REMKO KWK -4R
Veiligheidsklep
Veiligheidsventielen begrenzen een
te hoge werkdruk door een te grote
opwarming of overvulling van het
bedrijfsmedium. Voor de uitlaat
van het ventiel is een afvoer naar
een afvoerleiding noodzakelijk. Bij
het gebruik van glycol moeten de
lokale milieuvoorschriften worden
opgevolgd.
OPMERKING
In de stikstofvulling kan geen
vocht condenseren.
Condensaansluiting
Door de dauwpuntonderschrijding
bij het register ontstaat condens
tijdens koelbedrijf.
Onder het register bevindt zich
een opvangbak, die moet worden
verbonden met een afvoer.
De in het gebouw gemonteerde
■
condensleiding moet verlegd
worden met een verval van
minimaal 2%. Monteer
eventueel dampdiffusiedichte
isolatie.
De condensleiding van het
■
apparaat vrij invoeren in
de afvoerleiding. Wordt
condens afgevoerd naar een
afvoerleiding, plaats dan een
sifon als geurafsluiter.
Condensaansluiting
Verticale montage
Condensaansluiting
14
Bij gebruik van het apparaat
■
bij een buitentemperatuur van
minder dan 0 °C moet worden
gelet op een vorstvrije plaatsing
van de condensafvoer.
Monteer eventueel een
lintverwarming langs de leiding.
Na het verleggen controleren
■
op een vrije afvoer van het
condens en zorgen voor een
permanente lekdichtheid.
Verticale montage
De condensleiding kan op de
trechterbuis aangesloten worden.
De positie van de buis kan
tussen rechts en links gekozen
worden. De niet gebruikte
condensaansluiting van de
condensbak moet permanent
worden gesloten.
Mocht een klepmodule gebruikt
worden, dan moet de aansluiting
op de extra condensbak
uitgevoerd worden.
Horizontale montage
De condensleiding kan direct op
de aansluiting van de condensbak
aangesloten worden, bij gebruik
van een klepmodule wordt
de condens in de bak van het
apparaat geleid en daarvandaan
afgevoerd.
Horizontale montage
Condensaansluiting
Horizontale Montage
Afvoergeleiding
Elektrische aansluiting
LET OP
Het elektrische installeren moet
gebeuren door een gespecialiseerd
bedrijf. De montage van de
elektrische aansluiting moet
spanningsloos gebeuren.
We adviseren ter plaatse een
■
hoofd-/reparatieschakelaar te
installeren in de buurt van de
binnenunit.
De netvoeding gebeurt bij de
■
binnenunit, een besturingsleiding
naar de koudwatermaker/
warmtepomp is niet noodzakelijk.
Wordt bij het apparaat een
■
als accessoire verkrijgbare
condenspomp gebruikt, kan
het uitschakelcontact van de
pomp de netvoeding of de klep
uitschakelen.
De klemmenstrook van
■
de aansluitingen en de
stekkerverbinding bevinden
zich achter de bekleding van de
behuizing aan de rechterzijde van
het apparaat.
Mogelijke accessoires
Ruimtetemperatuurregeling
De ruimtetemperatuurregeling
■
bedient het apparaat. Er kan
worden gekozen uit regelingen
voor opbouw of montage
in het apparaat. De separate
montagehandleiding opvolgen.
Evt. schakelrelais voor 4 apparaten
Moeten meerdere apparaten in
■
een groep gezamenlijk worden
geschakeld, is bij gebruik van een
ruimtetemperatuurregeling een
schakelrelais noodzakelijk.
De separate montagehandleiding
opvolgen.
LET OP
De niet gebruikte aansluiting
van de condensbak moet
absoluut permanent gesloten
worden (kap o.i.d.).