Computer Setup – Security (Beveiliging)
OPMERKING:
mede afhankelijk van de hardwareconfiguratie.
Tabel 2-4
Computer Setup – Security (Beveiliging)
Optie
Setup Password
(Instelwachtwoord)
Power-On Password
(Opstartwachtwoord)
Password Options
(Wachtwoordopties)
(Deze selectie wordt
alleen weergegeven als er
een opstart- of
instelwachtwoord is
ingesteld.)
Device Security
(Apparaatbeveiliging)
USB Security (USB-
beveiliging)
Network Boot (Opstarten
via netwerk)
System IDs (Systeem-IDs)
System Security
(Systeembeveiliging)
14
Hoofdstuk 2 Probleemoplossing
Welke opties van Computer Setup (Computerinstellingen) precies worden ondersteund, is
Beschrijving
Hiermee kunt u een instelwachtwoord (beheerderswachtwoord) instellen en inschakelen.
OPMERKING:
Als het instelwachtwoord is ingesteld, hebt u dit wachtwoord nodig om wijzigingen aan te
brengen in de opties van Computer Setup, om een ROM-flash uit te voeren en om wijzigingen aan te
brengen in bepaalde Plug and play-instellingen van Windows.
Hiermee kunt u een opstartwachtwoord instellen en inschakelen. De gebruiker wordt telkens naar het
opstartwachtwoord gevraagd nadat het systeem is ingeschakeld of opnieuw is opgestart. Als de gebruiker
niet het juiste opstartwachtwoord opgeeft, wordt het systeem niet opgestart.
Hiermee kunt u de volgende functies in- of uitschakelen:
Stringent Password (Strikt wachtwoord): als dit is ingesteld, wordt een modus geactiveerd waarin
●
fysiek omzeilen van de wachtwoordfunctie niet mogelijk is. Als de functie is ingeschakeld, wordt het
verwijderen van de wachtwoord-jumper genegeerd.
Vragen naar wachtwoord op F9 & F12: is standaard ingeschakeld.
●
Setup Browse Mode (Setup bladeren-modus): staat weergeven, maar niet wijzigen, toe van de F10
●
instelopties zonder invoeren van instelwachtwoord. Standaard is ingeschakeld.
Hiermee kunt u Device Available/Device Hidden (apparaat beschikbaar/apparaat verborgen) instellen
(standaard is 'Apparaat beschikbaar') voor:
Systeemaudio
●
Netwerkcontroller
●
Interne opslag
●
Hiermee kunt u ingeschakeld/uitgeschakeld instellen (standaard is ingeschakeld) voor:
USB-poorten aan de voorkant
●
USB2 Port 2 (USB-poort 2)
–
USB3 Port 1 (USB-poort 1)
–
USB-poorten aan de achterkant
●
USB2 Port 3 (USB-poort 3)
–
USB2 Port 4 (USB-poort 4)
–
Hiermee schakelt u de mogelijkheid in of uit om de computer op te starten vanaf een besturingssysteem
dat op een netwerkserver is geïnstalleerd. (Functie alleen beschikbaar op NIC-modellen; de netwerkkaart
moet een PCI-uitbreidingskaart zijn of in de systeemkaart zijn geïntegreerd.) Standaard is ingeschakeld.
Hiermee kunt u het volgende instellen:
Inventarisnummer (18-byte code), een eigendomsidentificatienummer dat het bedrijf heeft
●
toegekend aan deze computer.
Eigendomslabel (80-byte identifier)
●
Biedt deze opties:
Data Execution Prevention (enable/disable) (Voorkomen van gegevensuitvoering (in-/uitschakelen)):
●
hiermee kunt u schending van de beveiliging van het besturingssysteem voorkomen. Standaard is
ingeschakeld.