6.11.2 De cilinderdruk inspecteren
1. Verwijder de bougiekap en de bougie.
2. Plaats een druktester in het gat van de bougie.
3. Torn de motor vier keer en meet de cilinderdruk. Zie
Technische gegevens op pagina 35 voor de juiste
druk.
6.11.3 De motorkleppen demonteren en monteren
1. Demonteer het carter. Raadpleeg
demonteren op pagina 26 .
2. Verwijder de 4 schroeven op de cilinderkopdeksel.
3. Verwijder de cilinderkopdeksel en de pakking.
4. Verwijder de moeren, de stelmoeren en de
tuimelaars.
5. Verwijder de 2 klepstoters (A) en de 2 stoterstangen
(B).
A
6. Verwijder de klepstelbouten en de stangplaat.
1977 - 001 - 14.02.2023
Het carter
B
7. Druk de klepveerhouders omlaag en verwijder de
klepsteelvergrendelingen.
8. Verwijder de klepveerhouders en de klepveren.
9. Verwijder de inlaatklep en de uitlaatklep. Noteer
welke klep de inlaatklep is en welke klep de
uitlaatklep is.
10. Monteer in de omgekeerde volgorde van
verwijderen.
6.11.4 De cilinderkleppen reinigen en inspecteren
1. Demonteer de cilinderkleppen. Zie
demonteren en monteren op pagina 25 .
2. Reinig de cilinderkleppen. Gebruik een staalborstel
indien nodig.
3. Controleer de klepkoppen op scheuren. Gebruik
slijppasta om kleine deukjes op de klepkoppen weg
te slijpen.
De motorkleppen
Reparatie-instructies- 25