5.3 Bediening
OPGELET!
Het apparaat mag alleen worden bediend door personeel dat is geïnstrueerd over
het gebruik van het apparaat.
Voorbereiding van het apparaat
•
Maak het apparaat na het uitpakken en voor de aansluiting grondig schoon in
overeenstemming met de aanwijzingen uit hoofdstuk 6.2 "Reiniging".
•
Maak de GN-containers voor het gebruik schoon.
•
Zorg ervoor dat het apparaat en de uitrusting (legrooster, waterschaal) droog zijn
voordat u het apparaat in gebruik neemt.
•
Plaats het legrooster in het interieur van het apparaat.
•
Plaats de schoongemaakte waterschaal zonder water op de hiervoor bestemde
plaats aan de bedieningskant.
•
Sluit het apparaat aan op een enkel, geaard stopcontact.
•
Schakel het apparaat in met behulp van de AAN/UIT-schakelaar.
Bedieningselementen
⑧
⑪
⑨
⑩
⑧
Controlelampje verwarming (oranje)
⑨
Schakelaar voor de binnenverlichting
⑩
Temperatuurregelaar
⑪
AAN/UIT-schakelaar
- 94 -
⑫
⑫
Waterschaal voor luchtbevochtiging
⑬
Stopcontact
⑭
Voedingskabel
⑭
⑬