Was sorteren
1
Kijk of er een waslabel op uw kleding zit.
• Dit vertelt u over de stof van uw kledingstuk en
hoe het moet worden gewassen.
• Symbolen op de waslabels.
Normale machinewas
Fijne was
Speciale fijne was
Handwas
Niet wassen
2
Wasgoed sorteren.
• Sorteer kleding in ladingen die met hetzelfde
wasprogramma kunnen worden gewassen voor
het beste resultaat.
• Verschillende stoffen moeten bij verschillende
temperaturen en centrifugesnelheden worden
gewassen.
• Scheid donkere kleuren altijd van lichte
kleuren en wit. Was apart als kleuren kunnen
doorlopen of als overdracht van kleurstof en
pluis kan plaatsvinden, waardoor witte en lichte
kledingstukken kunnen verkleuren. Was, indien
mogelijk, geen zwaar vervuild wasgoed samen
met licht vervuild wasgoed.
– Vervuiling (zwaar, normaal, llicht)
Scheid kleding volgens hoeveelheid
vervuiling.
– Kleur (wit, licht, donker)
Scheid witte stoffen van gekleurde stoffen.
– Pluis (pluis producerende, pluis aantrekkende
stoffen)
Was pluis producerende en pluis
aantrekkende stoffen afzonderlijk.
Wastemperatuur
3
Aandacht bij het vullen.
• Combineer grote en kleine stukken in één lading.
Laad eerst grote stukken.
• Grote stukken mogen niet meer dan de helft
van de totale wasbelading uitmaken. Probeer
niet losse items te wassen. Dit kan een
asymmetrische belading veroorzaken. Voeg een
of twee soortgelijke items toe.
• Controleer of alle zakken leeg zijn. Voorwerpen
zoals nagels, haarspeldjes, lucifers, pennen,
munten en sleutels kunnen zowel uw
wasmachine als uw kleding beschadigen.
• Sluit ritsen, haken en koorden om ervoor te
zorgen dat deze items niet blijven haken aan
andere kleren.
• Behandel vuil en vlekken voor door een kleine
hoeveelheid in water opgelost wasmiddel in
te borstelen, om te zorgen dat vlekken en vuil
gemakkelijker loslaten.
WAArSCHuWINg
• Controleer de binnenkant van de trommel en
verwijder alle items van een eerdere wasbeurt.
17