fi®-netwerk voor meer informatie.
Dit is een internetversie van deze publicatie. © Uitsluitend voor privégebruik afdrukken.
26