6.11.4 Tabblad "DataLog"
In het tabblad "DataLog" wordt volgens een vaste tijdsinterval de voor het Device belangrijke
meetwaarden opgeslagen. De laatste 10 registraties zijn in dit scherm terug te vinden. De
opgeslagen meetwaarden zijn ook in een logfile van het Device terug te vinden.
Druk op
(DataLog). Het volgende scherm zal weergeven worden.
Om de meetwaarden te loggen en op te slaan moet de parameter "Data logging" op "On" zijn
ingesteld.
De tijdsinterval tussen de meetwaarden kan ingesteld worden met de HMI parameter "Logfile
refresh time". Standaard staat deze interval op 1 minuut ingesteld.
Zie paragraaf 6.12 hoe de parameters gewijzigd kunnen worden.
ManagerIQEasy_UM_9752103042_NL_V3_3
41