Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Besturingskaart Van Spuitpistool Verwijderen/Installeren; Vervangen Van Een Besturingskaart Van Een Spuitpistool; Spuitkaarten Toevoegen - Nordson Encore Engage Gebruiksaanwijzing

Systeemregelaar
Inhoudsopgave

Advertenties

6-2 Reparatie

Besturingskaart van spuitpistool verwijderen/installeren

Vervangen van een besturingskaart van een spuitpistool

Spuitkaarten toevoegen

P/N 6091419_04

WAARSCHUWING:
Verwijder geen besturingskaarten van spuitpistolen uit het kaartenrek,
terwijl deze onder spanning staan. Zet de consolevoeding uit of schakel de cabineafzuigventila-
tor uit, zodat de transportbandkoppeling de elektrische stroom naar de spuitpistoolbesturings-
kaarten uitschakelt. Als dit wordt nagelaten kunnen de kaarten beschadigd worden.

VOORZICHTIG:
Zet de consolevoeding niet uit zonder eerst een programma te beëindigen.
Anders kunnen het Engage programma en het besturingssysteem op de programmakaart
beschadigd raken.
VOORZICHTIG:

De besturingskaarten van de spuitpistolen zijn elektrostatisch gevoelige
apparaten (electrostatic sensitive devices - ESD). Om tijdens werkzaamheden schade aan de
kaarten te voorkomen, moet u een aardingspolsbandje dragen dat u aansluit op de Engage
omkasting of aan een andere aardeverbinding. Pak de kaarten alleen beet bij de boven- en
onderrand.
Zie Afbeelding 6-1. Besturingskaarten van spuitpistolen (2) moeten in het kaartenrek van
links naar rechts worden gemonteerd. Elke kaart stuurt twee spuitpistolen aan: het onderste
aansluitcontact is voor het oneven spuitpistoolnummer, het bovenste aansluitcontact voor het
even spuitpistoolnummer.
Verwijder een kaart door de spuitpistoolkabelconnectoren (3 en 4) los te maken, waarna u de
vergrendelingslip (5) omlaag trekt en de kaart uit het rek trekt.
Een nieuwe kaart installeert u door de kaart in de sleuven van het kaartenrek te schuiven en de
contactstrippen stevig in de contactsleuf in de moederkaart (6) te steken.
Druk de vergrendelingslip omhoog om de kaart in het kaartenrek vast te zetten.
Sluit de spuitpistoolkabels aan op de twee aansluitcontacten op de kaart.
Consoles worden geconfigureerd voor een aantal spuitpistolen dat het meervoud van vier
is (4, 8, 12, met een maximum van 16). Elke regelaarkaart van een spuitpistool stuurt twee
spuitpistolen aan.
Als de console een oneven aantal spuitpistolen heeft, is het mogelijk een ander spuitpistool toe
te voegen zonder dat een extra besturingskaart voor spuitpistolen hoeft te worden gemonteerd.
Als de apparatuur een even aantal spuitpistolen heeft maar minder dan 14, is het mogelijk
om extra pistolen toe te voegen door een nieuwe besturingskaart voor spuitpistolen in een
ongebruikte sleuf te installeren.
Zie Systeemupgrades in het hoofdstuk Installatie voor meer informatie over het toevoegen van
spuitpistolen aan een bestaand systeem.
In beide gevallen dient het configuratiescherm Pistolen en Consoles te worden geopend,
het aantal spuitpistolen te worden verhoogd en het systeem opnieuw te worden opgestart,
zodat de nieuwe spuitpistolen worden herkend.

OPMERKING:
Kaarten moeten in het kaartenrek van links naar rechts worden gemonteerd.
De spuitpistolen worden genummerd in volgorde van links naar rechts en van boven naar
beneden.
© 2023 Nordson Corporation

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave