5. Ontkoppel desgewenst uw tablet van het
bedieningspaneel.
Om uw tablet te ontkoppelen van het bedie-
ningspaneel, dient u eerst de ontkoppelingsoptie in
de iFit–Smart Cardio Equipment app te selecteren.
Houd vervolgens de toets iFit Sync op het bedie-
ningspaneel ingedrukt tot de LED-verlichting op het
bedieningspaneel groen brandt.
Let op: Alle Bluetooth-verbindingen tussen het
bedieningspaneel en andere toestellen (inclusief
tablets, hartslagmonitoren etc.) zullen losgekoppeld
worden.
UW HARTSLAGMONITOR AANSLUITEN OP HET
BEDIENINGSPANEEL
Het bedieningspaneel is geschikt voor alle Bluetooth
Smart hartslagmonitoren.
Druk op de toets iFit Sync op het bedieningspaneel om
uw Bluetooth Smart hartslagmonitor met het bedie-
ningspaneel te verbinden; het koppelingsnummer van
het bedieningspaneel zal in het display verschijnen.
Wanneer een verbinding tot stand is gekomen, zal de
LED-verlichting op het bedieningspaneel tweemaal
rood knipperen.
Let op: Indien er meer dan één geschikte hartslagmo-
nitor in de buurt is van het bedieningspaneel, zal het
bedieningspaneel verbinding maken met de hartslag-
monitor met het sterkste signaal.
Om uw hartslagmonitor los te koppelen van het
bedieningspaneel, houdt u de toets iFit Sync op het
bedieningspaneel ingedrukt tot de LED-verlichting
groen gaat branden.
Let op: Alle Bluetooth-verbindingen tussen het bedie-
ningspaneel en andere toestellen (inclusief tablets,
hartslagmonitoren etc.) zullen losgekoppeld worden.
DE INSTELLINGENMODUS
Het bedieningspaneel heeft een informatiemodus die
de informatie van de loopband bijhoudt en u uw eigen
bedieningspaneel-instellingen laat invoeren.
1. Selecteer de informatiemodus.
Druk op de toets Settings (instellingen) om de
instellingen te kiezen. Wanneer de instellingen-
modus is geselecteerd, zal het display het soft-
warenummer tonen en welke meeteenheid wordt
weergegeven op het bedieningspaneel (standaard
of metrisch). Druk op de toets S/M (standaard/
metrisch) om de meeteenheid te wijzigen.
2. Kies de optionele schermen.
De display zal verschillende optionele schermen
aangeven terwijl de informatiemodus gekozen
wordt. Druk op de toenametoets naast de toets
Enter (invoeren) om elk van de volgende schermen
te kiezen:
INCLINE CALIBRATION (hellingkalibratie) – Om
het hellingsysteem van de loopband te kalibreren,
drukt u op de toenametoets of afnametoets Incline
(helling). De loopband zal automatisch naar het
maximum hellingniveau stijgen en dan naar het
minimumniveau terugkeren.
DISPLAY TEST (display-test) – Het bedie-
ningspaneel zal het display testen om ervoor te zor-
gen dat alle gebieden op de juiste manier oplichten.
Druk op de toenametoets Speed (snelheid) om de
test te versnellen. Om te schakelen tussen aan/uit
van het volledige display, drukt u op de toename-
toets Incline (helling).
KEY CODE (sleutelcode) – Dit scherm is bedoeld
voor technici.
TOTAL TIME/DISTANCE (totale tijd/afstand) –
Het display toont het totaal aantal uren dat de
loopband is gebruikt, en het totaal aantal mijlen (of
kilometers) dat de loopband heeft afgelegd.
23