6.15 Overzicht gemeenschappelijke Device parameters
Enkele gemeenschappelijke parameters zullen hier beschreven worden. De specifieke
parameters van de verschillende Devices zullen in de handleidingen van de Devices
beschreven worden.
Parameter naam
Device name
Machine position/name
Device type
Device type version
Operation mode
Last calibration date
Paired device
Paired devices
ManagerIQEasy_UM_9752103042_NL_V3_3
Waarden
Beschrijving
Door de gebruiker in te geven naam van het
Device. Dit om het Device een voor alle
gebruikers herkenbare naam te geven.
Door de gebruiker vrij in te geven naam, waarmee
aangegeven kan worden waar de HMI zich in de
machine bevind.
CMM IQ Easy
Device type naam.
CM Tiny IQ
IQ Com Gen.
Conv.
Performax IQ
Easy
Performax IQ
Ex
Sensor IQ
Easy
ThunderIon2
Distance
Deze instelling geeft aan welke subversie van het
Device operationeel is. Zie de handleidingen van
Hybrid
de verschillende Devices voor meer informatie.
IQ
Speed
Fixed
Het Device functioneert in een voor gedefinieerde
mode. De gebruiker kan het door het Device
geleverde hoogspanning niet beïnvloeden.
AutoTune
Deze optie is momenteel niet beschikbaar.
Manual
Het Device functioneert in de handmatige mode.
De gebruiker kan hiermee zelf de door het Device
geleverde hoogspanning instellen.
CLFB
Close Loop Feedback mode, de staaf moet met
een sensor gepaired zijn om de afgegeven
hoogspanning te kunnen regelen.
Datum en tijdstempel waarin opgeslagen is
wanneer de laatste staaf kalibratie is uitgevoerd.
Koppel de sensor met de geselecteerde staaf.
Hiermee kan in de staaf de CLFB functionaliteit
gebruikt worden, waarmee de benodigde
hoogspanning aan de hand van de door de sensor
gemeten hoogspanning bepaald kan worden.
Koppel de sensor met de geselecteerde staven
(maximaal 4 stuks). Hiermee kan in de staven de
CLFB functionaliteit gebruikt worden, waarmee de
benodigde hoogspanning aan de hand van de
door de sensor gemeten hoogspanning bepaald
kan worden.
56