Wanneer de motor draait, is de waarde die op het scherm wordt weergegeven de momentane waarde (scherm B).
Wanneer de motor stopt, blijft de laatste waarde gedurende 30 seconden op het display staan, voordat het display terugkeert naar de
geprogrammeerde maximumwaarde (scherm A).
* Om de laatste waarde weer te tonen, houdt u de waarde op het instelscherm (scherm A) ingedrukt.
De laatst verkregen waarde wordt weergegeven met het actieve patiëntnummer (scherm C).
Als men lang op de de koppelwaarde drukt, wordt deze geregistreerd (er klinkt een bevestigingstoon).
Om terug te keren naar het instelscherm zonder de torque-waarde met het patiëntnummer op te slaan, drukt u op
Nummering van de patiënten
Om geregistreerde torque-waarden gemakkelijker te kunnen identificeren, heeft u de mogelijkheid om het patiëntnummer te vermel-
den waarmee de geregistreerde waarden overeenkomen. Deze informatie staat bij de gegevens die via de mobiele applicatie worden
geëxporteerd.
Om het patiëntnummer te wijzigen, drukt u op zone PXX. Deze zone begint te knipperen en de knoppen + en - verschijnen.
Eenmaal ingesteld, drukt u op zone PXX om te bevestigen of wacht 3 seconden zonder iets te doen.
Om terug te keren naar het instelscherm zonder de torque-waarde met het patiëntnummer op te slaan, drukt u op
U kunt ook het patiëntnummer wijzigen vanaf het instelscherm (Scherm A) door te drukken op
Om terug te keren naar het instelscherm zonder de torque-waarde met het patiëntnummer op te slaan, drukt u op
OPGELET! TELKENS HET PEDAAL OPNIEUW WORDT INGEDRUKT, WORDT DE LAATST VERKREGEN WAARDE GEWIST.
OPGELET! TELKENS HET APPARAAT WORDT INGESCHAKELD, WORDT HET PATIËNTNUMMER WEER P01.
B
C
als deze al aan is.
a
8.5. GEBRUIK VAN HET PEDAAL
Beschrijving van de verschillende drukken op de knoppen en hendels.
Druk op hendel (D)
Stoot hendel (D)
A
Kort drukken op de linkerknop (A)
B
Lang drukken op de linkerknop (A)
C
Kort drukken op de middelste knop (B)
Lang drukken op de middelste knop (B)
Kort drukken op de rechterknop (C)
D
Lang drukken op de rechterknop (C)
8.6. AUTONOMIE VAN HET DRAADLOZE PEDAAL
Dit pictogram symboliseert het laadniveau van de batterij van het pedaal.
Wanneer het energieniveau van de batterij 25% bereikt, kan het pedaal nog minstens één dag worden gebruikt. Het apparaat geeft een
pieptoon en het pictogram knippert, wat aangeeft dat u snel moet opladen (zie onderstaande instructies).
Wanneer het energieniveau van de batterij 0% bereikt, piept het apparaat elke 30 seconden en kan de motor niet worden gebruikt.
Laad op volgens de volgende instructies.
8.7. OPLADEN VAN DE BATTERIJ VAN HET PEDAAL
Sluit de laadadapter aan op het pedaal op de connector aan de achterkant van het pedaal.
Verbind de adapter met de sector voor voeding.
Dit logo verschijnt op het scherm om aan te geven dat het opladen bezig is.
Wanneer dit logo wordt weergegeven, is de batterij volledig opgeladen.
→
De motor kan op de normale wijze worden gebruikt tijdens het opladen van de pedaalbatterij.
8.8. STOPPEN VAN DE MOTOR
Aan het einde van de tandheelkundige procedure :
→
Zet de schakelaar in de positie 0.
→
Verwijder het gereedschap dat aan de contrahoek is bevestigd.
→
Verwijder de flacon of zak met fysiologische vloeistof van de infuusstandaard.
→
Verwijder de perforator van de irrigatielijn van de flacon of zak met fysiologisch serum.
→
Verwijder de klemmen voor irrigatielijnen.
→
Ontkoppel de contrahoek van de micromotor.
→
Plaats de motor terug op de motorsteun.
®
-
NL - GEBRUIKERSHANDLEIDING
Variatie van de rotatiesnelheid van de micromotor
Oplichten van de verlichting gedurende 3 s
ON / OFF irrigatie (het op het scherm ingestelde debiet wordt behouden)
Starten van de pomp bij maximaal debiet zonder draaiende motor (spoelfunctie)
Achteruitmodus inschakelen / uitschakelen
Waardevermindering per 5
Overschakelen van de ene sequentie
Waardeverhoging per 5