Het apparaat leren kennen
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende kookplaten.
Op pagina 2 vindt u een typenoverzicht met informatie over
afmetingen.
Het bedieningspaneel
Indicaties
Kookstanden
‚
-
Š
Restwarmte
/
•
œ
Timer
‰‰
max, med, low, min Braadstanden braadsensor
Bedieningsvlakken
Hoofdschakelaar
#
Kinderslot
–
Warmhoudfunctie
–
De kookzones
Kookzone
Kookzone met één ring
$
Kookzone met twee ringen
ð
Braadzone
î
Bijschakelen van de kookzone: de betreffende indicatie is verlicht.
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmte-
indicatie met twee standen.
Verschijnt er een
op het display, dan is de kookzone nog
•
heet. U kunt bijv. een klein gerecht warmhouden of couverture
smelten. Koelt de kookzone verder af, dan verandert de
indicatie in
. De indicatie verdwijnt wanneer de kookzone
œ
voldoende afgekoeld is.
48
Bij- en uitschakelen
Kookzone kiezen, het symbool
Kookzone kiezen, het symbool
Bedieningsvlakken
Bijschakeling van kook- of braadzones
ó
Timer
3
Braadsensor
Ä
Aanwijzingen
Wanneer u een symbool aanraakt, wordt de betreffende
■
functie geactiveerd.
Houd de bedieningsvlakken altijd droog. Vocht heeft een
■
nadelige invloed op de werking.
Zorg ervoor dat er geen pannen in de buurt van indicaties en
■
sensoren komen. De elektronica kan oververhit raken.
ó
aanraken.
aanraken.
ó