8.3
Voorbereidende stappen
Aanwijzing
Het apparaat is een product in het KNX-systeem en voldoet aan de KNX-
richtlijnen. Gedetailleerde vakkennis door KNX-scholingen wordt verondersteld.
Bovendien moet kennis aanwezig zijn over de aankoppelbare spraakassistent,
bijvoorbeeld Apple HomeKit, Amazon Echo, Google Assistant.
1. Groepsadressen toewijzen.
–
De KNX-groepsadressen worden toegewezen via de ETS. Dit wordt door de installateur
gedaan.
2. ETS4- of ETS5-project als *.knxproj exporteren.
–
Voor de configuratie van de KNX spraaksturing gateway moet het projectbestand in het
project opMyBuildings worden geladen. Dit wordt door de installateur gedaan.
8.4
Inbedrijfnameprocedure
In dit hoofdstuk worden de werkstappen toegelicht die nodig zijn voor de inbedrijfname van een
KNX spraaksturing gateway. Dit hoofdstuk richt zich tot de uitvoerende installateur (vakkundige
klant) en zijn eindklant.
Ieder apparaat moet eerst door een installateur worden geregistreerd. Hiervoor moet de
installateur een account maken op MyBuildings en zich registreren. Ook de eindklant kan zich
laten registreren.
Nadat de installateur een apparaat heeft geregistreerd, kan hij een automatische e-mail naar de
klant laten opstellen. Deze mail bevat een link naar de registratiepagina. Hier kan de eindklant
zich dan voor zijn persoonlijke account op het apparaat aanmelden.
Voorwaarde:
Alle apparaten in het systeem moeten correct bedraad en op de KNX-buslijn aangesloten
■
zijn.
Er moet een internetverbinding aanwezig zijn.
■
De KNX spraaksturing gateway moet met de UTP-kabel op het thuisnetwerk (LAN)
■
aangesloten zijn.
Aanwijzing
Het apparaat mag pas worden aangesloten op de voeding, als het apparaat
geïntegreerd is in het netwerk.
Procedure voor inbedrijfname:
1. Apparaat registreren.
–
Voor de systeemconfiguratie is een voorafgaande registratie vereist.
Dit wordt gedaan via MyBuildings (toelichting zie hoofdstuk 8.5 "Aanmelding/registratie
van een KNX spraaksturing gateway" op pagina 35).
Zo krijgt de installateur een persoonlijke toegang voor het apparaat tot de
inbedrijfnameserver.
2. Systeem configureren.
Producthandboek 2CKA002273B9621
Inbedrijfname
│33