Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Beschikbare talen

Beschikbare talen

Vaak gestelde vragen

33
1. Poortaandrijving kan niet worden ingeschakeld met draadloze
afstandsbediening:
• Is de aandrijving aangesloten op de stroomvoorziening? Wordt een
op het stopcontact aangesloten lamp niet ingeschakeld, controleer
dan de overbelastingsschakelaar (sommige stopcontacten worden
via een wandschakelaar ingeschakeld).
• Zijn alle poortblokkeringen uitgeschakeld? Zie veiligheidsrichtlijnen.
• Probeer het met een nieuwe batterij.
• Wanneer u twee of meer handzenders heeft waarvan er slechts een
functioneert, moet u de programmering van de ontvanger controleren.
• Bevindt er zich sneeuw / ijs onder de poort? Dan is dit de poort
mogelijks aan de grond gevroren. Event. hindernissen wegnemen.
• De poortveer kann defect zijn. Ze moet door een specialist worden
vervangen.
2. Zendbereik van de handzender is te gering:
• Is er een batterij ingezet? Nieuwe batterij inzetten.
• Draadloze afstandsbediening in het voertuig op een andere plaats
uitproberen.
• Het zendbereik verkleint bij metalen poorten, aluminium of metalen
bekledingen.
3. Poort keert zonder aanwijsbare reden terug:
• Wordt de poort ergens door gehinderd? Aan de manuele ontgrende-
ling trekken en de poort met de hand bedienen. Neem contact op met
de onderhoudsdienst, als de poort niet uitgebalanceerd is of vastzit.
• Werkvermogen en traject van de aandrijving opnieuw program-
meren.
• Sneeuw of ijs uit de sluitzone van de poort verwijderen.
• Keert de poort bij het bereiken van de positie 'esloten' om, dan moet
de eindschakelaar voor deze poortpositie worden ingesteld.
Na het voltooien van elke instelling moet de automatische
veiligheidsterugloop opnieuw worden getest:
• Het is niet ongewoon dat de eindposities af en toe opnieuw worden
ingesteld. In het bijzonder door het weer kan het traject van de poort
veranderen.
4. De garagepoort gaat vanzelf open en dicht:
• Alle handzenders wissen en dan opnieuw programmeren.
Zie „Meer handzenders programmeren".
• Klemt de afstandsbedieningstoets vast in de positie „AAN"?
• Enkel originele afstandsbedieningen gebruiken! Het gebruik van
vreemde producten veroorzaakt storingen.
• De knop van de afstandsbediening werd per ongeluk ingedrukt (tas).
• De kabel van de wandschakelaar is beschadigd (bij wijze van proef
verwijderen).
• De poortbeweging wordt geactiveerd door een op de aandrijving
aangesloten accessoire (bij wijze van proef verwijderen).
5. Poort sluit niet volledig:
• Traject van de aandrijving opnieuw programmeren. Controle van de
mechanische componenten op veranderingen (bijv. poortarmen en
beslagen.
Na elke nieuwe instelling van de poortpositie 'gesloten' moet
de automatische veiligheidsterugloop opnieuw worden getest.
6. De poort gaat wel open, maar sluit niet:
• Indien geïnstalleerd, moet de foto-elektrische beveiliging
gecontroleerd worden. Knippert de LED op de foto-elektrische
beveiliging, dan moet de inrichting gecorrigeerd worden.
• Werking van handzender en drukknop controleren.
7. Aandrijvingsverlichting gaat niet aan:
• Poort openen of sluiten. De verlichting blijft 2,5 minuten ingeschakeld.
• Aandrijving van het stroomnet koppelen en opnieuw aansluiten.
De verlichting wordt gedurende enkele seconden ingeschakeld
• Geen stroom.
8. Aandrijvingsverlichting wordt niet uitgeschakeld:
• Koppel de aandrijving kortstondig van de stroomvoorziening
enprobeer het opnieuw.
• De 2,5 minuten zijn nog niet voorbij.
9. De motor bromt of draait heel kort, maar werkt dan toch niet:
• Garagepoortveren zijn defect. Poort sluiten en aan de greep trekken
om de loopwagen van de aandrijving te koppelen (manuele
ontgrendeling). Poort met de hand openen en sluiten. Is de poort
uitgebalanceerd, wordt ze op elk punt van het traject alleen door
de veren in positie gehouden? Is dat niet het geval, neem dan
contact op met uw onderhoudsdienst.
• Doet dit probleem zich bij de eerste ingebruikneming voor, dan is
de poort mogelijks geblokkeerd. Poortblokkering uitschakelen.
• Aandrijving van de poort ontgrendelen en zonder poort proberen.
Werkvermogen en traject van de aandrijving evt. opnieuw
programmeren als poort in orde is.
10. De aandrijving loopt slechts in één richting:
• Poortveren mogelijks defect of poort loopt moeilijk in een bepaalde
richting.
• Werkvermogen en traject van de aandrijving opnieuw programmeren
als de poort in orde is.
11. De ketting klappert tegen de rail:
• Kettingspanning veranderen. Meestal moet de oorzaak bij een
te sterk gespannen ketting worden onderzocht. De veren van de
spaninrichting van de rail mogen niet volledig samengedrukt
worden.
• De poort loopt niet gelijkmatig en verplaatst de aandrijving in
trilbewegingen. Poortbeweging verbeteren.
12. Poortaandrijving start niet wegens stroompanne:
• Aan de greep trekken om de loopwagen van de aandrijving te
koppelen (manuele ontgrendeling). De poort kan nu met de hand
worden geopend en gesloten. Wordt de poortaandrijving opnieuw
geactiveerd, dan wordt de loopwagen opnieuw verbonden.
• Voor zover geïnstalleerd, wordt de loopwagen bij een stroompanne
met behulp van een externe noodontgrendeling van buiten de
garage van de aandrijving gekoppeld.
13. Poort keert om, nadat de kracht werd geprogrammeerd:
• Kijk of de rail buigt. De aandrijving heeft veel kracht nodig om de
poort te bewegen. Poort herstellen of correct monteren.
• Poort is zeer zwaar of in slechte staat. Raadpleeg een specialist.
14. De rail op de aandrijving buigt:
• Poort is zwaar, zeer zwaar, loopt moeilijk of is in slechte staat.
Raadpleeg een specialist.
• Als de rail tijdens de beweging slingert, wijst dat op een niet
gelijkmatig werkende poort met steeds veranderende krachtbehoefte.
Raadpleeg een specialist en smeer evt. de poort. Een bijkomende
ophanging aan de rail kan het probleem verhelpen.
15. De aandrijving „werkt" (motor draait hoorbaar) maar de
loopwagen beweegt niet:
• De loopwagen is van de aandrijving gekoppeld.
• Bij een nieuwe installatie: Bij de montage van motor en rail is de
voorgemonteerde adapterhuls tussen de motoras en de rail niet
gemonteerd. Deze is in de fabriek voorgemonteerd, maar kan
verwijderd worden. Als u achter de aandrijving staat, kunt u zien
of het tandwiel in de rail draait, of enkel de motor.
• Bij een nieuwe installatie: De ketting is van het tandwiel in de rail
gesprongen. Als u achter de aandrijving staat, hebt u zicht op het
tandwiel.
• Na langdurig gebruik: Is de ontgrendeling defect of permanent los?
• Na langdurig gebruik: Het omhulsel tussen rail en motor of de
motortransmissie is defect.
10

Advertenties

Hoofdstukken

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gpd70Gpd80

Inhoudsopgave