11.13 Vermogensmeting
De vermogensmeting mag alleen worden gebruikt in het bereik van
0 - 2500 W. Wees bijzonder voorzichtig als de vermogensmeting
moet worden uitgevoerd zonder de meetadapter. Het laagohmige
stroommeetcircuit mag niet worden verwisseld met het hoog-
ohmige spanningsmeetcircuit, anders kunnen er kortsluitingen en
vonken ontstaan. Gebruik alleen dubbel of versterkt geïsoleerde
meetaccessoires. Vermijd open contactvlakken.
De vermogensmeting voor het stroommeetpad mag alleen via de
meetingang 10A worden aangesloten. De aansluiting "mAųA" mag
niet worden gebruikt!
De vermogensmeting kan worden gebruikt voor wisselstroom (
stroom (
) of USB (vermogen en energiecapaciteit). De meetadapter voor
wisselstroom is bij de levering inbegrepen en wordt hier beschreven. De USB-
meetadapter is optioneel verkrijgbaar.
11.13.1 Ga als volgt te werk om het AC-vermogen te meten:
Zet de DMM aan en selecteer de
meetfunctie. In het display ver-
schijnt het symbool „
Steek de meegeleverde contact-
doos-meetadapter met de juiste
polariteit in het meetapparaat. Het
meetsnoer met het label "10A"
in de 10 A-meetaansluiting, het
meetsnoer "COM" in de COM-
meetaansluiting en het meetsnoer
"V" in de V-meetaansluiting.
Steek de meetadapter in een goed
geaard stopcontact.
De te meten verbruiker kan nu in de meetadapter worden gestoken. Zorg ervoor
dat bij het insteken de belasting is uitgeschakeld om vonken te voorkomen. De
verbruiker kan dan in gebruik worden genomen.
In het hoofddisplay verschijnt het actieve vermogen in watt, in het subdisplay
".
10A
COM
V
), gelijk-
230 VAC
195