Download Print deze pagina

Lexmark X546 Handleiding pagina 2

Verberg thumbnails Zie ook voor X546:

Advertenties

5
Voer een unieke naam in voor de ontvanger en geef vervolgens het
e-mailadres op.
Opmerking: als u meerdere adressen invoert, dient u de
afzonderlijke adressen via een komma (,) van elkaar te scheiden.
6
Selecteer de scaninstellingen (Indeling, Inhoud, Kleur en Resolutie).
7
Voer een snelkoppelingsnummer in en klik vervolgens op Add
(Toevoegen).
Als u een nummer invoert dat al in gebruik is, wordt u gevraagd een
ander nummer te kiezen.
Een e-mail annuleren
Een e-mail kan worden geannuleerd als het document in de ADF is
geplaatst of op de glasplaat ligt. Om een e-mail te annuleren:
1
via het bedieningspaneel van de printer, druk op
Stoppen wordt weergegeven, en daarna wordt Annuleer
afdruktaak weergegeven.
2
Druk op
om de afdruktaak te annuleren.
Opmerking: Druk op
om verder te gaan met het scannen
van de e-mail als u wilt verdergaan met het verwerken van de
afdruktaak.
Annuleren wordt weergegeven.
De ADF wist alle pagina's uit de ADF en annuleert de taak. Wanneer de
taak is geannuleerd, wordt het kopieerscherm weergegeven.
Faxen
Een fax verzenden
Een fax verzenden via het bedieningspaneel van
de printer
1
Plaats een origineel document met de bedrukte zijde naar boven
en de korte zijde als eerste in de ADI of met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat.
Opmerking: Plaats geen briefkaarten, foto's, kleine voorwerpen,
transparanten, fotopapier of dun materiaal (zoals knipsels uit
tijdschriften) in de ADI. Plaats deze items op de glasplaat.
2
Als u een document in de automatische documentinvoer plaatst,
moet u de papiergeleiders aanpassen.
3
Druk op het bedieningspaneel van de printer op Fax (Faxen).
Naar: verschijnt op de eerste regel en de tijd en datum
verschijnen op de tweede regel.
4
Voer het faxnummer in en druk op
Opmerkingen:
Druk op Redial/Pause (Opnieuw kiezen/Pauze) als u een
pauze in het faxnummer wilt plaatsen. Deze pauze wordt als
komma weergegeven in de regel Fax aan: Gebruik deze
functie als u eerst een nummer moet kiezen om een
buitenlijn te krijgen.
Druk op
om de cursor naar links te verplaatsen en een
nummer weg te halen.
.
Om een faxsnelkoppeling te gebruiken, druk op
dan op de pijltjestoetsen totdat de gewenste
faxsnelkoppeling verschijnt. Druk vervolgens op
5
Druk op 1 om een andere faxnummer in te voeren of druk op 2 om
te stoppen met het invoeren van faxnummers.
6
Druk op
om een zwart-wit fax te verzenden of op
kleurenfax te verzenden.
Een fax verzenden via de computer
Met de faxoptie van het printerstuurprogramma kunt u een afdruktaak
naar de printer sturen, die de taak dan als een fax verzendt. De faxoptie
functioneert als een normaal faxapparaat, maar wordt beheerd met
het printerstuurprogramma in plaats van met het bedieningspaneel
van de printer.
1
Open het gewenste bestand en klik op File (Bestand) >Print
(Afdrukken).
2
Selecteer de printer en klik vervolgens op Eigenschappen,
Voorkeuren, Opties of Instellen.
3
Ga naar:
Tabblad Fax >Fax inschakelen
4
Voer in het veld Faxnummer(s) een of meer faxnummers van de
ontvanger in.
Opmerking: Faxnummers kunnen handmatig worden ingevoerd
of met de functie Telefoonboek.
5
Geef zo nodig een voorvoegsel op in het veld Kiesvoorvoegsel.
6
Selecteer in het juiste paperformaat en de juiste afdrukstand.
.
en druk
.
om een
2
7
Schakel het selectievakje Voorblad toevoegen aan fax in en voer
de juiste informatie in als u een voorblad wilt toevoegen aan de
fax.
8
Klik op OK.
Opmerkingen:
De faxoptie kan alleen worden gebruikt met het PostScript-
stuurprogramma of het universele faxstuurprogramma.
Raadpleeg de cd Software en documentatie voor meer
informatie over het installeren van deze stuurprogramma's.
U kunt de faxoptie alleen gebruiken als deze is geconfigureerd
en ingeschakeld in het PostScript-stuurprogramma onder het
tabblad Configuratie.
Als het selectievakje Altijd instellingen weergeven voor faxen is
ingeschakeld, verschijnt er een dialoogvenster waarin u de
informatie van de ontvanger moet controleren voor de fax
wordt verzonden. Als dit selectievakje niet is ingeschakeld,
wordt het document in de wachtrij automatisch verzonden als
fax wanneer u op het tabblad Faxen op OK klikt.
Snelkoppelingen maken
Een snelkoppeling voor een faxbestemming
maken met de Embedded Web Server
U kunt een permanente faxbestemming maken en er een
snelkoppelingsnummer aan toewijzen, zodat u niet elke keer als u een
fax wilt verzenden het gehele faxnummer van de ontvanger hoeft in te
voeren op het bedieningspaneel van de printer. U kunt een
snelkoppeling maken voor één faxnummer of een groep met
faxnummers.
1
Typ het IP-adres van de printer in het adresveld van uw
webbrowser.
Opmerking: Als u het IP-adres van de printer niet weet, drukt u
een pagina met netwerkinstellingen af en zoekt u het adres in
het TCP/IP-gedeelte.
2
Klik op Settings (Instellingen).
3
Klik op Manage Destinations (Bestemmingen beheren).
Opmerking: u wordt mogelijk om een wachtwoord gevraagd.
Vraag uw systeembeheerder om een gebruikers-ID en een
wachtwoord als u deze nog niet hebt.
4
Klik op Fax Shortcut Setup (Instellingen faxsnelkoppeling).
5
Typ een unieke naam voor de snelkoppeling en geef het faxnummer
op.

Advertenties

loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

X544X543