5.4
Montage
Inbouwmontagedoos
De apparaten met geïntegreerde busaankoppelaar zijn voorbereid voor inbouw in speciale
inbouwmontagedozen in combinatie met bijbehorende draagring en bijbehorend afdekraam. De
apparaatsokkel is reeds op de draagring geplaatst (magnetische houder). Voor de montage
moet het apparaat van de draagring worden getrokken.
Het apparaat wordt in een inbouwmontagedoos 6226 U gemonteerd. Daarmee kan een inbouw-
en hollewandmontage plaatsvinden.
X
Afb. 5:
Montagehoogte
Opmerking
Voor de inbouw in de inbouwmontagedoos zie ook de montagehandleiding op
de sjabloon.
Abb. 6:
Inbouw inbouwmontagedoos volgens sjabloon
Opmerking
U dient er rekening mee te houden dat de aansluitkabels voor de voeding, de
free@home-bus en de temperatuurvoeler voor externe RTR (optioneel) ieder
door een vooraf doorgestoken kabeldoorvoer aan de linkerzijde moeten worden
gevoerd. Optioneel kan ook een kabelbuis (Ø 20 mm) worden gebruikt.
Technisch Handboek 2273-1-9085 / 2CKA002273B9085
Aansluiting en inbouw
Die montagehoogte X bedraagt ca.
1,5 m.
│15