8.9
Instellingen in het apparaat (directe toegang)
Enkele instellingen kunnen alleen via een directe toegang op het apparaat worden aangepast.
Deze instellingen zijn dus alleen voor het apparaat beschikbaar. Hiervoor moet een LAN-
verbinding met het apparaat bestaan. De verbinding wordt bij het verzenden van de configuratie
naar het apparaat gemaakt, zie hoofdstuk 8.8 "Configuratie naar de KNX spraaksturing gateway
verzenden" op pagina 69.
De instelmogelijkheden worden beschreven in de volgende secties.
Aanwijzing
Voor de koppeling is een internverbinding nodig. Bovendien moet het apparaat
in het thuisnetwerk (LAN) geïntegreerd zijn. Bij eerste inbedrijfname, zie
hoofdstuk 8.5.2 "Eerste inbedrijfname apparaat (directe toegang) " op pagina 39.
Bij aanpassingen achteraf moet altijd een aanmelding (toegangsgegevens voor
apparaattoegang nodig) plaatsvinden.
8.9.1
Instellingen − systeem
Op de pagina "Instellingen systeem" kunnen locatie-instellingen aangepast worden,
configuraties geëxporteerd of geïmporteerd worden en een logboek- en configuratiebestanden
naar de helpdesk verzonden worden.
Afb. 45:
Instellingen systeem
Plaats
Producthandboek 2CKA002273B9621
Inbedrijfname
│72