(7)
De 4-20 mA uitgang mag niet worden gebruikt voor een veiligheidsfunctie.
(8)
De "VOORZICHTIG" uitgang en het HOORN relais mogen niet worden gebruikt voor een
veiligheidsfunctie.
(9)
De STEL- en TWA-opslagfuncties zijn niet toegestaan voor SIL-toepassingen.
(10) De relais moeten onder normale omstandigheden bekrachtigd zijn.
(11) De alarm- en relaisfuncties moeten minimaal eens per jaar worden getest.
(12) De relaiscontacten dienen te worden beveiligd met een smeltzekering van 0,6 van de gespe-
cificeerde nominale stroom op het relaiscontact.
(13) De storingsrelaiscontacten moeten veiligheidsgerelateerd worden verwerkt voor waarschu-
wingsdoeleinden.
(14) Na installatie moet een functionele controle / kalibratie voor het gehele systeem uitgevoerd
worden.
(15) De alarmvoorwaarden van de gaswaarschuwingsunit 9010/9020 moeten periodiek worden
gecontroleerd tegelijk met de typische gaskalibratiecontroles.
(16) Elk jaar moet een systeemcontrole worden uitgevoerd.
(17) Er moeten twee onafhankelijke instrumenten worden gebruikt voor de 1oo2 – structuur.
(18) Bij een redundante installatie moeten de relaiscontacten op afwijkingen worden gecontro-
leerd.
(19) Alleen goedgekeurde hardware- en softwareversies mogen worden gebruikt.
10.4 Toegelaten hardware-/softwareversies
Module
Regeleenheid 9010 SIL
Regeleenheid 9020 SIL
De actueel gebruikte hardwareversie kan worden afgelezen op de printplaat. De firmwareversie
is gedrukt of op het label achter op de connector achterzijde. Raadpleeg Fig. 1 "19" rekmodule"
voor precieze locatie.
Markeringen, certificaten en goedkeuringen
Hardwareversie
6
6
Model 9010/9020 SIL
Softwareversie
1.02.1000
1.02.1000
NL
61