8.7.1.3
Gebruiker aanpassen
Bestaande gebruikers kunnen op ieder moment worden aangepast.
1. In de menukolom op "Lokale gebruiker" klikken/tikken.
–
De functie "Lokale gebruiker" wordt geopend.
2. In de menukolom op de gebruiker klikken/tikken die moet worden aangepast.
–
De gebruiker wordt geopend.
3. Gewenst item wijzigen, bijvoorbeeld gebruikersnaam of wachtwoord.
4. Op het schakelvlak "Opslaan" klikken/tikken.
–
Alle wijzigingen worden opgeslagen.
8.7.1.4
Gebruiker wissen
Lokale gebruikers kunnen op ieder moment worden gewist.
1. In de menukolom op "Lokale gebruiker" klikken/tikken.
–
De functie "Lokale gebruiker" wordt geopend.
2. In de menukolom op de gebruiker klikken/tikken die moet worden gewist.
–
De gebruiker wordt geopend.
3. Op het vuilnisbak-symbool rechtsboven klikken/tikken.
–
De gebruiker wordt gewist.
8.7.2
Toegangsrechten (rollen)
Op de configuratie kunnen gebruikersrollen worden aangemaakt en beheerd. Een rol bestaat uit
een pakket toegangsrechten. De rol kan aan één of meerdere gebruikers worden toegewezen.
Het rollenbeheer kan alleen met de rol "Professional/administrator" worden uitgevoerd. Deze rol
wordt automatisch voor de installateur aangemaakt die het apparaat in bedrijf neemt en
registreert. De rol "professional/administrator" wordt automatisch vastgelegd en kan niet worden
gewijzigd.
8.7.2.1
Rollenoverzicht
Om de functie "Toegangsrechten" te openen, in de menukolom op "Toegangsrechten"
klikken/tikken.
–
Alle aangemaakte gebruikersrollen worden in de menukolom weergegeven.
Producthandboek 2CKA002273B9621
Inbedrijfname
│64