b.
Als u een diskettedrive installeert, sluit u de gegevenskabel (1) en de voedingskabel (2) aan
op de achterkant van de drive.
Afbeelding 2-25
5.
Als u een nieuwe schijfeenheid installeert, sluit u het andere uiteinde van de gegevenskabel aan
op de juiste connector op de systeemkaart.
OPMERKING:
optische-schijfeenheid aan op de witte SATA-connector op de systeemkaart met de aanduiding
SATA1. Sluit een tweede optische-schijfeenheid van het type SATA aan op de oranje SATA-
connector met de aanduiding SATA5.
Als u een diskettedrive installeert, sluit u deze aan op de connector op de systeemkaart met de
aanduiding FLOPPY.
Als u een mediakaartlezer installeert, sluit u de USB-kabel daarvan aan op de USB-connector op
de systeemkaart met de aanduiding MEDIA.
Raadpleeg
schijfeenheidconnectoren van de systeemkaart.
6.
Plaats het voorpaneel en het toegangspaneel van de computer terug.
7.
Sluit het netsnoer en eventuele externe apparatuur opnieuw aan en zet vervolgens de computer
aan.
8.
Vergrendel eventuele beveiligingsapparaten die u heeft ontgrendeld bij het verwijderen van het
toegangspaneel.
32
Hoofdstuk 2 Hardware-upgrades
Kabels van de diskettedrive aansluiten
Als u een optische-schijfeenheid van het type SATA installeert, sluit u de eerste
Schijfeenheidconnectoren op de systeemkaart op pagina 26
voor een illustratie van de
NLWW