Luchtdruk Afstellen; Druk Van De Transportlucht; Zachte Start Van De Druk Van De Transportlucht - Nordson Sure Coat Handleiding
Pneumatische; deel b
Verberg thumbnails
Zie ook voor Sure Coat:
- Handleiding (74 pagina's) ,
- Handleiding (122 pagina's) ,
- Handleiding (80 pagina's)
Inhoudsopgave
Advertenties
B 2-2
Gebruik
3. Luchtdruk afstellen
Druk van de transportlucht
Handleiding 33-27B1
In de volgende paragrafen wordt uitgelegd welke luchtdrukken de
pneumatische modules regelen. Gebruik deze aanwijzingen om de
luchtdrukken van uw systeem af te stemmen op uw toepassing.
De transportlucht voert een mengeling van poeder en lucht van de
voorraadbank naar het spuitpistool. Door de druk van de transportlucht te
verhogen, vergroot u de hoeveelheid poeder die gesproeid wordt en
mogelijk ook de dikte van de laag poeder op het product.
Als de druk van de transportlucht te laag is ingesteld, kan een
ontoereikende poederlaag of een ongelijkmatige poederoutput het gevolg
zijn. Als de druk van de transportlucht te hoog is, kan er te veel poeder
worden afgegeven met een te hoge snelheid. Dit kan leiden tot een te
dikke poederlaag of overspray, wat leidt tot een kleiner
overdrachtsrendement en poederverspilling. Een te hoge druk van de
transportlucht kan ook de afzetting van samengesmolten poeder
(impactfusie) in het pistool of de pomp versnellen of leiden tot
vroegtijdige slijtage van de pistool– en pomponderdelen die in contact
komen met het poeder.
Door de overspray tot een minimum te beperken, vermindert u de
hoeveelheid poeder die moet worden gerecupereerd en gerecycled. Dit
vermindert de slijtage van de systeemcomponenten, zoals pompen,
spuitpistolen en filters. Het houdt ook de onderhoudskosten laag.
OPMERKING: Bij een F1/F2–module dienen debiet 1 en debiet 2 om
snel de druk van de transportlucht te wijzigen. Dit stelt u in staat om het
poederrendement te optimaliseren en verspilling tot een minimum te
beperken. Druk op de F1/F2–toets op de centrale besturing om te
schakelen tussen de transportluchtinstellingen.
Zachte start van de druk van de transportlucht
Zachtestartmodules blijven verstuivingslucht door de
poedertoevoerleiding sturen nadat de transportlucht werd uitgeschakeld.
Doordat er lucht door de poedertoevoerleiding blijft stromen, vloeit het
poeder geleidelijk de volgende keer dat het pistool wordt getriggerd,
zodat het pistool niet sputtert.
De verstuivingslucht en de transportlucht starten tegelijkertijd als de
pistolen worden getriggerd. Als het triggeren wordt stopgezet, wordt de
transportlucht uitgeschakeld en blijft de verstuivingslucht aan voor een
door de operator in te stellen tijdsduur.
OPMERKING: De operator kan instellen hoeveel seconden de
verstuivingslucht ingeschakeld blijft nadat de transportlucht is
uitgeschakeld. Zie het hoofdstuk Configuratie in deel A,
Systeemoverzicht , voor instructies voor het aanpassen van de vertraging.
213 062A
Uitgave 07/00
E 2000 Nordson Corporation
Alle rechten voorbehouden
Advertenties
Inhoudsopgave
