Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Vóór De Inbedrijfstelling - REMKO KWK -4R Series Bedieningshandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

REMKO KWK -4R
Vóór de
inbedrijfstelling
Vorstbeveiliging van met medium
Wordt een water-glycolmengsel
gebruikt, moet het voorgemengd
worden gevuld in de installatie.
De gewenste concentratie moet
daarna worden gecontroleerd.
Ontluchten van de installatie
Evt. kan na de
lekdichtheidscontrole nog lucht
in de pijpleidingen aanwezig
zijn. Deze wordt door de
draaiende circulatiepomp
naar de automatische
ontluchters of naar de afnemer
getransporteerd. Hier moet
opnieuw worden ontlucht.
Daarna moet de stationaire
druk worden aangepast aan de
noodzakelijke installatiedruk.
Membraanexpansievat
De voordruk in het
membraanexpansievat moet
individueel worden aangepast
op basis van de opbouw van de
installatie, het volume van het
medium en de installatielocatie.
Strangregelkleppen
De bij het leidingontwerp
bepaalde drukoverschotten
bij de individuele koudwater-
afnemer moeten via de
strangregelkleppen worden
ingesteld.
Veiligheidsklep
De veiligheidsventielen en
de correcte werking hiervan
moeten worden gecontroleerd.
De afvoerleiding van de
ventielen moet op werking
en lekdichtheid worden
gecontroleerd.
16
Inbedrijfstelling
De inbedrijfstelling mag alleen
door speciaal geschoold
vakpersoneel worden
uitgevoerd en moet worden
gedocumenteerd.
Voor de inbedrijfstelling van
de totale installatie moeten
de gebruikshandleidingen
van het apparaat en alle
andere componenten worden
opgevolgd.
Werkingstest van de
bedrijfsmodus koelen
1. Schakel de stroomvoorziening
in open evt. alle afsluitkleppen.
2. Schakel de koudwatermaker
resp. de warmtepomp en de
bijbehorende circulatiepomp
in. De uitlaattemperatuur moet
tussen +4 en +18 °C liggen.
3. Schakel het apparaat via
de regeling in en kies de
koelmodus, het maximale
ventilatortoerental en de
laagste insteltemperatuur.
4. Meet alle vereiste waarden,
noteer deze in het
inbedrijfstellingsrapport
en controleer de
veiligheidsfuncties.
5. Controleer de
apparaatbesturing met de in
hoofdstuk "Bediening" van de
regeling beschreven functies.
6. Controleer de werking van
de condensleiding, door
gedestilleerd water in de
condensopvangbak te gieten.
Functietest van de bedrijfsmodus
Verwarmen
1. Schakel de stroomvoorziening
in open evt. alle afsluitkleppen.
2. Schakel de koudwatermaker
resp. de warmtepomp en de
bijbehorende circulatiepomp
in. De uitlaattemperatuur moet
tussen +35 en +70°C liggen.
3. Schakel het apparaat via
de regeling in en kies de
verwarmingsmodus, het
maximale ventilatortoerental en
de hoogste insteltemperatuur.
4. Meet alle vereiste waarden,
noteer deze in het
inbedrijfstellingsrapport
en controleer de
veiligheidsfuncties.
5. Controleer de
apparaatbesturing met de in
hoofdstuk "Bediening" van de
regeling beschreven functies.
Afsluitende maatregelen
Monteer alle gedemonteerde
onderdelen.
Leg de werking uit aan de
gebruiker.
OPMERKING
Tijdens het handmatig
ontluchten moet weglekkende
glycolmengsels apart
worden afgevoerd. Niet in
de condensopvangbak laten
stromen!

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Kwk 130-4rKwk 200-4rKwk 220-4rKwk 300-4rKwk 420-4r

Inhoudsopgave