3
Installatie
Voordat u de installatie start, dient u aan de hand van de vrachtdocumenten te contro-
leren of alle componenten zijn geleverd en of de juiste onderdelen zijn geleverd.
WAARSCHUWING!
Het gebied waar de 9010/9020 SIL regeleenheid wordt geïnstalleerd moet buiten een gevaarlijke
zone 0, 1 of 2 liggen en vrij zijn van brandbare, explosieve of corrosieve gassen. De installatie van
de detector op de regeleenheid moet worden uitgevoerd volgens relevante lokale en nationale
regelgeving (EN 60079-14).
De regeleenheid moet buiten een mogelijk explosief gebied worden geplaatst, waar tevens geen
corrosieve gassen voorkomen. Detectors voor gebruik in het explosiegevaarlijke gebied moeten
de correcte explosiegevaarlijke goedkeuring hebben en moeten geïnstalleerd worden conform
alle relevante lokale en nationale richtlijnen.
Het gaswaarschuwingssysteem mag alleen geïnstalleerd worden door daarvoor bevoegd perso-
neel na het lezen van de relevante documentatie (instructiehandleiding van de geselecteerde
detector of transmitter).
De correcte toewijzing van iedere detector en regeleenheid moet gegarandeerd worden tijdens
installatie door verwijzing naar de serienummers aangeduid op kalibratiegegevensblad, door
MSA geleverd.
3.1
Mechanische installatie
Afhankelijke van de versie kan de regeleenheid worden geïnstalleerd als een module in een 19"
rek of als stand-alone unit (wandmontageversie).
Installeer de regeleenheid niet in omgevingen die bijzonder vochtig, oxiderend, corrosief, onder-
hevig aan trillingen zijn of waarin de temperatuurgrenzen, zoals vermeld in het hoofdstuk Techni-
sche Gegevens, worden overschreden.
Als installatie binnen kasten moet plaatsvinden, moeten de normen voor toegestane temperatuur
worden aangehouden. Kasten moeten voldoende warmte kunnen geleiden om de warmte afkom-
stig van elektronische componenten te kunnen afvoeren.
Er moet voldoende ruimte tussen de 19" rekken zitten voor een goede luchtventilatie. Er moet ook
voldoende ruimte aan de achterkant van het rek worden opengelaten voor het correct aanbrengen
van de bedrading op de klemmenborden op de achterzijde.
De afmetingen van de beschikbare 19" rekken vindt u in de Bijlage. Zie hoofdstuk 12.2.
Schroeven voor de aansluitklemmenunit op de achterzijde, het frontpaneel (inclusief lege
panelen) en rekmontage (M6) moeten worden aangehaald met een speciaal koppel in het 19" rek.
•
0,3 Nm voor schroeven aansluitklemmen achterzijde
•
0,8 Nm voor schroeven frontpaneel
•
10 Nm voor schroeven voor rekmontage (M6)
De afmetingen van de beschikbare 19" rekken vindt u in de Bijlage. Zie hoofdstuk 12.2.
Installatie-instructie wandmontage-unit:
(1)
Markeer de gaten zoals getoond in hoofdstuk 12.3 voor de vier montageschroeven.
(2)
Boor vier gaten (diameter volgens de te gebruiken schroeven).
(3)
Verwijder het deksel van de behuizing.
(4)
Bevestig de regeleenheid aan de wand met passende schroeven.
(5)
Sluit het deksel met de dekselschroeven.
Als de PCB moet worden verwijderd (bijvoorbeeld als toegang tot M4 aansluitklem nodig is), draait
u de 3 montageschroeven los. Bij het opnieuw installeren van de PCB draait u de montage-
schroeven vast met een koppel van 1,5 Nm.
Model 9010/9020 SIL
Installatie
NL
19