5. Verwijder de 3 moeren (B) en de luchtfilterhouder
(C).
6. Verwijder de pakking.
7. Monteer in omgekeerde volgorde van verwijderen.
6.6 Brandstofpomp
6.6.1 De brandstofpomp verwijderen en monteren
1. Gebruik een platte tang om de slangklemmen (C, D)
van de oliepomp (A) te verwijderen.
2. Trek de brandstofpomp van de uiteinden van de
brandstofslangen.
3. Verwijder de 2 schroeven (B) en de brandstofpomp.
B
A
C
4. Monteer in omgekeerde volgorde van verwijderen.
6.7 Functietest
6.7.1 Het motortoerental (tpm) meten
1. Start de motor.
2. Houd de toerenteller tegen de bougiekap.
1977 - 001 - 14.02.2023
A
C
B
C
B D
3. Laat de motor stationair draaien om het stationair
toerental te meten.
4. Zorg ervoor dat het stationair toerental (tpm) correct
Technische gegevens op pagina 35 . Stel
is. Zie
zo nodig het stationair toerental af. Zie
toerental afstellen op pagina 18 .
5. Laat de motor volgas draaien om het toerental (tpm)
bij volgas te meten.
6. Zorg ervoor dat het toerental (tpm) bij volgas
Technische gegevens op pagina
correct is. Zie
35 . Stel zo nodig het maximale toerental af. Zie
Toerentalverloop vermogen op pagina 36 .
7. Monteer de motorkap.
6.7.2 De klepspeling inspecteren
1. Zorg ervoor dat de motor koud is.
2. Verwijder de bougie.
3. Verwijder de 4 schroeven op de cilinderkopdeksel.
4. Verwijder de cilinderkopdeksel.
5. Duw de zuiger volledig naar het dode punt van de
compressieslag.
OPGELET: Controleer of de kleppen
volledig zijn gesloten.
Stationair
Reparatie-instructies- 15