Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Aansluitingen En Instellingen Voor Can-Netwerken; Kabeleindsluitingen - Nordson Encore Engage Gebruiksaanwijzing

Systeemregelaar
Inhoudsopgave

Advertenties

3-8 Installatie

Aansluitingen en instellingen voor CAN-netwerken

Hulpmoederkaart
CAN
(P5)
C
CAN 2
(P4)
CAN 1
Hoofdmoederkaart
PLC
CAN
CAN
T
C
Afbeelding 3-5 Aansluitingen van CAN-netwerkkabel

Kabeleindsluitingen

Systeemconfiguratie
32 automatische spuitpistolen
(omvat hoofd- en hulpkasten)
16 automatische spuitpistolen
(alleen hoofdkast)
P/N 6091419_04
Engage communiceert via een CAN-netwerk met de regelaars voor automatische spuitpistolen
en met pompbesturingskaarten. Zie Afbeelding 3-5 voor aansluitingen die worden getoond met
de hulpkast en 32 automatische spuitpistolen. Zorg dat elke kabelafscherming alleen aan één
uiteinde is aangesloten.

OPMERKING:
Afsluitweerstanden moeten worden geïnstalleerd voor een stofdichte
aansluiting
Veldaansluitingen
T
Kabeleindsluitingen
Flow
T
16
CAN
CAN
B
A
Flow
8
CAN
A
B
Kabeleindsluitingen worden bepaald door de systeemconfiguratie. Afbeelding 3-5 toont
kabeleindsluitingen voor een systeem met een hulpkast en 4 handbediende spuitpistolen.
Zie Tabel 3-3 voor kabeleindsluitingen op andere typen systeemconfiguraties.
OPMERKING:

Als geen aansluitingen zijn op P4 of P5, moet de kabeleindsluiting-jumper
worden geïnstalleerd op JP1 op de flowmodule in de hoofdregelaar.
Flow
Flow
Flow
Flow
15
14
13
12
Flow
Flow
Flow
Flow
7
6
5
4
Tabel 3-3
Locaties CAN-kabeleindsluiting
Locaties CAN-kabeleindsluiting
PLC
CAN A op hulpmoederkaart
(SW1-3 – zie Afbeelding 3-7)
PLC
Flowmodule 1 (zie JP1 – zie Afbeelding 3-6)
Flow
Flow
Flow
11
10
9
Flow
Flow
Flow
3
2
1
© 2023 Nordson Corporation
(P4)
CAN 1
(P5)
CAN 2

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave