Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Producthandboek │ 27.07.2023
Busch-RoomTouch
®
®
Busch-RoomTouch
5, inbouw
RT/U30.0.11-xxx
Branding -- Release 2018-01-01

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Busch-Jaeger Busch-RoomTouch 5

  • Pagina 1 Producthandboek │ 27.07.2023 Busch-RoomTouch ® ® Busch-RoomTouch 5, inbouw RT/U30.0.11-xxx Branding -- Release 2018-01-01...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Inhoudsopgave Opmerkingen over de handleiding ......................11     Veiligheid ..............................12     Gebruikte aanwijzing en symbolen ....................12     Cybersecurity ........................... 13     2.2.1   6 regels voor goede wachtwoorden .................... 14   2.2.2   Anti-malware-software ........................
  • Pagina 3 Inhoudsopgave ® 9.1.3   Busch-RoomTouch 5, inbouw in ETS integreren ..............41   9.1.4   Meer KNX-instellingen in het apparaat ..................41   Overzicht ingebruiknametool DCA ....................42     9.2.1   DCA starten ..........................42   Schermdelen van de DCA-tool ......................43  ...
  • Pagina 4 Inhoudsopgave 10.2 Bedieningselementen ........................98     10.2.1   Basisstructuren bedieningselementen ..................99   10.2.2   Meer basisprincipes ........................102   10.2.3   Variabele bedieningselementen ....................103   10.2.4   Toegang tot pagina's .........................122   10.3 Bedieningsacties van verdere toepassingen ................. 123  ...
  • Pagina 5 Inhoudsopgave 13.4.7   Schuifregelaar zendt .........................157   13.4.8   Helderheidsverandering [%] ......................157   13.4.9   Vrijgave communicatieobject "blokkeren" 1-bit ................157   13.5 Bedieningselement ‘RGBW bediening’ ..................158     13.5.1   Naam bedieningselement ......................158   13.5.2   Waarde in bedieningselement weergeven .................158  ...
  • Pagina 6 Inhoudsopgave 13.10.9   Soort weergave-element – Lineaire meetindicatie – Objecttype ..........185   13.10.10   Soort indicatie-element – Ronde meetindicatie – Objecttype ............187   13.10.11   Soort indicatie-element – Windroos ...................187   13.10.12   Soort weergave-element – Windkracht – Eenheid ..............188  ...
  • Pagina 7 Inhoudsopgave 13.12.13   Horizontaal zwenken gebruiken ....................199   13.12.14   Verticaal zwenken gebruiken .....................199   13.12.15   Extra modus gebruiken: stille modus ..................200   13.12.16   Extra modus gebruiken: boost ....................200   13.12.17   Extra modus gebruiken: gedwongen werking ................200  ...
  • Pagina 8 Inhoudsopgave 13.18.1   Tijdprogramma's gebruiken .......................229   13.18.2   Pagina beveiligd met pincode ....................229   13.18.3   Tijdprogramma's bij downloaden overschrijven .................229   13.19 Toepassing ‘logische functies’ ....................... 230     13.19.1   Kanaal x — toepassing ......................230   13.20 Toepassing ‘interne RTR’...
  • Pagina 9 Inhoudsopgave 13.20.39   Temperatuurdetectie — stelgrootte bij storing (0 - 255) ............259   13.20.40   Alarmfuncties — temperatuur vorstalarm HVAC- en RHCC-status (°C) ........259   13.20.41   Alarmfuncties — temperatuur hittealarm RHCC-status (°C) ............259   13.20.42   Regeling extra stand verwarmen — temperatuurverschil t.o.v. basisstand (x 0,1°C) ....259  ...
  • Pagina 10 Inhoudsopgave 13.20.88   Zomercompensatie — zomercompensatie ................275   13.20.89   Zomercompensatie — (laagste) begintemperatuur voor zomercompensatie (°C) .....276   13.20.90   Zomercompensatie — offset ingestelde temperatuur bij begin zomercompensatie (x 0,1°C) ..276   13.20.91   Zomercompensatie — (hoogste) eindtemperatuur voor zomercompensatie (°C) ......276  ...
  • Pagina 11: Opmerkingen Over De Handleiding

    Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van het handboek aanvaardt Busch- Jaeger geen aansprakelijkheid. Als u meer informatie nodig heeft of vragen heeft over het apparaat, wendt u zich tot Busch- Jaeger of bezoekt ons op internet: www.BUSCH-JAEGER.de   Producthandboek 2CKA002273B5018 │11...
  • Pagina 12: Veiligheid

    Toch bestaan er restrisico's. Om gevaren te vermijden, dient u de veiligheidsinstructies te lezen en op te volgen. Voor schade die ontstaat door het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies aanvaardt Busch-Jaeger geen aansprakelijkheid. Gebruikte aanwijzing en symbolen De volgende aanwijzingen wijzen op bijzondere gevaren in de omgang met het apparaat of...
  • Pagina 13: Cybersecurity

    De branche wordt in toenemende mate geconfronteerd met de veiligheidsrisico's van het internet. Om de stabiliteit, veiligheid en robuustheid van onze oplossingen te verhogen, heeft Busch-Jaeger in het kader van het productontwikkelingsproces officieel robuustheidstests voor internetveiligheid ingevoerd. De volgende maatregelen zijn een eerste vereiste voor de veilige werking van uw systeem.
  • Pagina 14: Regels Voor Goede Wachtwoorden

    Het product is niet kwetsbaar voor malware, aangezien er geen aangepaste code op het systeem kan worden uitgevoerd. De enige mogelijkheid om de software te updaten is door de firmware te updaten. Alleen firmware ondertekend door Busch-Jaeger wordt geaccepteerd. Wachtwoordregels Het standaardwachtwoord is 345678.
  • Pagina 15 Veiligheid Busch-Jaeger adviseert de volgende applicaties als bescherming tegen en verwijdering van malware: McAfee https://www.mcafee.com Microsoft Security Essentials https://de.wikipedia.org/wiki/Microsoft_Security_Essentials Avira https://www.avira.com Clamscan for Win/Mac/OS2/Linux systems https://de.wikipedia.org/wiki/ClamAV Calmwin https://de.wikipedia.org/wiki/ClamAV MetaDefender (used by EPPC) https://www.opswat.com/products/metadefender AVG Anti-Virus https://www.avg.com   Producthandboek 2CKA002273B5018 │15...
  • Pagina 16: Beoogd Gebruik

    Ieder gebruik dat niet wordt genoemd in Hoofdstuk 2.3 “Beoogd gebruik“ op pagina 16 geldt als niet beoogd en kan leiden tot letsel en materiële schade. Busch-Jaeger is niet aansprakelijk voor schade die door niet beoogd gebruik van het apparaat ontstaat. Het risico draagt uitsluitend de gebruiker / exploitant.
  • Pagina 17: Doelgroep / Personeelskwalificatie

    Veiligheid Doelgroep / personeelskwalificatie De installatie, inbedrijfname en het onderhoud van het apparaat mogen uitsluitend worden uitgevoerd door erkende elektrotechnische installateurs. De elektrotechnische installateur moet dit handboek gelezen en begrepen hebben en de instructies opvolgen. De elektrotechnische installateur moet zich houden aan de in zijn land geldende nationale voorschriften over installatie, functiecontrole, reparatie en het onderhoud van elektrische producten.
  • Pagina 18: Opmerkingen Over Milieubescherming

    Opmerkingen over milieubescherming Opmerkingen over milieubescherming Milieu Denk aan de bescherming van het milieu! Oude elektrische en elektronische apparaten mogen niet bij het huishoudelijke afval worden gegooid. – Het apparaat bevat waardevolle grondstoffen die kunnen worden hergebruikt. Geef het apparaat daarom af bij een verzamelpunt voor afgedankte apparatuur.
  • Pagina 19: Productbeschrijving

    Productbeschrijving Productbeschrijving Afb. 1: Productoverzicht De Busch-RoomTouch ® 5, inbouw is een multifunctionele ruimtebedieningseenheid voor de visualisatie en bediening van een groot aantal gebouwfuncties in het KNX-systeem. Verdere functies: 20 storings- en alarmmeldingen, 10 logische functies, 10 schakelklokken met elk 6 schakeltijden, 4 scèneactoren, 1 ruimtetemperatuurregelaar. Het apparaat heeft een capacitieve 5"-touchdisplay met een resolutie van (RGB) 720 x 1280 pixels.
  • Pagina 20 Productbeschrijving Verdere functies: Statusindicatie, weergave van datum en tijd, en weergave van binnen- en buitentemperatuur. De volgende sensoren zijn beschikbaar: – Ingebouwde temperatuursensor – Benaderingssensor – Helderheidssensor Bovendien beschikt het apparaat over een binaire ingang en een externe temperatuursensor- ingang. Het KNX-touchdisplay wordt met de DCA-inbedrijfnametool geconfigureerd.
  • Pagina 21: Levering

    Productbeschrijving Levering Het KNX-touchdisplay is bij levering inbegrepen. De verbinding met de Busch-Installationsbus ® KNX wordt gerealiseerd met de meegeleverde busaansluitklem. De speciale Inbouwmontagedoos BOX/U5.11 is niet bij levering inbegrepen. Ook de voor de externe voeding benodigde netvoeding (bijv. 6358-101 is niet bij de levering inbegrepen.
  • Pagina 22: Functieoverzicht Knx

    Productbeschrijving Functieoverzicht KNX De volgende tabel geeft een overzicht van de mogelijke functies en toepassingen van het apparaat: KNX-standaardfuncties Toepassingen Schakelaar Storings- en alarmmeldingen ■ ■ Wipschakelaar Scèneactor ■ ■ Dimmer (4-bit en 8-bit) Tijdprogramma's ■ ■ Schuifregelaar, functie (dimmer, waarde) Logische functies ■...
  • Pagina 23: Apparaatoverzicht

    Productbeschrijving Apparaatoverzicht ® Afb. 2: Overzicht voorzijde van apparaat Busch-RoomTouch 5, inbouw [1] Touchscreen [2] Infrarood-benaderingssensor en helderheidssensor   Producthandboek 2CKA002273B5018 │23...
  • Pagina 24 Productbeschrijving ® Afb. 3: Apparaatoverzicht achterzijde Busch-RoomTouch 5, inbouw [1] KNX-aansluiting [2] Hulpspanningsaansluiting (24 V DC) [3] Aansluiting voor temperatuursensor [4] Aansluiting voor binaire ingangen, potentiaalvrij [5] Luidspreker [6] Temperatuursensor [7] Poort voor microSD-kaart [8] Upgrade-toets (alleen voor standaardgebruik) [9] USB-aansluiting voor firmware-upgrade (alleen voor standaardgebruik)  ...
  • Pagina 25: Technische Gegevens

    Technische gegevens Technische gegevens Aanduiding Waarde Nominale spanning 24 V DC Nominale stroom 250 mA Hulpspanning 20 V … 32 V DC KNX-busspanning 21 V … 32 V DC Energieverbruik (opgenomen vermogen) – Maximaal: < 6 W – Stand-by: < 3 W Aderdoorsnede Pin1 en Pin2 0,6 mm...
  • Pagina 26: Aansluitschema En Maatschetsen

    Aansluitschema en maatschetsen Aansluitschema en maatschetsen Maatschetsen Afb. 4: Afmetingen Alle afmetingen in millimeter. ■ De opbouwhoogte van het apparaat bedraagt 11 mm. ■ De inbouwdiepte bedraagt 29 mm. ■ Aanwijzing De afmetingen van de bijbehorende Inbouwmontagedoos (niet bij levering inbegrepen) bedragen: Inbouwmaat inbouw (h x b x d): 124 x 58 x 50.
  • Pagina 27: Aansluitschema's

    Aansluitschema en maatschetsen Aansluitschema's 24 V DC KNX-Bus ® Afb. 5: Aansluiting Busch-RoomTouch 5, inbouw   Producthandboek 2CKA002273B5018 │27...
  • Pagina 28: Aansluiting, Inbouw / Montage

    Aansluiting, inbouw / montage Aansluiting, inbouw / montage Planningsaanwijzingen Veiligheidsinstructies Gevaar – Elektrische schok door kortsluiting! Levensgevaar door elektrische spanning van 100 … 240 V bij kortsluiting op de laagspanningsleiding. – Laagspannings- en "100 … 240 V"-kabels mogen niet samen in een inbouwdoos worden gelegd! –...
  • Pagina 29: Voorbereidende Stappen

    Aansluiting, inbouw / montage Voorbereidende stappen Het apparaat is geschikt voor inbouwmontage op de Inbouwmontagedoos BOX/U5.11 . De bijbehorende Inbouwmontagedoos BOX/U5.11 (niet bij levering inbegrepen!) kan in holle wanden worden geplaatst. De Inbouwmontagedoos kan ook in massieve wanden worden gebruikt. Hiervoor moet de doos echter eerst in het pleister worden gezet. Opmerking Nadere informatie vindt u in de meegeleverde inbouwhandleidingen voor de bijbehorende inbouw-montagedoos.
  • Pagina 30: Montageplaatsen

    Aansluiting, inbouw / montage 7.4.1 Montageplaatsen Afb. 6: Montageplaatsen   Producthandboek 2CKA002273B5018 │30...
  • Pagina 31: Montagehoogte

    Aansluiting, inbouw / montage 7.4.1.1 Montagehoogte Afb. 7: Montagehoogte Aanwijzing De montagehoogte bedraagt 1,50 m, zowel voor de verticale als de horizontale montage. 7.4.1.2 Montage oriëntatie Afb. 8: Inbouwmontagedoos Oriëntatie/markering [A] Verticale oriëntatie [B] Horizontale oriëntatie   Producthandboek 2CKA002273B5018 │31...
  • Pagina 32: Montage/Inbouw In Inbouwmontagedoos

    Aansluiting, inbouw / montage 7.4.2 Montage/inbouw in Inbouwmontagedoos 7.4.3 Montage in inbouw-montagedoos in holle wand Aanwijzing Meegeleverde inbouw- en boorsjablonen in acht nemen. Afbeelding van montage met verticale oriëntatie is slechts een voorbeeld. Afb. 9: Afmeting bij montage in holle wand 1.
  • Pagina 33 Aansluiting, inbouw / montage Afb. 12: Kabel invoeren 4. Kabel door de juiste doorvoer in de doos voeren en de doos monteren. Afb. 13: Hollewanddoos bevestigen 5. Hollewanddoos in de wand bevestigen. Erop letten dat de doos vlak en correct uitgelijnd is. ®...
  • Pagina 34: Montage In Inbouw-Montagedoos In Massieve Wand

    Aansluiting, inbouw / montage 7.4.4 Montage in inbouw-montagedoos in massieve wand Aanwijzing Zie meegeleverde pleister- en boorsjabloon. Afbeelding van montage met verticale oriëntatie is slechts een voorbeeld. Afb. 15: Afmeting bij montage in massieve wand 1. Opening in de wand maken met geschikt gereedschap zoals [A] dozenboor of [B] beitel. Inbouwmontagedoos voorbereiden op montage.
  • Pagina 35 Aansluiting, inbouw / montage Afb. 17: Inbouwmontagedoos plaatsen 3. Kabel door de juiste doorvoer in de doos voeren en de doos monteren. Erop letten dat de doos vlak en correct uitgelijnd is. Afb. 18: Dozen inpleisteren 4. Dozen inpleisteren, daarbij erop letten dat de doos vlak en correct uitgelijnd is. Afb.
  • Pagina 36 Aansluiting, inbouw / montage Afb. 20: Afdekraam monteren 6. Afdekraam monteren, daarbij op de correcte oriëntatie letten Afb. 21: Busch-RoomTouch ® 5, inbouw plaatsen 7. Busch-RoomTouch ® 5, inbouw aansluiten en in de hollewanddoos plaatsen. Verder met aansluiting en inbouw Hoofdstuk 7.4.5 “Aansluiting en inbouw“ op pagina 37.  ...
  • Pagina 37: Aansluiting En Inbouw

    Aansluiting, inbouw / montage 7.4.5 Aansluiting en inbouw 1. Het apparaat aan de hand van de afbeelding aansluiten (zie hoofdstuk “Aansluitschema's“ op pagina 27). 24 V DC KNX-Bus Afb. 22: Aansluiting op stroomnet / KNX-bus Het apparaat is nu gemonteerd. Doorgaan met Hoofdstuk 8 “Eerste inbedrijfname“...
  • Pagina 38: Demontage

    Aansluiting, inbouw / montage Demontage De Busch-RoomTouch ® 5, inbouw wordt met de Demontagegereedschap TZW/U.0.11.CK in de volgende stappen gedemonteerd: Afb. 23: Demontagegereedschap 1. Demontagegereedschap erin schuiven Afb. 24: Busch-RoomTouch ® 5, inbouw verwijderen ® 2. Busch-RoomTouch 5, inbouw van de inbouwdoos verwijderen 3.
  • Pagina 39: Eerste Inbedrijfname

    Eerste inbedrijfname Eerste inbedrijfname Na montage en installatie moet de eerste inbedrijfname worden uitgevoerd. Hiervoor moet de actuele firmware worden geïnstalleerd, zie hoofdstuk 11.1 “Firmware-update “ op pagina 135. Aanwijzing – Bij de gegevensoverdracht naar het apparaat via een microSD-kaart moeten beide voedingen ingeschakeld zijn! –...
  • Pagina 40: Inbedrijfname Met Dca (Vanaf Ets5)

    Professional Software geïnstalleerd zijn. Vereist is minimaal versie ETS5. Aanwijzing De app voor ETS5 kan via de elektronische catalogus worden gedownload ■ (www.busch-jaeger-catalogus.nl). De app voor ETS5 kan ook direct op de homepage van de KNX-organisatie ■ worden gedownload (https://knx.org).
  • Pagina 41: Installatieprocedure

    Installatieprocedure Die ETS5-app (etsapp-bestand, BJE Touch DCA) voor de Busch-RoomTouch ® 5, inbouw wordt nu via ETS geïnstalleerd. De app kan ofwel via www.busch-jaeger-catalogus.nl of via de My KNX-toegang worden gedownload. Afb. 25: Installatie app Aanwijzing De afgebeelde apps, de aanduiding en de versies zijn slechts voorbeelden en dienen ter verduidelijking.
  • Pagina 42: Overzicht Ingebruiknametool Dca

    ® 5, inbouw voor de ® gebouwautomatisering van Busch-Jaeger kunt configureren. Iedere Busch-RoomTouch inbouw kan individueel ingericht worden. DCA leidt u bij de projectering door de configuratie. Belangrijke taken bij de projectering met DCA zijn: Vastleggen van fundamentele instellingen zoals de weergavetaal voor de Busch- ■...
  • Pagina 43: Schermdelen Van De Dca-Tool

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Schermdelen van de DCA-tool Bij de projectering met DCA werkt u in meerdere delen. In dit deel van de handleiding wordt toegelicht welk doel de schermdelen dienen en hoe ze moeten worden gehanteerd. Afb. 26: DCA-schermdelen  ...
  • Pagina 44 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Pos. Schermdeel Functie Snelle toegang tot verschillende DCA- DCA-werkbalk gereedschappen, bijvoorbeeld "importeren" of "exporteren" Vanuit dit deel kunnen gewenste "bedieningselementen" naar de bedieningspagina's in het werkdeel worden gesleept. Deel "Bedieningselementen" Alleen de beschikbare bedieningselementen worden weergegeven Stelt afhankelijk van het gekozen bedieningselement in het werkdeel bepaalde invoer- en...
  • Pagina 45: Toelichting Op De Basisstructuur (Begrippen)

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Toelichting op de basisstructuur (begrippen) Het paneel bestaat uit: een menupagina ■ extra pagina's ■ Afb. 27: Busch-RoomTouch ® 5, inbouw met bedieningselementen De menupagina wordt weergegeven wanneer het apparaat wordt gestart en bevat links naar toepassingen zoals fout- en alarmmeldingen en systeeminstellingen.
  • Pagina 46: Verloop Van De Inbedrijfname

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Verloop van de inbedrijfname Om zo effectief mogelijk te werken met de inbedrijfnametool DCA, wordt de volgende werkprocedure (standaard-workflow) aanbevolen: 1. ETS-software starten (zie hoofdstuk 9.2.1 “DCA starten“ op pagina 42). 2. Nieuw project maken of bestaand project openen. 3.
  • Pagina 47: Basisinstellingen (Systeeminstellingen) Van Het Touchdisplay

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) 9.6.1 Basisinstellingen (systeeminstellingen) van het touchdisplay Algemeen Het touchdisplay is gemonteerd ■ Opties: Horizontaal Verticaal Deze parameter bepaalt de oriëntatie van het touchdisplay op de wand. Aanwijzing De oriëntatie bepaalt het type weergave en het aantal bedieningselementen dat op een bedieningspagina wordt weergegeven.
  • Pagina 48: Tijdformaat

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Akoestisch signaal bij toets indrukken ■ Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt vastgelegd of bij het indrukken van een toets een akoestisch signaal door het apparaat wordt gegeven. Volume akoestisch signaal voorinstelling [%] ■ Opties: Instelmogelijkheid 10 …...
  • Pagina 49 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Datumformaat ■ Opties: DD-MM-JJ MM/DD/JJ DD-MM-JJ JJ-MM-DD JJ.MM.DD Met de parameter wordt het datumformaat vastgelegd. Selectie: 1. Op de pijl klikken. – Er verschijnt een lijst met beschikbare datumformaten. 2. Datumformaat kiezen. DD: dag, MM: maand, JJ jaar. Voorbeeld: 01-12-17 (DD-MM-JJ) Tijd en datum verzenden/ontvangen ■...
  • Pagina 50 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Tijd en datum verzenden ■ Opties: Iedere minuut Ieder uur Om de 12 uur Om 00:00 Om 00:02 Bij wintertijdomschakeling Om 00:00 + wintertijdomschakeling Om 00:02 + wintertijdomschakeling Met de parameter wordt vastgelegd in welk tijdsinterval het apparaat datum en tijd verzendt. Aanwijzing De parameter is alleen beschikbaar als de parameter "Tijd en datum verzenden/ontvangen"...
  • Pagina 51 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Lat. [dd.dd][+ = noord, − = zuid] ■ Opties: Instelmogelijkheid van +90.00 … −90.00 Met de parameter wordt de geografische breedtegraad (latitude) voor de apparaatlocatie ingesteld (90° noord tot 90° zuid). Deze instelling is belangrijk voor de astrofunctie. De waarde wordt ingevoerd in decimale graden.
  • Pagina 52 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Weergave Kleurenthema ■ Opties: Donker Licht Deze parameter bepaalt of er een licht of donker kleurenschema voor het paneel wordt gebruikt. Automatische terugkeer naar startscherm activeren ■ Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt vastgelegd of het paneel automatisch naar de hoofdbedieningspagina (homepage) terugkeert.
  • Pagina 53 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Het display uitschakelen [min.] ■ Opties: Met de parameter wordt vastgelegd of en wanneer het display na de laatste bediening wordt uitgeschakeld. Na hernieuwde bediening van het touchscreen wordt het display weer ingeschakeld. Selectie: 1. Op de pijl klikken. –...
  • Pagina 54 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Na [min] duisternis uitschakelen ■ Opties: Deze parameter bepaalt na welke tijd het paneel in het donker automatisch inactief wordt. Selectie: 1. Op de pijl klikken. – Er verschijnt een lijst met beschikbare tijdsintervallen (in minuten). 2.
  • Pagina 55 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Het kleurenthema wordt in het donker naar de donkere modus geschakeld ■ Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Deze parameter bepaalt of het systeem in het donker naar het donkere kleurenschema overschakelt. Aanwijzing De parameter is alleen beschikbaar als de parameter "Kleurenthema" is ingesteld op "Licht".
  • Pagina 56 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Benaderingssensor Benadering gebruiken voor het inschakelen van het display ■ Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Deze parameter bepaalt of het paneel automatisch wordt geactiveerd door de benaderingssensor. Gevoeligheid van de benaderingsfunctie (1 = dichtbij… 3 = max. verwijdering) ■...
  • Pagina 57 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Uitschakelwaarde ■ Opties: Met de parameter wordt de uitschakelwaarde in- of uitgeschakeld. Aanwijzing De parameter is alleen beschikbaar als de parameter "1-bit-uitgangsobject van benaderingsfunctie gebruiken" is geactiveerd. Communicatieobject "Benadering deactiveren" 1-bit activeren ■ Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt vastgelegd of het communicatieobject "Benadering activeren"...
  • Pagina 58 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Haptische feedback Gevoeligheid van haptische feedbacks ■ Opties: Inactief Zacht Gemiddeld Hard Met deze parameter wordt de gevoeligheid van de haptische feedback ingesteld.   Producthandboek 2CKA002273B5018 │58...
  • Pagina 59: Screensavermodus

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Screensaver Screensaver tonen [min.] ■ Opties: Geen screensaver Met de parameter wordt vastgelegd of en wanneer de screensaver na de laatste bediening wordt getoond. Na hernieuwde bediening van het touchscreen wordt de screensaver weer uitgeschakeld. Selectie: 1.
  • Pagina 60 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Kloktype ■ Opties: Analoog Digitaal Met de parameter wordt de visualisering van de klok vastgelegd. Aanwijzing De parameter is alleen beschikbaar als de parameter "Screensavermodus" op "Tijdelement" ingesteld is. Seconden weergeven ■ Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter worden bij analoge visualisering een secondewijzer en bij digitale visualisering de seconden weergegeven.
  • Pagina 61 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Afbeeldingenmap: foto Beeldovergangseffect ■ Opties: Vanaf rechts verschuiven Verbergen Met de parameter wordt het beeldovergangseffect voor de afbeeldingen vastgelegd. Aanwijzing De parameter is alleen beschikbaar als de parameter "Screensavermodus" op "Afbeeldingenweergave" ingesteld is. Beeldweergave-interval ■ Opties: Instelmogelijkheid van 5 …...
  • Pagina 62 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Buitentemperatuur weergeven ■ Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt in de screensavermodus de buitentemperatuur weergegeven. Verbind daarvoor het bijbehorende communicatieobject met een groepsadres. Aanwijzing De parameter is alleen beschikbaar als de parameter "Screensavermodus" op "Weersgegevens" ingesteld is. Regen weergeven ■...
  • Pagina 63 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Startpagina met informatie Startpagina met informatie gebruiken ■ Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt de weergave van informatie op de menupagina geactiveerd. Aanwijzing Deze pagina wordt slechts één keer weergegeven. – Na deactivering van de screensaver –...
  • Pagina 64 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Regel 3 gebruiken ■ Opties: Statische tekst 14-byte-tekst Met de parameter wordt informatie op de menupagina weergegeven. Aanwijzing De parameter is alleen beschikbaar als de parameter "Startpagina met informatie gebruiken" is geactiveerd. Regel 4 gebruiken ■...
  • Pagina 65 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Statische tekstregel 1 ■ Opties: <Tekst regel 1> Met de parameter wordt de tekst gedefinieerd die op de menupagina wordt weergegeven. Aanwijzing De parameter is alleen beschikbaar als de parameter "Regel 1 gebruiken" is ingesteld op "Statische tekst". Statische tekstregel 2 ■...
  • Pagina 66 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Primaire functie Primaire functie gebruiken ■ Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt de primaire functie geactiveerd. Aanwijzing Dat is de eerste functie van het apparaat die wordt uitgevoerd als de gebruiker het display met ten minste 3 vingers tegelijkertijd aanraakt, zie hoofdstuk 10.3 “Bedieningsacties van verdere toepassingen “...
  • Pagina 67 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Waarde 1 ■ Opties: Met de parameter wordt de waarde 1 ingeschakeld. Aanwijzing – De parameter is alleen beschikbaar als de parameter "Objecttype" is ingesteld op "1-bit". – De parameter is alleen beschikbaar als de parameter "Reactie op indrukken"...
  • Pagina 68 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Waarde 1 ■ Opties: Instelmogelijkheid 0 … 255 Met de parameter wordt de byte-waarde voor de waarde 1 geselecteerd. Aanwijzing – De parameter is alleen beschikbaar als de parameter "Objecttype" op "1-byte-waarde [0..255" is ingesteld. –...
  • Pagina 69 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Waarde 1 ■ Opties: Auto Comfort Stand-by Vorst-/hittebeveiliging Met de parameter wordt de RTC-bedrijfsmodus voor de waarde 1 geselecteerd. Aanwijzing – De parameter is alleen beschikbaar als de parameter "Objecttype" op "RTR bedrijfsmodus [1-byte]" is ingesteld. –...
  • Pagina 70 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Temperatuur Aanwijzing De temperatuurparameters hebben betrekking op de temperatuurindicatie op de bovenste balk van het display. Temperatuureenheid ■ Opties: °C °F Met de parameter wordt de temperatuur in de eenheid °C (Celsius) of °F (Fahrenheit) weergegeven.
  • Pagina 71 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Ruimte-/buitentemperatuurwisselinterval [sec.] ■ Opties: Instelmogelijkheid van 3 … 10 sec. Ruimte- en buitentemperatuur delen samen een indicatieplaats op de bovenste balk van het display. Met de parameter wordt vastgelegd na welke tijd de temperatuurindicatie wisselt. Invoer: 1.
  • Pagina 72 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Interne sensortemperatuur verzenden ■ Opties: Niet verzenden Bij verandering Cyclisch Bij verandering en cyclisch Met de parameter wordt vastgelegd of en wanneer de temperatuurwaarde van de interne sensor wordt doorgestuurd naar andere apparaten. Cyclustijd voor automatisch verzenden van interne sensortemperatuur [sec.] ■...
  • Pagina 73 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Veiligheid ® Bepaalde delen van de Busch-RoomTouch 5, inbouw, bijvoorbeeld bedieningspagina's, kunnen worden beveiligd tegen onbevoegde toegang. De toegangsbeveiliging wordt op het display met een slotsymbool in de bovenste balk aangegeven. Bij bediening van een bedieningselement of een toepassing moet de gebruiker bij actieve toegangsbeveiliging eerst veiligheidsnummers (pincode) invoeren om de functie te activeren.
  • Pagina 74 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Pincode level 1-3 ■ Opties: Instelmogelijkheid van 0000xx … 9999xx Veiligheidsnummers kunnen worden toegewezen voor maximaal 3 toegangsniveaus. Voor elk toegangsniveau kan een afzonderlijk veiligheidsnummer (pincode) worden gedefinieerd. Zo zijn er maximaal 3 toegangsniveaus met 3 verschillende veiligheidsnummers mogelijk. Een toegangsniveau kan worden toegewezen aan een bepaald deel van de Busch- ®...
  • Pagina 75: Navigatiestructuur Maken

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Navigatiestructuur maken Het touchdisplay heeft bedieningspagina's (startpagina's) waarmee de Busch-RoomTouch ® inbouw wordt bediend. Deze pagina's moeten vooraf worden gemaakt. Het aantal mogelijke bedieningspagina's is afhankelijk van de horizontale of verticale oriëntatie van het touchdisplay. –...
  • Pagina 76: Bedieningspagina's Bewerken

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) 9.7.2 Bedieningspagina's bewerken Naam van pagina aanpassen 1. In het bibliotheekdeel het tabblad "Navigatie" openen. 2. De bedieningspagina in de boomstructuur selecteren. 3. In het deel "Parameters" in het invoerveld klikken en een naam invoeren. De naam mag maximaal 36 tekens lang zijn.
  • Pagina 77 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Pagina wissen 1. In de boomstructuur met de rechtermuistoets op het pagina-item klikken. – Er verschijnt een pop-up-menu. 2. Op "Wissen" klikken. – De pagina wordt met alle items gewist. Toegang tot pagina's aanpassen 1. In het bibliotheekdeel het tabblad "Navigatie" openen. 2.
  • Pagina 78: Bedieningspagina's Configureren

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Bedieningspagina's configureren Aan alle bedieningspagina's (startpagina's) kunnen bedieningselementen worden toegevoegd. Ieder bedieningselement kan uit het deel "Bedieningselementen" naar de paginaweergave in het werkdeel worden gesleept en daar geplaatst worden. De oriëntatie van de bedieningspagina's kan in de systeeminstellingen worden gewijzigd tussen horizontaal en verticaal.
  • Pagina 79 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Aantal mogelijke bedieningselementen per pagina met horizontale oriëntatie 1 bedieningselement bedieningselemente bedieningselemente Schakelaar Wipschakelaar Dimmer Schuifregelaar dimmer RGBW bediening Schuifregelaar waarde Jaloezie Ventilatorschakelaar Scène ˗˗ Display RTR-bedieningselement ˗˗ ˗˗ Split Control Unit ˗˗ ˗˗ Audiosturing ˗˗...
  • Pagina 80 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Voorbeeld van de bedieningspagina met bedieningselementen Afb. 28: Voorbeeld bedieningspagina met bedieningselementen, verticaal en horizontaal   Producthandboek 2CKA002273B5018 │80...
  • Pagina 81 Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Bedieningselementen parametreren 1. In het bibliotheekdeel het tabblad "Navigatie" openen. 2. Een start- of bedieningspagina in de boomstructuur selecteren. – De pagina wordt in het werkdeel weergegeven. 3. Een bedieningselement uit het deel "Bedieningselementen" naar de paginaweergave slepen.
  • Pagina 82: Bedieningselement 'Schakelaar

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) 9.8.1 Bedieningselement ‘schakelaar’ Met het bedieningselement ‘Schakelaar’ kunt u onder andere een lichtsturing inrichten. Met het bedieningselement kan dan een toegewezen lamp worden geschakeld. Het element kan echter ook als impulsdrukker- of scène-bedieningselement worden gebruikt. Instel- of selectiemogelijkheden in het deel ‘Parameters’...
  • Pagina 83: Bedieningselement 'Rgbw Bediening

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) 9.8.5 Bedieningselement ‘RGBW bediening’ Met het bedieningselement ‘RGBW bediening’ kan een besturing voor bepaalde lampen (leds, Philips Hue etc.) worden ingericht. De toewijzing vindt plaats via geselecteerde elementen (groepsadressen). Voor de lampen kunnen dan bepaalde instellingen worden aangepast. Zo kunnen bijvoorbeeld de kleuren gewisseld of het aandeel warm wit worden aangepast.
  • Pagina 84: Bedieningselement 'Display

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) 9.8.10 Bedieningselement ‘display’ Met het bedieningselement ‘display’ kunnen actuele verzonden waarden van een geselecteerd apparaat (groepsadres) via een displayelement worden weergegeven. Instel- of selectiemogelijkheden via het deel ‘Parameters’ van de DCA, zie hoofdstuk 13.10 “Bedieningselement ‘display’“ op pagina 179. 9.8.11 Bedieningselement ‘RTR-bedieningselement’...
  • Pagina 85: Bedieningselementen Bewerken

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) Bedieningselementen bewerken De bedieningselementen kunnen behalve geparametreerd ook verder nog worden bewerkt, zo kunt u een geparametreerd bedieningselement kopiëren om het ook op een andere bedieningspagina te gebruiken. 9.9.1 Bedieningselement wissen 1. In het bibliotheekdeel het tabblad ‘Navigatie’ openen. 2.
  • Pagina 86: Bedieningselement Kopiëren

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) 9.9.2 Bedieningselement kopiëren 1. In het bibliotheekdeel het tabblad ‘Navigatie’ openen. 2. Een bedieningspagina in de boomstructuur selecteren. – De pagina wordt in het werkdeel weergegeven. 3. Het bedieningselement in de paginaweergave selecteren. – Er verschijnt een rood kader. 4.
  • Pagina 87: Toepassingen En Toepassingspagina's Configureren

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) 9.10 Toepassingen en toepassingspagina's configureren Het touchdisplay kan toepassingen met vastgelegde functies bevatten (bijvoorbeeld storings- en alarmmeldingen). Als deze toepassingen geactiveerd zijn, kan toegang worden verkregen via de toepassingspagina's of de toepassing wordt op de achtergrond uitgevoerd. U kunt de toepassingen op voorhand configureren.
  • Pagina 88: Toepassing:'storings- En Alarmmeldingen

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) 9.10.2 Toepassing:‘storings- en alarmmeldingen’ Deze toepassing heeft een toepassingspagina waarop alle uitgegeven meldingen weergegeven worden. De individuele meldingen worden ook volgens configuratie in het touchdisplay direct weergegeven. Met de DCA kunnen meldingen aangemaakt, geactiveerd en geconfigureerd worden. 1.
  • Pagina 89: Toepassing 'Scèneaktor

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) 9.10.3 Toepassing ‘scèneaktor’ Deze toepassing heeft geen toepassingspagina. De scèneaktoren worden gestart met de bedieningselementen ‘Scène’. De toepassing wordt gebruikt voor samenstelling van een scène. Met de DCA kunnen de scèneaktoren worden gemaakt. 1. In het bibliotheekdeel het tabblad "Toepassingen" openen. 2.
  • Pagina 90: Toepassing 'Tijdprogramma's

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) 9.10.4 Toepassing ‘tijdprogramma's’ Deze toepassing heeft een toepassingspagina, waarmee de tijdprogramma's kunnen worden ingesteld. Zo kan bijvoorbeeld de vakantiefunctie gestart en ingericht worden. Met de DCA kunnen de algemene instellingen worden ingesteld. 1. In het bibliotheekdeel het tabblad ‘Toepassingen’ openen. ‘Tijdprogramma's’...
  • Pagina 91: Toepassing 'Interne Rtr

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) 9.10.6 Toepassing ‘interne RTR’ Deze toepassing heeft geen toepassingspagina. De interne RTR kan met het ‘RTR- bedieningselement’ (nevenpost) worden bediend. Hiervoor moet het bedieningselement overeenkomstig worden toegewezen en van groepsadressen worden voorzien. De algemene instellingen kunnen met de DCA als volgt worden aangepast: 1.
  • Pagina 92: Communicatieobjecten Bewerken

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) 9.11 Communicatieobjecten bewerken In het deel "Communicatieobjecten" worden de bestaande communicatieobjecten van de gemarkeerde bedieningselementen (zie werkdeel) weergegeven. Deze kunnen hier worden geselecteerd en met de ETS direct worden bewerkt. Hetzelfde geldt voor enkele toepassingen (zie bibliotheekdeel).
  • Pagina 93: Groepsadressen Bewerken

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) 9.12 Groepsadressen bewerken In het deel "Groepsadressen" wordende groepsadressen gemaakt en beheerd. Aanwijzing Gedetailleerde vakkennis, vooral over de ingebruiknamesoftware ETS, verworven in KNX-scholingen, wordt verondersteld. Afb. 30: Deel "Groepsadressen" Het groepsadres van de elementen wordt gebruikt voor de functionele toewijzing: De zendende groep heeft het groepsadres waarnaar een telegram moeten worden ■...
  • Pagina 94: Meer Gereedschappen (Functies)

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) 9.13 Meer gereedschappen (functies) U kunt met de DCA-werkbalk meer gereedschappen ofwel functies van de DCA oproepen. 9.13.1 Importeren 1. Op "Importeren" in de DCA-werkbalk klikken: er verschijnt een dialoogvenster met de volgende items. – Sjabloon importeren Sjabloon importeren Sjablonen van een ander touchdisplay als stpl-bestand importeren.
  • Pagina 95: Exporteren

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) 9.13.2 Exporteren 1. Op "Exporteren" in de DCA-werkbalk klikken: er verschijnt een dialoogvenster met de volgende items. – Image naar PID-bestand exporteren – Naar projectbestand exporteren Image naar PID-bestand exporteren Met deze functie wordt een image-bestand (*.pid) gemaakt. 1.
  • Pagina 96: Preview

    Inbedrijfname met DCA (vanaf ETS5) 9.13.3 Preview Met deze functie kunt u testen hoe de projectering op een echt touchdisplay eruit zou zien. Zo kunt u controleren of het project naar wens geparametreerd is voordat u een image-bestand maakt. 9.13.4 Lay-out resetten Met deze functie kunt u de gebruikersinterface van de DCA resetten naar de standaardweergave.
  • Pagina 97: Bediening

    Bediening Bediening 10.1 Algemene bedienings- en indicatiefuncties Na de aansluiting van het apparaat op de voeding start het bootproces. Daarna verschijnt de geparametreerde menupagina (homepage). Afb. 31: Overzicht bediening [1] Pagina Menu met systeeminstelling, alarm en timer – Systeeminstellingen eventueel beveiligd met een pincode [2] Weergave van de huidige tijd en datum –...
  • Pagina 98: Bedieningselementen

    Bediening 10.2 Bedieningselementen Bedieningselementen worden in de Busch-RoomTouch ® 5, inbouw gebruikt voor het uitvoeren van de basisfuncties: – Schakelaar – Wipschakelaar – Dimmer – Schuifregelaar dimmer – RGBW-bediening – Schuifregelaar waarde – Jaloezie – Ventilatorschakelaar – Scènes – Display –...
  • Pagina 99: Basisstructuren Bedieningselementen

    Bediening 10.2.1 Basisstructuren bedieningselementen Aanwijzing De hieronder getoonde bedieningselementen en functies zijn voorbeelden ■ om de basisfuncties uit te leggen. De bedieningselementen en functies kunnen variëren en kunnen verschijnen ■ zoals afgebeeld of in verschillende combinaties met elkaar bij het bedienen van het touchdisplay, afhankelijk van het type installatie en de geselecteerde functie.
  • Pagina 100: Beschrijving

    Bediening Bedieningselement Beschrijving – Hier wordt de naam van het bedieningselement Aanduiding functie [1] weergegeven. – Het apparaat wordt gedimd, uitgeschakeld of Statusindicatie "apparaat" [2] ingeschakeld (afhankelijk van het gekozen symbool en de daarvoor gekozen functie). – Door indrukken wordt bijvoorbeeld de functie geactiveerd of een waarde gewijzigd –...
  • Pagina 101 Bediening Voorbeeld van horizontale montage van het touchdisplay Montagerichting: horizontaal / liggend Afb. 33: Verschillende toestanden en functies van de bedieningselementen [1] Aanduiding functie [2] Statusindicatie "apparaat" [3] Functievlak / schakelaar / impulsdrukker [4] Schuifregelaar / schuiffunctie [5] Waarde-indicatie Bedieningselement Beschrijving –...
  • Pagina 102: Meer Basisprincipes

    Bediening 10.2.2 Meer basisprincipes Afb. 34: Basisprincipes Functievlakken van dim-bedieningselementen kunnen de verschillende dimniveaus met veranderende symbolen weergeven (bijvoorbeeld stapsgewijze kleurverandering van de lichtring rond het lampsymbool). Afb. 35: Basisprincipes Voorinstellingen van stappen of standen (bijvoorbeeld dimstappen, ventilatorstanden) in de waarde-indicatie worden aangegeven.
  • Pagina 103: Variabele Bedieningselementen

    Bediening 10.2.3 Variabele bedieningselementen Basisversie van de bedieningselementen met verticaal gemonteerd touchdisplay Aanwijzing De hier beschreven basisversies kunnen verder worden gevarieerd. ■ De afbeeldingen zijn illustratief en tonen alleen de weergave van de verticale ■ montage. Voor de basisversie van de horizontale montage, zie ‘Basisversie van de bedieningselementen met horizontaal gemonteerd touchdisplay<’...
  • Pagina 104 Bediening Dimmer (basisversie, kan verder worden gevarieerd, bijvoorbeeld met waarde-indicatie) Met dimmers kunnen comfortabele lichtschakelaars met dimfunctie worden gerealiseerd. Montagerichting: verticaal / staand Bedieningseleme Status Functie De variant zonder schuifregelaar beschikt over een functievlak voor het in- en uitschakelen en over twee schakelvlakken in het midden +/- voor het dimmen (helderder/donkerder).
  • Pagina 105 Bediening Jaloezie (basisversie, kan verder worden gevarieerd, bijvoorbeeld met waarde-indicatie) Met jaloezie-bedieningselementen kan de aansturing van jaloezieën, markiezen, deuren en andere met een motor aangedreven aktoren worden gerealiseerd. Montagerichting: verticaal / staand Bedieningselemen Status Functie Stop/starten met het functievlak (afhankelijk van de gekozen bedieningswijze).
  • Pagina 106 Bediening Scènes (basisversie) Met het bedieningselement "Scène" kan de gebruiker zogenaamde scènes starten. In scènes kunnen meerdere acties in één actie worden samengevat zodat de gebruiker met slechts een druk op de toets bijvoorbeeld een bepaalde lichtsfeer kan scheppen (meerdere dimacties). Montagerichting: verticaal / staand Status Bedieningselement...
  • Pagina 107 Bediening Ventilatorschakelaar (basisversie) Met ventilatorschakelaars (standenschakelaars) kunnen schakelsequenties worden gerealiseerd. Een standenschakelaar verenigt als het ware meerdere impulsdrukkers tot één bedieningselement. Montagerichting: verticaal / staand Status Bedieningselement Functie De variant heeft twee schakelvlakken in het midden voor het oproepen van de volgende of vorige stand (maar zijn pas beschikbaar nadat de ventilator is ingeschakeld) en een schakelvlak aan de rechterkant voor aan en...
  • Pagina 108 Bediening Display en schuifregelaar-waarde / waardeverzendingselement (basisversie) – Met display worden waarden als tekst of grafische informatie weergegeven. Ze kunnen niet worden bediend (uitzondering schuifregelaar-waarde), maar worden gebruikt voor het weergeven van waarden. – Met waardeverzendingselementen kunnen waarden in verschillende formats weergegeven en naar andere apparaten verzonden worden.
  • Pagina 109 Bediening Ruimtetemperatuurregelaar (basisversie) Met het bedieningselement voor ruimtetemperatuurregelaars kunnen airconditioners worden aangestuurd. Montagerichting: verticaal / staand Status Bedieningselement Functie In het bedieningselement worden de actuele bedrijfsmodus en de modus (bijvoorbeeld "verwarmen") van de regelaar weergegeven. Als de RTR is ingeschakeld, zijn er nog meer schakelvlakken beschikbaar voor verstelling.
  • Pagina 110 Bediening RGBW-bediening (basisversie) Met RGBW-bedieningselementen kunnen voor geschikte lampen (leds, Philips Hue etc.) bepaalde instellingen worden aangepast. Zo kunnen bijvoorbeeld de kleuren gewisseld of het aandeel warm wit worden aangepast. Montagerichting: verticaal / staand Status Bedieningselement Functie Door op het functievlak te drukken wordt de lamp in- of uitgeschakeld.
  • Pagina 111 Bediening Audiosturing (basisversie) Met behulp van dit bedieningselement kunnen alle audio-instellingen voor aangesloten audio- apparaten eenvoudig worden aangestuurd. Montagerichting: verticaal / staand Status Bedieningselement Functie Afhankelijk van de voorinstellingen in de ingebruiknamesoftware kunnen veelzijdige audiofuncties direct met schakelvlakken worden opgeroepen. Lijsten kunnen met de pijl-schakelvlakken worden geopend.
  • Pagina 112 Bediening Split Unit Control Met behulp van dit bedieningselement kunnen alle instellingen voor aangesloten airconditioners eenvoudig worden aangestuurd. Montagerichting: verticaal / staand Status Bedieningselement Functie In het bedieningselement worden de actuele bedrijfsmodus en de modus van de Split Unit Control weergegeven. Als het apparaat via het functievlak is ingeschakeld, zijn er nog meer schakelvlakken beschikbaar voor verstelling.
  • Pagina 113 Bediening Basisversie van de bedieningselementen met horizontaal gemonteerd touchdisplay< Opmerking De hier beschreven basisversies kunnen verder worden gevarieerd. ■ De afbeeldingen zijn illustratief en tonen alleen de weergave van de verticale ■ montage. Voor de basisversie van de verticale montage, zie ‘Basisversie van de bedieningselementen met verticaal gemonteerd touchdisplay’...
  • Pagina 114 Bediening Dimmer (basisversie, kan verder worden gevarieerd, bijvoorbeeld met waarde-indicatie) Met dimmers kunnen comfortabele lichtschakelaars met dimfunctie worden gerealiseerd. Montagerichting: horizontaal / liggend Bedieningseleme Status Functie De variant zonder schuifregelaar beschikt over een functievlak voor het in- en uitschakelen en over twee schakelvlakken (omhoog/omlaag vegen en vasthouden) in het bovenste en onderste deel van het bedieningselement.
  • Pagina 115 Bediening Jaloezie (basisversie, kan verder worden gevarieerd, bijvoorbeeld met waarde-indicatie) Met jaloezie-bedieningselementen kan de aansturing van jaloezieën, markiezen, deuren en andere met een motor aangedreven aktoren worden gerealiseerd. Montagerichting: horizontaal / liggend Bedieningselemen Status Functie De status wordt weergegeven op het bedieningsveld.
  • Pagina 116 Bediening Scènes (basisversie) Met het bedieningselement "Scène" kan de gebruiker zogenaamde scènes starten. In scènes kunnen meerdere acties in één actie worden samengevat zodat de gebruiker met slechts een druk op de toets bijvoorbeeld een bepaalde lichtsfeer kan scheppen (meerdere dimacties). Montagerichting: horizontaal / liggend Status Bedieningselement...
  • Pagina 117 Bediening Ventilatorschakelaar (basisversie) Met ventilatorschakelaars (standenschakelaars) kunnen schakelsequenties worden gerealiseerd. Een standenschakelaar verenigt als het ware meerdere impulsdrukkers tot één bedieningselement. Montagerichting: horizontaal / liggend Status Bedieningselement Functie De variant heeft een knop in voor het in- en uitschakelen. De ventilatorstand kan worden geselecteerd door het bedieningselement in te drukken en te vegen.
  • Pagina 118 Bediening Display (basisversie) – Met display worden waarden als tekst of grafische informatie weergegeven. Ze kunnen niet worden bediend (uitzondering schuifregelaar-waarde), maar worden gebruikt voor het weergeven van waarden. – Met waardeverzendingselementen kunnen waarden in verschillende formats weergegeven en naar andere apparaten verzonden worden. Montagerichting: horizontaal / liggend Status Bedieningselement...
  • Pagina 119 Bediening Ruimtetemperatuurregelaar (basisversie) Met het bedieningselement voor ruimtetemperatuurregelaars kunnen airconditioners worden aangestuurd. Montagerichting: horizontaal / liggend Status Bedieningselement Functie In het bedieningselement worden de actuele bedrijfsmodus en de modus (bijvoorbeeld "verwarmen") van de regelaar weergegeven. Als de RTR is ingeschakeld, zijn er nog meer functievlakken beschikbaar voor verstelling.
  • Pagina 120 Bediening RGBW-bediening (basisversie) Met RGBW-bedieningselementen kunnen voor geschikte lampen (leds, Philips Hue etc.) bepaalde instellingen worden aangepast. Zo kunnen bijvoorbeeld de kleuren gewisseld of het aandeel warm wit worden aangepast. Montagerichting: horizontaal / liggend Status Bedieningselement Functie Door op het functievlak te drukken wordt de lamp in- of uitgeschakeld.
  • Pagina 121 Bediening Audiosturing (basisversie) Met behulp van dit bedieningselement kunnen alle audio-instellingen voor aangesloten audio- apparaten eenvoudig worden aangestuurd. Montagerichting: horizontaal / liggend Status Bedieningselement Functie Afhankelijk van de voorinstellingen in de ingebruiknamesoftware kunnen veelzijdige audiofuncties direct met schakelvlakken worden opgeroepen. Als het apparaat via het functievlak is ingeschakeld, zijn er nog meer schakelvlakken beschikbaar voor verstelling, Audiosturing...
  • Pagina 122: Toegang Tot Pagina's

    Bediening 10.2.4 Toegang tot pagina's Het is mogelijk toepassingen of de toegang tot pagina's (bijvoorbeeld tot de bedieningspagina's) met een wachtwoord (pincode) te beveiligen tegen onbevoegde toegang. Dit wordt met een gesloten hangslotje in de bovenste balk aangegeven. Door op dit symbool te tikken wordt het scherm voor het invoeren van de pincode geopend.
  • Pagina 123: Bedieningsacties Van Verdere Toepassingen

    Bediening 10.3 Bedieningsacties van verdere toepassingen Het apparaat heeft een primaire functie (activering zie hoofdstuk 10.3 “Bedieningsacties van verdere toepassingen “ op pagina 123). Dat is de eerste functie van het apparaat die wordt uitgevoerd als de gebruiker het display met ten minste 3 vingers tegelijkertijd aanraakt. De primaire functie moet een functie zijn die de gebruiker bijvoorbeeld bij het betreden van de kamer benut (bijvoorbeeld "plafondverlichting schakelen").
  • Pagina 124 Bediening Meldingen (berichten) wissen: Aanwijzing Alleen gearchiveerde meldingen kunnen worden gewist. Gearchiveerde meldingen (berichten) wissen: 1. Op archief tikken. 2. De melding die gewist moet worden in de lijst selecteren. 3. Op het vuilnisbaksymbool ernaast tikken. – De melding wordt gewist. Aanwijzing Ook de gehele lijst kan worden gewist.
  • Pagina 125: Tijdprogramma's (Tijdschakelklok)

    Bediening 10.3.2 Tijdprogramma's (tijdschakelklok) Met tijdprogramma's kunnen functies op een bepaalde tijd automatisch worden opgeroepen. Zo kan bijvoorbeeld de vakantiefunctie gestart en ingericht worden. De toepassing tijdprogramma's (tijdschakelklok) wordt als volgt opgeroepen: 1. De menupagina oproepen. 2. "Tijdschakelklok" selecteren. – Hier kunnen tijdprogramma's worden geprogrammeerd.
  • Pagina 126 Bediening Een nieuw tijdprogramma maken: 1. Met de "+" een nieuw tijdprogramma maken. 2. Bedieningselement selecteren dat deel moet gaan uitmaken van een tijdprogramma – Doorgaan met pijl. 3. Functie bedieningselement vastleggen – Doorgaan met pijl. 4. Tijdparameter vastleggen: – Weekdagen vastleggen waarop de functie van het bedieningselement moet worden uitgevoerd.
  • Pagina 127 Bediening Tijdprogramma's bewerken 1. In de lijst u op het tijdprogramma tikken dat u wilt bewerken. 2. De bewerkingsweergave voor het tijdprogramma wordt geopend. – Voor de bewerkingsprocedure ziezie hoofdstuk 10.3.2 “Tijdprogramma's (tijdschakelklok) “ op pagina 125. Afb. 37: Bewerkingsweergave tijdprogramma Bewerkingsopties: Aanpassing van de functie (bijvoorbeeld in- of uitschakelen).
  • Pagina 128 Bediening Tijdprogramma's wissen 1. Tijdprogramma in de lijst selecteren. 2. Daarna in de lijst op het vuilnisbak symbool naast het tijdprogramma tikken dat moet worden gewist. 3. De melding die verschijnt bevestigen. Vakantiefunctie inrichten 1. Op het symbool "Vakantie instellen / Vakantie niet ingesteld tikken. –...
  • Pagina 129: Microsd-Kaart (Sdhc) Plaatsen

    Bediening 10.4 microSD-kaart (SDHC) plaatsen Afb. 38: microSD-kaart (SDHC) plaatsen Aanwijzing – Bij de gegevensoverdracht naar het apparaat via een microSD-kaart moeten de KNX-bus en de hulpspanning beschikbaar zijn. – De microSD-kaart moet voor het eerste gebruik met FAT32 worden geformatteerd.
  • Pagina 130: Systeeminstellingen

    Bediening 10.5 Systeeminstellingen Afb. 39: Paneelinstellingen De systeeminstellingen worden als volgt opgeroepen: 1. De menupagina oproepen. 2. Op "systeem" tikken. – In de systeeminstellingen zijn de volgende delen beschikbaar: Datum en tijd ■ Paneelinstelling ■ Screensaver ■ Pincode ■ Inbedrijfname ■...
  • Pagina 131 Bediening Panel-Einstellung - Display Reinigingsblokkering Om ervoor te zorgen dat bij het schoonmaken van het apparaat niet per ongeluk een functie wordt geactiveerd, kunnen de bedieningselementen voor een bepaalde tijd worden geblokkeerd. –  Met een druk op het schakelvlak wordt de reinigingsblokkering geactiveerd. Deze wordt na 30 seconden automatisch weer gedeactiveerd.
  • Pagina 132 Bediening Paneelinstelling – geluid – De volgende instelmogelijkheden voor het volume van het geluid zijn beschikbaar, de instelling kan met de bijbehorende schuifregelaar worden aangepast. Klikgeluid ■ Waarschuwingstoon ■ Fouttoon ■ – Bovendien kunnen tonen voor verschillende soorten meldingen worden gekozen. Kan worden gekozen uit 5 informatietonen ■...
  • Pagina 133 Bediening Screensaver Er zijn verschillende instellingen mogelijk voor de vastgelegde screensaver. Start na (tijd) ■ Display uit na (tijd) een■ Selecteer een screensavermodus uit het uitklapmenu. Weergave als klok (voorinstelling) ■ Diashow (elektronischer fotolijst) ■ – Voorwaarde voor een diashow is dat er een microSD-kaart (SDHC) met geschikte afbeeldingen in het apparaat zit.
  • Pagina 134: Inbedrijfname

    Bediening Inbedrijfname Hier kunnen verschillende inbedrijfnameprocedures worden gestart: Weergave van huidig KNX-adres ■ Programmeermodus ■ – Hierdoor wordt het apparaat in de programmeermodus gezet. In de programmeermodus kan een fysiek adres in het apparaat via de ETS worden gewijzigd. De programmeermodus wordt weer gedeactiveerd door op het rode schakelvlak "programmeermodus"...
  • Pagina 135: Update

    De microSD-kaart moet voor het eerste gebruik met FAT32 worden geformatteerd. Als de firmware van uw apparaat geüpdatet moet worden, voert u de volgende stappen uit: 1. Voer op pagina www.busch-jaeger-catalogus.nl in het deel "Zoeken" het artikelnummer van het apparaat in. –...
  • Pagina 136 Update Afb. 40: microSD-kaart plaatsen 4. De melding "SD-kaart herkend" bevestigen. 5. Op "systeem" tikken. 6. Naar "Inbedrijfname" gaan en daar op "Firmware updaten" tikken. – Uit de lijst kan een firmware-bestand (*.img) worden gekozen. 7. Meldingen bevestigen. – De volgende vragen verschijnen: Taal ■...
  • Pagina 137: Overdracht Pid-Bestand(Configuratiebestand)

    Update 11.2 Overdracht PID-bestand(configuratiebestand) Het image-bestand kan op een microSD-kaart worden gezet, zie ‘microSD-kaart (SDHC) plaatsen’ op pagina 129. Deze microSD-kaart kan in het touchdisplay worden ingeschoven en de bestanden kunnen worden gekopieerd naar het touchdisplay. Aanwijzing – Bij de gegevensoverdracht naar het apparaat via een microSD-kaart moeten beide voedingen ingeschakeld zijn! –...
  • Pagina 138: Onderhoud

    Onderhoud Onderhoud Het apparaat is onderhoudsvrij. Bij beschadiging, bijvoorbeeld bij transport of opslag, mogen geen reparaties worden verricht. Als het apparaat wordt geopend, vervalt de aanspraak op garantie! Het apparaat moet toegankelijk zijn om een correcte werking, keuring, visuele controle, onderhoud en reparaties mogelijk te maken (volgens DIN VDE 0100-520).
  • Pagina 139: Parameters Voor Bedieningselementen En Toepassingen

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘schakelaar’ Parameters voor bedieningselementen en toepassingen 13.1 Bedieningselement ‘schakelaar’ 13.1.1 Naam bedieningselement Opties: <Naam> Naam van schakelaar-bedieningselement, bijvoorbeeld naam van lamp die wordt geschakeld. De naam mag maximaal 36 tekens lang zijn. 13.1.2 Soort schakelaar Opties: Omschakelen Indrukken/loslaten...
  • Pagina 140: Objecttype Waarde 1 / Waarde 2

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘schakelaar’ 13.1.3 Objecttype waarde 1 / waarde 2 Opties: Inactief Schakelaar Gedwongen werking 1-byte-waarde [0%..100%] 1-byte-waarde [0..255] 1-byte-waarde [-128..127] Scènenummer RTR-bedrijfsmodus Temperatuur 2-byte-waarde [-32768..+32767] 2-byte-waarde [0..65535] 2 byte zwevende komma 4-byte-waarde [-2147483648..2147483647] 4-byte-waarde [0..4294967295] 14 byte-tekst Met de parameter "objecttype waarde 1"...
  • Pagina 141 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘schakelaar’ Opties: AAN, gedwongen werking actief UIT, gedwongen werking actief Gedwongen werking deactiveren – 1-byte-waarde [0%..100%]: Een waarde wordt als 1-byte-waarde zonder voorteken (procentwaarde) verzonden. De volgende aanvullende parameter is beschikbaar: verzonden waarde 1 / waarde 2 [0..100%]: Opties: Instelmogelijkheid 0 …...
  • Pagina 142 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘schakelaar’ verzonden waarde 1 / waarde 2 [temperatuur]: Opties: Instelmogelijkheid 16 … 31 – 2 byte-waarde [-32768..+32767]: Een waarde wordt als 2-byte-waarde met voorteken verzonden, bijvoorbeeld een instelwaarde of een tijdsverschil. De volgende aanvullende parameter is beschikbaar: verzonden waarde 1 / waarde 2 [-32768..32767]: Opties:...
  • Pagina 143: Status Bedieningselement (Symbool/Tekst) Wordt Door Een Afzonderlijk Object Bediend

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘schakelaar’ 13.1.4 Status bedieningselement (symbool/tekst) wordt door een afzonderlijk object bediend Opties: Met de parameter wordt een extra 1-bit-communicatieobject "status" vrijgegeven. Als het object vrijgegeven is, geeft de statusindicatie van het bedieningselement de actuele status van het object aan.
  • Pagina 144: Vrijgave Communicatieobject "Blokkeren" 1-Bit

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘schakelaar’ 13.1.6 Vrijgave communicatieobject "blokkeren" 1-bit Opties: Met een extra communicatieobject "blokkeren" is het mogelijk om de functie tijdelijk te blokkeren.   Producthandboek 2CKA002273B5018 │144...
  • Pagina 145: Bedieningselement 'Wipschakelaar

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘wipschakelaar’ 13.2 Bedieningselement ‘wipschakelaar’ 13.2.1 Naam bedieningselement Opties: <Naam> Naam van schakelaar-bedieningselement, bijvoorbeeld naam van lamp die wordt geschakeld. De naam mag maximaal 36 tekens lang zijn. 13.2.2 Soort symbool Opties: Symbolen Tekst Met de parameter wordt ingesteld of een symbool of een tekst wordt weergegeven. –...
  • Pagina 146: Status Bedieningselement (Symbool/Tekst) Wordt Door Een Afzonderlijk Object Bediend

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘wipschakelaar’ 13.2.3 Status bedieningselement (symbool/tekst) wordt door een afzonderlijk object bediend Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt een extra 1-bit-communicatieobject "status" vrijgegeven. Als het object vrijgegeven is, geeft de statusindicatie van het bedieningselement de actuele status van het object aan.
  • Pagina 147: Objecttype

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘wipschakelaar’ 13.2.5 Objecttype Opties: Schakelaar Gedwongen werking 1-byte-waarde [0%..100%] 1-byte-waarde [0..255] 1-byte-waarde [-128..127] Scènenummer RTR-bedrijfsmodus Temperatuur 2-byte-waarde [-32768..+32767] 2-byte-waarde [0..65535] 2 byte zwevende komma 4-byte-waarde [-2147483648..2147483647] 4-byte-waarde [0..4294967295] 14 byte-tekst Het bedieningselement zendt bij bediening telegrammen via het bijbehorende communicatieobject.
  • Pagina 148 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘wipschakelaar’ – 1 byte-waarde [0%..100%]: Een waarde wordt als 1-byte-procentwaarde verzonden. De volgende aanvullende parameter is beschikbaar: verzonden waarde 1 / waarde 2 [0..100%]: Opties: Instelmogelijkheid 0 … 100 – 1 byte-waarde [0..255]: Een waarde wordt als 1-byte-waarde zonder voorteken verzonden, bijvoorbeeld een instelwaarde, hoek of helderheidswaarde.
  • Pagina 149 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘wipschakelaar’ – Temperatuur: Het apparaat zendt na bediening van het bedieningselement de geparametreerde de temperatuurwaarde. De volgende aanvullende parameter is beschikbaar: verzonden waarde 1 / waarde 2 [temperatuur]: Opties: Instelmogelijkheid 16 … 31 – 2 byte-waarde [-32768..+32767]: Een waarde wordt als 2-byte-waarde met voorteken verzonden, bijvoorbeeld een instelwaarde of een tijdsverschil.
  • Pagina 150: Vrijgave Communicatieobject "Blokkeren" 1-Bit

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘wipschakelaar’ 13.2.6 Vrijgave communicatieobject "blokkeren" 1-bit Opties: Met een extra communicatieobject "blokkeren" is het mogelijk om de functie tijdelijk te blokkeren.   Producthandboek 2CKA002273B5018 │150...
  • Pagina 151: Bedieningselement 'Dimmer

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘dimmer’ 13.3 Bedieningselement ‘dimmer’ 13.3.1 Naam bedieningselement Opties: <Naam> Naam van dimmer-bedieningselement, bijvoorbeeld naam van lamp die wordt gedimd. De naam mag maximaal 36 tekens lang zijn. 13.3.2 Soort symbool Opties: Standaard Gebruikersgedefinieerd Met de parameter wordt ingesteld of een standaardsymbool of een zelf gekozen symbool wordt weergegeven.
  • Pagina 152: Volledig Scherm Voor Het Instellen Van De 1-Byte-Waarde Gebruiken

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘dimmer’ 13.3.5 Volledig scherm voor het instellen van de 1-byte-waarde gebruiken Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd 13.3.6 Status bedieningselement (symbool) wordt door afzonderlijk object gecontroleerd Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt een extra 1-bit-communicatieobject "status" vrijgegeven. Als het object vrijgegeven is, geeft de statusindicatie van het bedieningselement de actuele status van het object aan.
  • Pagina 153: Dimwijze

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘dimmer’ 13.3.8 Dimwijze Opties: Start/stop Stapsgewijs Waarde – Start/stop: Bij het indrukken van het schakelvlak wordt een telegram met de informatie "helderder dimmen" of "donkerder dimmen" verzonden. Bij het loslaten van het schakelvlak wordt een telegram met de informatie "dimmen stop" verzonden. Lange bediening na...: Opties: Instelmogelijkheid van 0,3 …...
  • Pagina 154: Vrijgave Communicatieobject "Blokkeren" 1-Bit

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘dimmer’ Helderheidsverandering [%]: Opties: Instelmogelijkheid in % van 1 … 20 Deze parameter bepaalt de grootte van de stappen waarin gedimd wordt. Telegram wordt om de [sec.] herhaald: Opties: Instelmogelijkheid van 0,25 … 1,25 sec. Met de parameter wordt de afstand in tijd tussen twee dimtelegrammen vastgelegd.
  • Pagina 155: Bedieningselement 'Schuifregelaar Dimmer

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘schuifregelaar dimmer’ 13.4 Bedieningselement ‘schuifregelaar dimmer’ 13.4.1 Naam bedieningselement Opties: <Naam> Naam van schuifregelaar-bedieningselement, bijvoorbeeld naam van de lamp die wordt gedimd. De naam mag maximaal 36 tekens lang zijn. 13.4.2 Soort symbool Opties: Standaard Gebruikersgedefinieerd Met de parameter wordt ingesteld of een standaardsymbool of een zelf gekozen symbool wordt...
  • Pagina 156: Waarde In Bedieningselement Weergeven

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘schuifregelaar dimmer’ 13.4.5 Waarde in bedieningselement weergeven Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt vastgelegd of de dimwaarde in het bedieningselement wordt weergegeven. – Nee: Geen weergave. Geen extra parameters beschikbaar. – Ja: De volgende parameters verschijnen: Status dimwaarde wordt door afzonderlijk object gecontroleerd: Opties: Gedeactiveerd...
  • Pagina 157: Schuifregelaar Zendt

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘schuifregelaar dimmer’ 13.4.7 Schuifregelaar zendt Opties: Bij loslaten van schuifregelaar Cyclisch Met de parameter wordt vastgelegd of het signaal "bij loslaten van schuifregelaar" of "cyclisch" wordt verzonden. – Bij het loslaten van de schuifregelaar: Geen extra parameters beschikbaar. –...
  • Pagina 158: Bedieningselement 'Rgbw Bediening

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘RGBW bediening’ 13.5 Bedieningselement ‘RGBW bediening’ 13.5.1 Naam bedieningselement Opties: <Naam> Naam van schakelaar-bedieningselement, bijvoorbeeld naam van lamp die wordt geschakeld. De naam mag maximaal 36 tekens lang zijn. 13.5.2 Waarde in bedieningselement weergeven Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd...
  • Pagina 159: Soort Kleur/Wit Armatuur

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘RGBW bediening’ 13.5.3 Soort kleur/wit armatuur Opties: RGB+W RGB+WW/KW WW/KW Met de parameter wordt vastgelegd op welke wijze de kleuraansturing moet worden uitgevoerd. Er verschijnen overeenkomstige schuifregelaars in het bedieningselement. De wijze van kleurenaansturing is afhankelijk van het lamptype. Voor de lampen kunnen bepaalde instellingen worden ingesteld.
  • Pagina 160 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘RGBW bediening’ – RGB+W: Toepassing voor RGB-lamp met geïntegreerd witaandeel. De volgende aanvullende parameters zijn beschikbaar: Ingeschakeld -> standaard-ingestelde waarde: Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd – Nee: Bij het inschakelen van de lamp worden geen standaardinstellingen verzonden. –...
  • Pagina 161 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘RGBW bediening’ Ingeschakeld -> standaard-ingestelde waarde: Opties: – Nee: Bij het inschakelen van de lamp worden geen standaardinstellingen verzonden. – Ja: Bij het inschakelen van de lamp wordt de opgeslagen standaardinstelling verzonden. Uitgeschakeld -> RGB-waarde 0,0,0: Opties: –...
  • Pagina 162: Helderheidsverandering [%]

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘RGBW bediening’ 13.5.4 Helderheidsverandering [%] Opties: Instelmogelijkheid van 1 … 20 Met de parameter wordt ingesteld in hoeveel stappen (in procent) wordt gedimd. De helderheidsverandering vindt plaats als de schuifregelaar wordt losgelaten. 13.5.5 Telegram wordt om de [sec.] herhaald Opties: Instelmogelijkheid van 0,25 …...
  • Pagina 163: Bedieningselement 'Schuifregelaar Waarde

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘schuifregelaar waarde’ 13.6 Bedieningselement ‘schuifregelaar waarde’ 13.6.1 Naam bedieningselement Opties: <Naam> Naam van schuifregelaar-bedieningselement, bijvoorbeeld naam van apparaat dat wordt geregeld. De naam mag maximaal 36 tekens lang zijn. 13.6.2 Waarde in bedieningselement weergeven Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd...
  • Pagina 164: Schuifregelaar Zendt

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘schuifregelaar waarde’ 13.6.3 Schuifregelaar zendt Opties: Bij loslaten van schuifregelaar Cyclisch Met de parameter wordt vastgelegd of het signaal "bij loslaten van schuifregelaar" of "cyclisch" wordt verzonden. – Bij het loslaten van de schuifregelaar: Geen extra parameters beschikbaar. –...
  • Pagina 165 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘schuifregelaar waarde’ De volgende aanvullende parameters zijn voor alle opties beschikbaar: Aanwijzing Afhankelijk van de gekozen optie zijn verschillende waarden instelbaar. Waardeverandering: Opties: Instelmogelijkheid afhankelijk van gekozen objecttype Met de parameter wordt vastgelegd in welke stappen een waardeverandering plaatsvindt. Minimale objectwaarde: Opties: Instelmogelijkheid afhankelijk van gekozen objecttype...
  • Pagina 166: Vrijgave Communicatieobject "Blokkeren" 1-Bit

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘schuifregelaar waarde’ 13.6.5 Vrijgave communicatieobject "blokkeren" 1-bit Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met een extra communicatieobject "blokkeren" is het mogelijk om de functie tijdelijk te blokkeren.   Producthandboek 2CKA002273B5018 │166...
  • Pagina 167: Bedieningselement 'Jaloezie

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘jaloezie’ 13.7 Bedieningselement ‘jaloezie’ 13.7.1 Naam bedieningselement Opties: <Naam> Naam van jaloezieschakelaar-bedieningselement, bijvoorbeeld naam van het raam waarvan de jaloezie wordt geschakeld. De naam mag maximaal 36 tekens lang zijn. 13.7.2 Soort bediening Opties: Met lamellenverstelling Zonder lamellenverstelling Met de parameter wordt vastgelegd of door een korte of lange bediening van de schakelvlakken...
  • Pagina 168: Soort Symbool

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘jaloezie’ 13.7.3 Soort symbool Opties: Jaloezieanimatie   Rolluikanimatie Markiesanimatie Gordijnanimatie Gebruikersgedefinieerd Met de parameter wordt ingesteld of een standaardsymbool of een zelf gekozen symbool ("Gebruikersgedefinieerd") wordt weergegeven. De volgende aanvullende parameters zijn voor alle opties beschikbaar: Positie voor symbool "Lamel omhoog": Opties: Links...
  • Pagina 169: Status Bedieningselement (Symbool) Wordt Door Een Afzonderlijk Object Bediend

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘jaloezie’ 13.7.4 Status bedieningselement (symbool) wordt door een afzonderlijk object bediend Opties: Met de parameter wordt een extra 1-bit-communicatieobject "status schakelaar" vrijgegeven. – Nee: Het communicatieobject is niet beschikbaar. – Ja: De statusindicatie van het bedieningselement geeft de actuele status van het object aan. Aan de hand van het feedbackobject kan gewaarborgd worden dat altijd de correcte status wordt aangegeven.
  • Pagina 170: Vrijgave Communicatieobject "Blokkeren" 1-Bit

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘jaloezie’ 13.7.5 Vrijgave communicatieobject "blokkeren" 1-bit Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met een extra communicatieobject "blokkeren" is het mogelijk om de functie tijdelijk te blokkeren.   Producthandboek 2CKA002273B5018 │170...
  • Pagina 171: Bedieningselement 'Ventilatorschakelaar

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘ventilatorschakelaar’ 13.8 Bedieningselement ‘ventilatorschakelaar’ 13.8.1 Naam bedieningselement Opties: <Naam> Naam van ventilatorschakelaar-bedieningselement, bijvoorbeeld naam van de ventilator die wordt geregeld. De naam mag maximaal 36 tekens lang zijn. 13.8.2 Uitschakelmogelijkheid deactiveren Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt vastgelegd of de ventilatorregeling helemaal kan worden uitgeschakeld.
  • Pagina 172: Telegram Wordt Om De [Sec.] Herhaald

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘ventilatorschakelaar’ De volgende parameter kan alleen worden ingesteld als de parameter "soort symbool" op "gebruikersgedefinieerd" is ingesteld. Symbool voor aan: Opties: <Een symbool uit de lijst kiezen> Met de parameter wordt het symbool gekozen dat wordt weergegeven als de ventilator ingeschakeld is.
  • Pagina 173: Objecttype

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘ventilatorschakelaar’ 13.8.6 Objecttype Opties: 1-bit [0/1] 1 byte unsigned [0..255] Het bedieningselement kan bij bediening telegrammen via het bijbehorende communicatieobject verzenden. Met de parameter "objecttype" wordt de grootte van het communicatieobject vastgelegd. – 1-bit [0/1]: Schakelcommando's worden verzonden met 1-bit (0 of 1), bijvoorbeeld voor het schakelen van een ventilatoraktor (fan-coil-aktor).
  • Pagina 174 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘ventilatorschakelaar’ – x van n: De standwaarden ("0..3" of "0..5") worden via 1-bit-objecten uitgegeven. Er bestaan net zoveel 1-bit-objecten als ventilatorstanden, zo wordt bijvoorbeeld voor de stand "2" de ventilatorstand-objecten "1" en "2" met de waarde "1" uitgegeven. De andere ventilatorstand-objecten worden met de waarde "0"...
  • Pagina 175: Status Indicaties

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘ventilatorschakelaar’ 13.8.7 Status indicaties Opties: Gebruikersgedefinieerd Standaard Met de parameter wordt vastgelegd welke statusteksten voor de individuele schakelstanden worden weergegeven. – Gebruikersgedefinieerd: Er worden door de gebruiker gedefinieerde teksten voor de individuele schakelstanden weergegeven. De volgende aanvullende parameters zijn beschikbaar: Tekst uit: Opties:...
  • Pagina 176: Vrijgave Communicatieobject "Blokkeren" 1-Bit

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘ventilatorschakelaar’ 13.8.8 Vrijgave communicatieobject "blokkeren" 1-bit Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met een extra communicatieobject "blokkeren" is het mogelijk om de functie tijdelijk te blokkeren.   Producthandboek 2CKA002273B5018 │176...
  • Pagina 177: Bedieningselement 'Scène

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘scène’ 13.9 Bedieningselement ‘scène’ 13.9.1 Naam bedieningselement Opties: <Naam> Naam van scène-bedieningselement. De naam mag maximaal 36 tekens lang zijn. 13.9.2 Scène bij selecteren starten Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt vastgelegd of de scène bij het klikken op het bedieningselement direct wordt uitgevoerd of dat deze nog een keer apart moet worden gestart.
  • Pagina 178: Naam Scène X

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘scène’ 13.9.6 Naam scène x Opties: <Naam> Naam van scène. De naam mag maximaal 60 tekens lang zijn. Aanwijzing Hoeveel parameters "naam scène x" beschikbaar zijn is afhankelijk van de instelling van de parameter "aantal scènes [1..10]". 13.9.7 Scène x door lang indrukken opslaan Opties:...
  • Pagina 179: Bedieningselement 'Display

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘display’ 13.10 Bedieningselement ‘display’ 13.10.1 Naam bedieningselement Opties: <Naam> Naam van weergave-bedieningselement. De naam mag maximaal 36 tekens lang zijn.   Producthandboek 2CKA002273B5018 │179...
  • Pagina 180: Soort Weergave-Element

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘display’ 13.10.2 Soort weergave-element Opties: Status indicatie Waarde indicatie Lineaire meetindicatie Ronde meetindicatie Windroos Windkracht Temperatuur Regen Schemering Helderheid Vochtigheid Luchtdruk – Status indicatie: De status van een toegewezen element wordt als tekst weergegeven. –...
  • Pagina 181: Soort Weergave-Element - Status Indicatie - Objecttype

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘display’ 13.10.4 Soort weergave-element – Status indicatie – Objecttype Opties: 1-bit 1-byte-waarde [0..255] Met de parameter "objecttype" wordt de grootte van het communicatieobject vastgelegd. – 1-bit: Statuscommando's worden met 1-bit verzonden (0 of 1). De volgende aanvullende parameters zijn beschikbaar: Tekst voor waarde 0: Opties:...
  • Pagina 182 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘display’ Opties: 1-byte-waarde [0%..100%] 1-byte-waarde [0..255] 1-byte-waarde [-128..127] 2-byte-waarde [0..65535] 2-byte-waarde [-32768..+32767] 2 byte zwevende komma 4-byte-waarde [0..4294967295] 4-byte-waarde [-2147483648..2147483647] 4 byte zwevende komma 14 byte-tekst Met de parameter "Objecttype" wordt de grootte van het communicatieobject vastgelegd. –...
  • Pagina 183 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘display’ Eenheid: Opties: <Tekst> Met de parameter kan de eenheid of het eenheidsteken worden ingevoerd waarmee de waarde in het weergave-element wordt weergegeven. De tekst mag niet langer zijn dan 60 tekens. Cijfers achter de komma: Opties: Instelmogelijkheid van 0 …...
  • Pagina 184: Soort Weergave-Element - Lineaire Meetindicatie - Meetindicatie Met Kleurindicatie (Rood, Oranje, Groen)

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘display’ Weergegeven maximale waarde: Opties: Instelmogelijkheid afhankelijk van gekozen objecttype Met de parameter wordt de hoogste waarde vastgelegd die in het weergave-element wordt weergegeven. Binnen de grenzen die worden bepaald door het objecttype en het bijbehorende waardebereik kan een willekeurige waarde worden ingevoerd.
  • Pagina 185: Soort Weergave-Element - Lineaire Meetindicatie - Objecttype

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘display’ Scheidingsteken duizendtallen: Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt vastgelegd of een scheidingsteken voor duizendtallen in de meetwaarde wordt weergegeven. 13.10.9 Soort weergave-element – Lineaire meetindicatie – Objecttype Opties: 1-byte-waarde [0%..100%] 1-byte-waarde [0..255] 1-byte-waarde [-128..127] 2-byte-waarde [0..65535] 2-byte-waarde [-32768..+32767]...
  • Pagina 186 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘display’ Minimale objectwaarde: Opties: Instelmogelijkheid afhankelijk van gekozen objecttype Met de parameter wordt de laagste waarde vastgelegd die via telegrammen naar het weergave- element wordt verzonden. Binnen de grenzen die worden bepaald door het objecttype en het bijbehorende waardebereik kan een willekeurige waarde worden ingevoerd.
  • Pagina 187: Soort Indicatie-Element - Ronde Meetindicatie - Objecttype

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘display’ 13.10.10 Soort indicatie-element – Ronde meetindicatie – Objecttype Opmerking Voor de optie ‘ronde meetindicatie’ van de parameter ‘soort indicatie-element’ zijn dezelfde aanvullende parameters beschikbaar als voor de optie ‘lineaire meetindicatie’, zie ‘Soort weergave-element — Lineaire meetindicatie — Meetindicatie met kleurindicatie (rood, oranje, groen)’...
  • Pagina 188: Soort Weergave-Element - Windkracht - Eenheid

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘display’ 13.10.12 Soort weergave-element – Windkracht – Eenheid Opties: km/h Met de parameter wordt vastgelegd met welke eenheid de windkracht in het weergave-element wordt weergegeven. 13.10.13 Soort weergave-element – Temperatuur – Eenheid Opties: °C °F Met de parameter wordt vastgelegd met welke eenheid de temperatuur in het weergave- element wordt weergegeven.
  • Pagina 189: Soort Weergave-Element - Schemer - Eenheid

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘display’ 13.10.16 Soort weergave-element – Schemer – Eenheid Opties: kLux Met de parameter wordt vastgelegd met welke eenheid de schemer in het weergave-element wordt weergegeven. 13.10.17 Soort weergave-element – Helderheid Aanwijzing Voor de optie "helderheid" van de parameter "soort weergave-element" zijn dezelfde aanvullende parameters beschikbaar als voor de optie "schemer".
  • Pagina 190: Soort Weergave-Element - Vochtigheid - Eenheid

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘display’ 13.10.19 Soort weergave-element – Vochtigheid – Eenheid Opties: Vastgelegd op % Met de parameter is vastgelegd met welke eenheid de luchtvochtigheid in het weergave- element wordt weergegeven. 13.10.20 Soort weergave-element – Luchtdruk – Eenheid Opties: Vastgelegd op Pa Met de parameter is vastgelegd met welke eenheid de luchtdruk in het weergave-element wordt...
  • Pagina 191: Bedieningselement 'Rtr Bedieningselement

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘RTR bedieningselement’ 13.11 Bedieningselement ‘RTR bedieningselement’ 13.11.1 Naam bedieningselement Opties: <Naam> Naam van RTR-bedieningselement. De naam mag maximaal 36 tekens lang zijn. 13.11.2 Extra functies/objecten Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt vastgelegd of de parameter "vertraging bij het lezen van telegrammen na reset [sec.]"...
  • Pagina 192: Bedieningsfunctie

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘RTR bedieningselement’ 13.11.4 Bedieningsfunctie 13.11.5 Huidige temperatuur weergeven Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt vastgelegd of de huidige temperatuur wordt weergegeven. 13.11.6 Temperatuureenheid verbergen Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt vastgelegd of de temperatuureenheid wordt weergegeven. 13.11.7 Temperatuureenheid Opties: °C...
  • Pagina 193: Fan-Coil-Besturing Bij Verwarmen

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘RTR bedieningselement’ 13.11.10 Fan-coil-besturing bij verwarmen Opties: Met de parameter wordt vastgelegd of tijdens het verwarmen de fan-coil-ventilator wordt aangestuurd. 13.11.11 Fan-coil-besturing bij koelen Opties: Met de parameter wordt vastgelegd of tijdens het koelen de fan-coil-ventilator wordt aangestuurd.
  • Pagina 194: Master Gebruikt "Zomercompensatie

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘RTR bedieningselement’ 13.11.15 Master gebruikt "zomercompensatie" Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt vastgelegd hoe de master de zomercompensatie gebruikt. 13.11.16 Vrijgave communicatieobject "blokkeren" 1-bit Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met een extra communicatieobject "blokkeren" is het mogelijk om de functie tijdelijk te blokkeren.
  • Pagina 195: Ventilatorstanden

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘RTR bedieningselement’ 13.11.20 Ventilatorstanden 13.11.21 Aantal ventilatorstanden Opties: 3 speeds 5 speeds 10 speeds (output 0-255) Met de parameter wordt het aantal ventilatorstanden vastgelegd. 13.11.22 Laagste handmatig instelbare ventilatorstand Opties: Speed 0 Speed 1 Het parameter wordt de laagste handmatig instelbare ventilatorstand vastgelegd.
  • Pagina 196: Instellingen Fan-Coil

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘RTR bedieningselement’ 13.11.23 Instellingen fan-coil 13.11.24 Standwaarden Opties: Volgens standaard-waardentabel Afzonderlijke waarde aangeven Met de parameter worden de criteria vastgelegd voor het weergeven van de standwaarden.   Producthandboek 2CKA002273B5018 │196...
  • Pagina 197: Bedieningselement "Split Unit Control

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement "Split Unit Control" 13.12 Bedieningselement "Split Unit Control" 13.12.1 Naam bedieningselement Opties: <Naam> Naam van schuifregelaar-bedieningselement, bijvoorbeeld naam van de lamp die wordt gedimd. De naam mag maximaal 36 tekens lang zijn. 13.12.2 Minimale gewenste waarde Opties: Instelmogelijkheid van 16 tot 32 Met de parameter wordt de minimale gewenste waarde vastgelegd.
  • Pagina 198: Werkelijke Temperatuur Weergeven

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement "Split Unit Control" 13.12.5 Werkelijke temperatuur weergeven Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt vastgelegd of de werkelijke temperatuur wordt weergegeven. 13.12.6 Aantal ventilatorstanden (zonder AUTO) Opties: Met de parameter wordt vastgelegd hoeveel ventilatorstanden (zonder AUTO) beschikbaar zijn. 13.12.7 Automatische modus voor ventilator gebruiken Opties: Gedeactiveerd...
  • Pagina 199: Modus Gebruiken: Koelen

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement "Split Unit Control" 13.12.10 Modus gebruiken: koelen Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt vastgelegd of de koelmodus wordt geactiveerd. 13.12.11 Modus gebruiken: drogen Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt vastgelegd of de droogmodus wordt geactiveerd. 13.12.12 Modus gebruiken: ventilator Opties: Gedeactiveerd...
  • Pagina 200: Extra Modus Gebruiken: Stille Modus

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement "Split Unit Control" 13.12.15 Extra modus gebruiken: stille modus Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt vastgelegd of de stille modus wordt geactiveerd. 13.12.16 Extra modus gebruiken: boost Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt vastgelegd of de extra boostmodus wordt geactiveerd. 13.12.17 Extra modus gebruiken: gedwongen werking Opties: Gedeactiveerd...
  • Pagina 201: Extra Modus Raamcontact Gebruiken

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement "Split Unit Control" 13.12.19 Extra modus raamcontact gebruiken Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt vastgelegd of de extra raamcontact-modus wordt geactiveerd. 13.12.20 Extra modus aanwezigheid gebruiken Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt vastgelegd of de extra aanwezigheidsmodus wordt geactiveerd. 13.12.21 Vrijgave communicatieobject "blokkeren"...
  • Pagina 202: Bedieningselement 'Audiosturing

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘audiosturing’ 13.13 Bedieningselement ‘audiosturing’ 13.13.1 Naam bedieningselement Opties: <Naam> Naam van RTR-bedieningselement voor de audiosturing. De naam mag maximaal 36 tekens lang zijn. 13.13.2 Aantal bronnen Opties: Instelmogelijkheid van 0 … 8 Met de parameter wordt ingesteld hoeveel audiobronnen vrijgegeven worden. –...
  • Pagina 203: Objecttype Sturing Afspelen/Pauze

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘audiosturing’ 13.13.3 Objecttype sturing afspelen/pauze Objecttype sturing afspelen/pauze: Opties: 1-bit 1-byte-waarde [0..255] Met de parameter wordt de grootte van het communicatieobject voor het verzenden van telegrammen vastgelegd. – 1-bit: Commando's van een afspeeltoets worden met 1 bit verzonden (0 of 1). De volgende aanvullende parameter is beschikbaar: Waarde voor afspelen: Opties:...
  • Pagina 204: Achteruit/Vooruit-Besturing Gebruiken

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘audiosturing’ 13.13.4 Achteruit/vooruit-besturing gebruiken Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd – Gedeactiveerd: Er wordt geen vooruit/achteruit-besturing vrijgeschakeld. Geen extra parameters beschikbaar. – Gedeactiveerd: De vooruit/achteruit-besturing wordt vrijgeschakeld. De volgende aanvullende parameter is beschikbaar:   Producthandboek 2CKA002273B5018 │204...
  • Pagina 205: Objecttype Achteruit/Vooruit-Besturing

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘audiosturing’ 13.13.5 Objecttype achteruit/vooruit-besturing Aanwijzing "Objecttype vooruit/achteruit-besturing" is alleen beschikbaar als "vooruit/achteruit-besturing gebruiken" is geactiveerd. Objecttype achteruit/vooruit-besturing: Opties: 1-bit 1-byte-waarde [0..255] Met de parameter wordt de grootte van het communicatieobject voor het verzenden van telegrammen vastgelegd.
  • Pagina 206: Toets Voor Geluid Uit Gebruiken

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘audiosturing’ 13.13.6 Toets voor geluid uit gebruiken Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd – Gedeactiveerd: Er wordt geen mutetoets vrijgegeven. Geen extra parameters beschikbaar. – Geactiveerd: De mutetoets wordt vrijgegeven. De volgende aanvullende parameter is beschikbaar: Objecttype geluid uit: Opties: 1-bit 1-byte-waarde [0..255]...
  • Pagina 207: Shuffle-Besturing Gebruiken

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘audiosturing’ 13.13.1 Shuffle-besturing gebruiken Opties: Gedeactiveerd   Geactiveerd – Gedeactiveerd: Willekeurig afspelen wordt niet vrijgegeven. Geen extra parameters beschikbaar. – Geactiveerd: Willekeurig afspelen wordt vrijgegeven. De volgende aanvullende parameter is beschikbaar: Objecttype shuffle-besturing gebruiken: Opties: 1-bit  ...
  • Pagina 208: Herhalingsbesturing Gebruiken

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘audiosturing’ 13.13.2 Herhalingsbesturing gebruiken Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd – Gedeactiveerd: Er wordt geen herhaling vrijgegeven. Geen extra parameters beschikbaar. – Geactiveerd: De herhaling wordt vrijgegeven. De volgende aanvullende parameter is beschikbaar: Objecttype herhalingsbesturing: Opties: 1-bit 1-byte-waarde [0..255] Met de parameter wordt de grootte van het communicatieobject voor het verzenden van telegrammen vastgelegd.
  • Pagina 209: Volumetoets Gebruiken

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘audiosturing’ 13.13.3 Volumetoets gebruiken Opties: – Nee: Er wordt geen volumetoets vrijgegeven. Geen extra parameters beschikbaar. – Ja: De volumetoets wordt vrijgegeven. De volgende aanvullende parameter is beschikbaar: Objecttype volumetoets: Opties: 2 x 1-bit 1 x 4 bit 1-byte-waarde [0..100%] Met de parameter wordt de grootte van het communicatieobject voor het verzenden van...
  • Pagina 210: Aan/Uit-Toets Gebruiken

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘audiosturing’ 13.13.4 AAN/UIT-toets gebruiken Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd – Gedeactiveerd: Er wordt geen AAN/UIT-toets vrijgegeven. Geen extra parameters beschikbaar. – Geactiveerd: De AAN/UIT-toets wordt vrijgegeven. De volgende aanvullende parameter is beschikbaar: Objecttype AAN/UIT-toets: Opties: 1-bit 1-byte-waarde [0..255] Met de parameter wordt de grootte van het communicatieobject voor het verzenden van telegrammen vastgelegd.
  • Pagina 211: Vrijgave Communicatieobject "Blokkeren" 1-Bit

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Bedieningselement ‘audiosturing’ 13.13.5 Vrijgave communicatieobject "blokkeren" 1-bit Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met een extra communicatieobject "blokkeren" is het mogelijk om de functie tijdelijk te blokkeren.   Producthandboek 2CKA002273B5018 │211...
  • Pagina 212: Toepassing "Ingangen

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing "ingangen" 13.14 Toepassing "ingangen" 13.14.1 Binaire ingang gebruiken Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt vastgelegd of de binaire ingang wordt gebruikt. – Gedeactiveerd: Geen weergave op paneel. Geen extra parameters beschikbaar. – Geactiveerd: De volgende parameters verschijnen: Objecttype ■...
  • Pagina 213 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing "ingangen" Waarde 1 ■ Opties: Met de parameter wordt de waarde 1 ingeschakeld. Aanwijzing – De parameter is alleen beschikbaar als de parameter "Objecttype" is ingesteld op "1-bit". – De parameter is alleen beschikbaar als de parameter "Reactie op indrukken"...
  • Pagina 214 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing "ingangen" Waarde 1 ■ Opties: Instelmogelijkheid van 0 … 255 Met de parameter wordt de byte-waarde voor de waarde 1 geselecteerd. Aanwijzing – De parameter is alleen beschikbaar als de parameter "Objecttype" op "1-byte-waarde [0..255]" is ingesteld. –...
  • Pagina 215 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing "ingangen" Waarde 1 ■ Opties: Auto Comfort Stand-by Vorst-/hittebeveiliging Met de parameter wordt de RTR bedrijfsmodus voor de waarde 1 geselecteerd. Aanwijzing – De parameter is alleen beschikbaar als de parameter "Objecttype" op "RTR bedrijfsmodus [1-byte]" is ingesteld. –...
  • Pagina 216 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing "ingangen" Sensortype ■ Opties: PT1000 6226/T Met de parameter wordt het type temperatuursensor geselecteerd. Temperatuur-offset [x0,1°C] ■ Opties: Instelmogelijkheid van -5 … 5 Met de parameter wordt de temperatuur-offset geselecteerd. Compensatie van geleiderfout ■ Opties: Weerstand Lengte...
  • Pagina 217 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing "ingangen" Filter ■ Opties: Inactief Laag (gemiddelde waarde over 4 metingen) Gemiddeld (gemiddelde waarde over 16 metingen) Hoog (gemiddelde waarde over 64 metingen) Met de parameter wordt het filter geselecteerd. Uitgangssignaal zenden ■ Opties: Cyclisch en bij verandering Alleen bij verandering Alleen cyclisch...
  • Pagina 218: Toepassing 'Storings- En Alarmmeldingen' - Algemene Instellingen

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘storings- en alarmmeldingen’ – algemene instellingen 13.15 Toepassing ‘storings- en alarmmeldingen’ – algemene instellingen 13.15.1 Storings- en alarmmeldingen gebruiken Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt vastgelegd of storings- en alarmmeldingen worden weergegeven. – Gedeactiveerd: Geen weergave op paneel.
  • Pagina 219: Export Vrijgegeven

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘storings- en alarmmeldingen’ – algemene instellingen 13.15.3 Export vrijgegeven Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt vastgelegd of de meldingen onder een vastgelegde bestandsnaam in csv-formaat worden geëxporteerd. De meldingen kunnen dan via de toepassingspagina worden geëxporteerd.
  • Pagina 220: Signaaltoon Voor Alarm

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘storings- en alarmmeldingen’ – algemene instellingen 13.15.5 Signaaltoon voor alarm Opties: Instelmogelijkheid van 1 … 5 Met de parameter wordt vastgelegd welke signaaltoon wordt afgespeeld als de melding wordt weergegeven. Er kan worden gekozen uit 5 verschillende signaaltonen. 13.15.6 Signaaltoon voor aanwijzing Opties: Instelmogelijkheid van 1 …...
  • Pagina 221: Toepassing 'Storings- En Alarmmeldingen' - Instellingen Van Individuele Meldingen

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘storings- en alarmmeldingen’ – instellingen van individuele meldingen 13.16 Toepassing ‘storings- en alarmmeldingen’ – instellingen van individuele meldingen 13.16.1 Naam melding Opties: <Naam> Naam van de melding. De naam mag maximaal 60 tekens lang zijn. 13.16.2 Soort melding Opties: Alarm...
  • Pagina 222 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘storings- en alarmmeldingen’ – instellingen van individuele meldingen Duur van audiosignaal [min.]: Opties: Instelmogelijkheid van 1 … 60 Met de parameter wordt vastgelegd hoe lang (in minuten) de vastgelegde signaaltoon wordt afgespeeld. Alarm herhalen zolang het actief is: Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd...
  • Pagina 223: Toepassing 'Scèneaktor

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘scèneaktor’ 13.17 Toepassing ‘scèneaktor’ 13.17.1 Naam scèneactor Opties: <Tekst> Naam van de scèneactor. De naam mag maximaal 60 tekens lang zijn. 13.17.2 Aantal deelnemers Opties: Instelmogelijkheden van 1 … 15 Met de parameter wordt vastgelegd hoeveel deelnemers (aktoren) deelnemen. Aanwijzing Voor iedere deelnemer verschijnt een eigen parameter "objecttype x".
  • Pagina 224: Objecttype X

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘scèneaktor’ 13.17.6 Objecttype x Opties: Schakelaar Rolluik Gedwongen werking 1-byte-waarde [0..100%] 1-byte-waarde [0..255] RGB Color 8-bit-scène RTR-bedrijfsmodus Temperatuur 14 byte-tekst Bestanddelen van een scène kunnen bij bediening of tijdens de uitvoering telegrammen via het bijbehorende communicatieobject verzenden.
  • Pagina 225 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘scèneaktor’ – 1-byte-waarde [0%..100%]: Een waarde wordt als 1-byte-procentwaarde verzonden. De volgende aanvullende parameter is beschikbaar: Waarde voor object x: Opties: Instelmogelijkheid van 0 … 100 – 1-byte-waarde [0..255]: Een waarde wordt als 1-byte-waarde zonder voorteken verzonden, bijvoorbeeld een instelwaarde, hoek of helderheidswaarde.
  • Pagina 226 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘scèneaktor’ Aanwijzing De parameter waarden voor "object x" is bij alle opties alleen instelbaar als de parameter "object x moet gewijzigd worden" is ingesteld op "ja".   Producthandboek 2CKA002273B5018 │226...
  • Pagina 227: Naam Scène

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘scèneaktor’ 13.17.7 Naam scène Opties: <Tekst> Naam van scène. De naam mag maximaal 60 tekens lang zijn. 13.17.8 Scènenummer Opties: Instelmogelijkheid van 1 … 64 Met de parameter wordt het nummer van de scène ingesteld. 13.17.9 Lichtscène kan gestart worden met Opties: Beide (0 of 1)
  • Pagina 228: Waarde Voor Object X

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘scèneaktor’ 13.17.12 Waarde voor object x Aanwijzing De instelmogelijkheden voor de parameter "waarde voor object x" zijn afhankelijk van de instelling van de parameter "objecttype x".   Producthandboek 2CKA002273B5018 │228...
  • Pagina 229: Toepassing 'Tijdprogramma's

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘tijdprogramma's’ 13.18 Toepassing ‘tijdprogramma's’ 13.18.1 Tijdprogramma's gebruiken Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Met de parameter wordt vastgelegd of het tijdprogramma wordt gebruikt. 13.18.2 Pagina beveiligd met pincode Opties: Met de parameter wordt ingesteld of de toepassingspagina voor tijdprogramma's met een pincode wordt beveiligd.
  • Pagina 230: Toepassing 'Logische Functies

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘logische functies’ 13.19 Toepassing ‘logische functies’ 13.19.1 Kanaal x — toepassing Kanaalnaam Opties: <Naam> Naam van kanaal. De naam mag maximaal 30 tekens lang zijn. Applicatie Opties: Inactief Logische poort Multiplexer Vermenigvuldiger Poort Temperatuurvergelijker Toestandsconverter Tijdfunctie Met de parameter wordt vastgelegd welke logische functie wordt toegewezen aan kanaal x.
  • Pagina 231 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘logische functies’ Logische functie: Opties: XNOR NAND Met parameter wordt vastgelegd aan welke logische poort de communicatieobjecten worden verbonden. Zie toelichting boven. Objecttype ingang x: Opties: 1-bit 1-byte Met de parameter wordt vastgelegd of het ingangsobject uit een 1-bit-waarde (0/1) of uit een 1-byte-waarde (0 …...
  • Pagina 232 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘logische functies’ Objecttype uitgave: Opties: 1-bit 1-byte Met de parameter wordt vastgelegd of het uitgangsobject uit een 1-bit-waarde (0/1) of uit een 1-byte-waarde (0 … 255) bestaat. Zie toelichting boven. Uitgangsobject verzenden: Opties: Bij ieder ingangstelegram Bij wijziging uitgangsobject Met de parameter wordt vastgelegd wanneer het uitgangsobject wordt verzonden.
  • Pagina 233 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘logische functies’ Waarde van uitgangsobject bij logisch onwaar: Opties: Uitgang wordt op 0 gezet Gedefinieerd door uitgang-instelwaarde onwaar Met de parameter wordt vastgelegd welke waarde het uitgangsobject heeft in de logische toestand "onwaar". Zie toelichting boven. –...
  • Pagina 234 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘logische functies’ Startvoorwaarden: Opties: 1-bit 1-byte Zie toelichting boven. – 1-bit: De volgende parameter verschijnt: Startcommando: Opties: UIT - telegram AAN - telegram Zie toelichting boven. – 1-byte: De volgende parameter verschijnt: Startcommando: Opties: Instelmogelijkheden van 0 …...
  • Pagina 235 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘logische functies’ – 1-bit: De volgende parameter verschijnt: Waarde uitgang x: Opties: Met de parameter wordt vastgelegd welke waarde het communicatieobject aan uitgang x heeft. – 1-byte [0..100%]: De volgende parameter verschijnt: Waarde uitgang x: Opties: Instelmogelijkheden van 0 …...
  • Pagina 236 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘logische functies’ De volgende parameters verschijnen: Datastroomrichting: Opties: Ingang -> uitgang Uitgang -> ingang Ingang <-> uitgang Met de parameter wordt vastgelegd in welke richting gegevens via het kanaal kunnen worden verzonden. Zie toelichting boven. Uitgangstelegram verzenden: Opties: Bij iedere ontvangst...
  • Pagina 237: Filterfunctie

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘logische functies’ Filterfunctie: Opties: Niet filteren Filter 0 Filter 1 Zie toelichting boven. – Gedwongen werking: Managementsystemen hebben via KNX direct toegang tot het apparaat. Bovendien kan worden bepaald dat met toetsen handmatig (gedwongen werking) met de impulsdrukkers kan worden gekozen.
  • Pagina 238 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘logische functies’ Ingangssignaal bij blokkering opslaan: Opties: Zie toelichting boven. – Temperatuurvergelijker: Met deze functie kunnen temperaturenwaarden met elkaar worden vergeleken. De volgende parameters verschijnen: Type vergelijker: Opties: Temperatuur met een constante 2 temperaturen Met deze functie kunnen twee temperaturen met elkaar worden vergeleken.
  • Pagina 239 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘logische functies’ – 1-bit: De volgende aanvullende parameters zijn beschikbaar: Waarde verzenden als ingang 1 > ingang 2: Opties: UIT-telegram AAN-telegram Met de parameter wordt vastgelegd welk uitgangsobject (AAN of UIT) verzonden wordt als ingang 1 logisch groter is dan ingang 2. Waarde verzenden als ingang 1 <...
  • Pagina 240 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘logische functies’ – Toestandsconverter: Met deze functie kan een ingangswaarde worden omgezet in een 14- byte-tekst of in meerdere 1-bit-telegrammen worden verdeeld. De volgende parameters verschijnen: Type converter: Opties: 1-bit -> tekst 1-byte -> tekst 1-byte ->...
  • Pagina 241 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘logische functies’ – 1-byte -> tekst: een 1-byte-waarde wordt naar tekst geconverteerd. De volgende parameter verschijnt: Aantal teksten: Opties: Instelmogelijkheden van 1 … 16 Met de parameter wordt ingesteld hoeveel waarden in teksten kunnen worden geconverteerd.
  • Pagina 242 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘logische functies’ – Tijdfunctie: Voor de tijdfunctie zijn de 1-bit-communicatieobjecten "ingang" en "uitgang" beschikbaar. Wanneer via het 1-bit-communicatieobject "ingang" een AAN-telegram wordt ontvangen, wordt de tijd voor de trappenhuisverlichting geactiveerd en een AAN-telegram naar het 1- bit-communicatieobject "uitgang"...
  • Pagina 243 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘logische functies’ Retriggerbaar: Opties: Met de parameter wordt vastgelegd of de vertragingstijden door het opnieuw schakelen van de trappenhuisverlichting gereset ofwel opnieuw gestart worden. – AAN/UIT-vertraging: De volgende parameters verschijnen: Inschakelvertragingstijd gebruiken: Opties: Met de parameter wordt vastgelegd of de tijdfunctie met een inschakelvertraging wordt geschakeld.
  • Pagina 244: Toepassing 'Interne Rtr

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20 Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.1 Algemeen — Regelaarfunctie Opties: Verwarmen Verwarmen met extra trap Koelen Koelen met extra trap Verwarmen en koelen Verwarmen en koelen met extra trappen – Verwarmen: Voor het gebruik van een regeling op basis van de warmte van een afzonderlijke ruimte.
  • Pagina 245: Algemeen - Bedrijfsmodus Na Reset

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.2 Algemeen – Bedrijfsmodus na reset Opties: Comfort Stand-by Eco-modus Vorst-/hittebeveiliging In de bedrijfsmodus na reset werkt het apparaat na een herstart zolang totdat eventueel een nieuwe bedrijfsmodus door bediening van het apparaat of de communicatieobjecten worden ingesteld.
  • Pagina 246: Algemeen - Extra Functies/Objecten

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.3 Algemeen – Extra functies/objecten Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd – Deze parameter schakelt extra functies en communicatieobjecten vrij. 13.20.4 Algemeen — vertragingstijd voor leestelegrammen na reset [s] Opties: Instelmogelijkheid van 1 – 255 seconden –...
  • Pagina 247: Regeling Verwarmen - Soort Stelgrootte

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.2 Regeling verwarmen — soort stelgrootte Opties: 2-punts 1 bit, uit/aan 2-punts 1 byte, 0/100% PI continu, 0-100% PI PWM, aan/uit Fan-coil Via het regelaartype wordt de regelingsklep voor de aansturing gekozen. –...
  • Pagina 248: Regeling Verwarmen - Soort Verwarming

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.3 Regeling verwarmen — soort verwarming Opties: PI continu, 0 – 100% en PI PWM, aan/uit: Oppervlak (bijvoorbeeld vloerverwarming) 4°C 200 min ■ Convector (bijvoorbeeld radiator) 1,5°C 100min ■ Vrije configuratie ■ Fan-coil: Fan-coil 4°C 90min ■...
  • Pagina 249: Regeling Verwarmen - I-Aandeel (Min.)

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.5 Regeling verwarmen — I-aandeel (min.) Opties: Instelmogelijkheid tussen 0 – 255 Het I-aandeel staat voor de nasteltijd van een regeling. Het integrale aandeel zorgt ervoor dat de kamertemperatuur langzaam de gewenste waarde nadert en deze uiteindelijk ook bereikt. Afhankelijk van het gebruikte installatietype moet de nasteltijd verschillende groottes aannemen.
  • Pagina 250: Basisstand Verwarmen - Hysteresis (X 0,1°C)

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.10 Basisstand verwarmen — hysteresis (x 0,1°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 3 – 255 De hysteresis van de tweepunts regelaar geeft de schommelingsbreedte van de regelaar om de gewenste waarde aan. Het onderste schakelpunt ligt bij ‘gewenste waarde min hysteresis’ en de bovenste bij ‘gewenste waarde plus hysteresis’.
  • Pagina 251: Basistand Verwarmen - Pwm-Cyclus Verwarmen (Min)

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.13 Basistand verwarmen — PWM-cyclus verwarmen (min) Opties: Instelmogelijkheid tussen 1 – 60 minuten Bij PI PWM, aan/uit worden de procentuele stelgroottes omgezet in een puls-pauzesignaal. Dat betekent dat een gekozen PWM-cyclus overeenkomstig de stelgrootte in een aan- en een uit- fase wordt opgedeeld.
  • Pagina 252: Instellingen Basisbelasting - Basisbelasting Min. Stelgrootte > 0

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.16 Instellingen basisbelasting — basisbelasting min. stelgrootte > 0 Opties: Altijd actief Activeren via object Deze functie wordt gebruikt als in het gewenste bereik, bijvoorbeeld bij een vloerverwarming, de vloer over een basiswarmte moet beschikken. De hoogte van de minimale stelgrootte geeft aan hoeveel verwarmingsmedium door het geregelde bereik stroomt, ook als de stelgrootteberekening van de regelaar een lagere waarde zou aangeven.
  • Pagina 253: Instellingen Gewenste Waarden - Ingestelde Temperatuur Comfort Verwarmen (°C)

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.18 Instellingen gewenste waarden – ingestelde temperatuur comfort verwarmen (°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 10 – 40 Vastleggen van de comforttemperatuur voor verwarmen bij aanwezigheid. Opmerking Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter "Regelaarfunctie" op "Verwarmen", "Verwarmen met extra stand", "Verwarmen en koelen"...
  • Pagina 254: Instellingen Gewenste Waarden - Ingestelde Temperatuur Vorstbeveiliging (°C)

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.21 Instellingen gewenste waarden — ingestelde temperatuur vorstbeveiliging (°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 5 – 15 Gebouwbeschermingsfunctie tegen koude. Bij apparaten met display wordt deze modus aangegeven met het vorstbeveiliging-symbool. De handmatige bediening is geblokkeerd. Opmerking Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter ‘regelaarfunctie’...
  • Pagina 255: Wijziging Gewenste Waarde - Max. Handmatige Verlaging Bij Verwarming (0 - 9°C)

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.25 Wijziging gewenste waarde – max. handmatige verlaging bij verwarming (0 - 9°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 0 – 9 Door deze waarde kan een beperking van de handmatige verlaging in de verwarmingsmodus worden gerealiseerd.
  • Pagina 256: Wijziging Gewenste Waarde - Resetten Van De Handmatige Verstelling Via Object

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.28 Wijziging gewenste waarde – Resetten van de handmatige verstelling via object Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Bij activering kan via een afzonderlijk object de handmatige waarde-instelling op ieder moment worden gewist. Toepassingsvoorbeeld: resetten van de handmatige verstelling van alle zich in een kantoorgebouw bevindende apparaten met een klok in het systeem.
  • Pagina 257: Temperatuurdetectie - Weging Interne Meting (0

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.32 Temperatuurdetectie – weging interne meting (0..100%) Opties: Instelmogelijkheid tussen 0 – 100 Vastleggen van de weging van de interne meting van 0 tot 100%. Opmerking Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter ‘ingangen gewogen temperatuurdetectie’...
  • Pagina 258: Temperatuurdetectie - Vergelijkingswaarde Voor Interne Temperatuurmeting (X 0,1°C)

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.36 Temperatuurdetectie – waardeverschil voor zenden van de werkelijke temperatuur (x 0,1°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 1 – 100 Als de temperatuurwijziging groter is dan het geparametreerde verschil tussen gemeten en de laatste verzonden werkelijke temperatuur, wordt de gewijzigde waarde verzonden. Opmerking Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter ‘ingangen temperatuurdetectie’...
  • Pagina 259: Temperatuurdetectie - Stelgrootte Bij Storing (0 - 255)

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.39 Temperatuurdetectie — stelgrootte bij storing (0 - 255) Opties: Instelmogelijkheid tussen 0 – 255 Als de meting van de werkelijke temperatuur uitvalt, kan het apparaat de stelgrootte niet meer zelf bepalen. Bij een storing wordt in plaats van een geparametreerde 2-punts regeling (1 bit) automatisch een PWM-regeling (1 bit) met een vaste cyclustijd van 15 minuten gebruikt.
  • Pagina 260: Regeling Extra Stand Verwarmen - Soort Extra Verwarming

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.43 Regeling extra stand verwarmen — soort extra verwarming Opties: PI continu, 0-100% en PI PWM, aan/uit: Oppervlak (bijvoorbeeld vloerverwarming) 4°C 200 min ■ Convector (bijvoorbeeld radiator) 1,5°C 100min ■ Vrije configuratie ■...
  • Pagina 261: Regeling Extra Stand Verwarmen - I-Aandeel (Min)

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.45 Regeling extra stand verwarmen — I-aandeel (min) Opties: Instelmogelijkheid tussen 0 – 255 Het I-aandeel staat voor de nasteltijd van een regeling. Het integrale aandeel zorgt ervoor dat de kamertemperatuur langzaam de gewenste waarde nadert en deze uiteindelijk ook bereikt. Afhankelijk van het gebruikte installatietype moet de nasteltijd verschillende groottes aannemen.
  • Pagina 262: Regeling Koelen - P-Aandeel (X 0,1°C)

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.47 Regeling koelen — P-aandeel (x 0,1°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 10 – 100 Het P-aandeel staat voor het proportionele bereik van een regeling. Deze schommelt om de gewenste waarde en heeft de functie bij een PI-regeling de snelheid van de regeling te beïnvloeden.
  • Pagina 263: Basisstand Koelen

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.50 Basisstand koelen Opmerking Niet beschikbaar als de parameter ‘geavanceerde instellingen’ onder ‘regeling koelen op ‘ja’ staat. 13.20.51 Basisstand koelen – Statusobject koelen Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd De parameter schakelt het communicatieobject "Status koelen" vrij. 13.20.52 Basisstand koelen —...
  • Pagina 264: Basisstand Koelen - Hysteresis (X 0,1°C)

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.53 Basisstand koelen — hysteresis (x 0,1°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 3 – 255 De hysteresis van de tweepunts regelaar geeft de schommelingsbreedte van de regelaar om de gewenste waarde aan. Het onderste schakelpunt ligt bij ‘gewenste waarde min hysteresis’ en de bovenste bij ‘gewenste waarde plus hysteresis’.
  • Pagina 265: Basistand Koelen - Pwm Cyclisch Koelen (Min)

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.55 Basistand koelen – PWM cyclisch koelen (min) Opties: Instelmogelijkheid tussen 1 – 60 minuten Bij PI PWM, aan/uit worden de procentuele stelgroottes omgezet in een puls-pauzesignaal. Dat betekent dat een gekozen PWM-cyclus overeenkomstig de stelgrootte in een aan- en een uit- fase wordt opgedeeld.
  • Pagina 266: Instellingen Basisbelasting - Basisbelasting Min. Stelgrootte > 0

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.58 Instellingen basisbelasting — basisbelasting min. stelgrootte > 0 Opties: Altijd actief Activeren via object Deze functie wordt gebruikt als in het gewenste bereik, bijvoorbeeld bij een vloerverwarming, de vloer over een basiswarmte moet beschikken. De hoogte van de minimale stelgrootte geeft aan hoeveel verwarmingsmedium door het geregelde bereik stroomt, ook als de stelgrootteberekening van de regelaar een lagere waarde zou aangeven.
  • Pagina 267: Instellingen Gewenste Waarden - Ingestelde Temperatuur Comfort Koelen (°C)

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ Opmerking De volgende parameters zijn zonder activering ‘uitgebreide instellingen’ beschikbaar. 13.20.60 Instellingen gewenste waarden — ingestelde temperatuur comfort koelen (°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 10 – 40 Vastleggen van de comforttemperatuur voor koelen bij afwezigheid. Opmerking Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter ‘regelaarfunctie’...
  • Pagina 268: Instellingen Gewenste Waarden - Ingestelde Temperatuur Hittebescherming (°C)

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.63 Instellingen gewenste waarden — ingestelde temperatuur hittebescherming (°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 27 – 45 Gebouwbeschermingsfunctie tegen hitte. Bij apparaten met display wordt deze modus aangegeven met het hittebescherming-symbool. De handmatige bediening is geblokkeerd. Opmerking Deze parameter is alleen beschikbaar als de parameter ‘regelaarfunctie’...
  • Pagina 269: Wijziging Gewenste Waarde - Max. Handmatige Verlaging Bij Koelen (0 - 9°C)

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.67 Wijziging gewenste waarde – max. handmatige verlaging bij koelen (0 - 9°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 0 – 9 Door deze waarde kan een beperking van de handmatige verlaging in de koelmodus worden gerealiseerd.
  • Pagina 270: Wijziging Gewenste Waarde - Resetten Van De Handmatige Verstelling Via Object

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.70 Wijziging gewenste waarde – Resetten van de handmatige verstelling via object Opties: Gedeactiveerd Geactiveerd Bij activering kan via een afzonderlijk object de handmatige waarde-instelling op ieder moment worden gewist. Toepassingsvoorbeeld: resetten van de handmatige verstelling van alle zich in een kantoorgebouw bevindende apparaten met een klok in het systeem.
  • Pagina 271: Temperatuurdetectie - Ingangen Gewogen Temperatuurdetectie

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.74 Temperatuurdetectie – ingangen gewogen temperatuurdetectie Opties: Interne en externe meting 2 x externe meting Interne en 2x externe meting Vastlegging van de ingangen van de temperatuurdetectie van de gewogen meting, die als gemiddelde waarde als ingangsgrootte voor de regeling dienen.
  • Pagina 272: Temperatuurdetectie - Vergelijkingswaarde Voor Interne Temperatuurmeting (X 0,1°C)

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ Opties: Instelmogelijkheid tussen 5 – 240 De door het apparaat gebruikte werkelijke temperatuur kan cyclisch naar de bus worden verzonden. 13.20.79 Temperatuurdetectie – waardeverschil voor zenden van de werkelijke temperatuur (x 0,1°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 1 –...
  • Pagina 273: Temperatuurdetectie - Bewakingstijd Temperatuurdetectie (0 = Geen Bewaking) (Min)

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.81 Temperatuurdetectie — bewakingstijd temperatuurdetectie (0 = geen bewaking) (min) Opties: Instelmogelijkheid tussen 0 – 120 Als binnen de geparametreerde tijd geen temperatuur wordt gemeten, schakelt het apparaat naar de storingsmodus. Hij stuurt een telegram via het object ‘storing werkelijke temperatuur (master)’...
  • Pagina 274: Alarmfuncties - Dauwpuntalarm

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.84 Alarmfuncties — Dauwpuntalarm Opties: Bij gebruik van koelmachines kan er tijdens de werking dauwwater ontstaan aan de koelmiddelleidingen door een sterke afkoeling en/of te hoge luchtvochtigheid. De dauwmelder meldt de dauwvorming via het object "dauwpuntalarm" (alleen ontvangend). Daardoor schakelt de regelaar naar een beschermingsfunctie.
  • Pagina 275: Zomercompensatie

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.87 Zomercompensatie 13.20.88 Zomercompensatie — zomercompensatie Opties: Om energie te sparen en om het temperatuurverschil bij het betreden en verlaten van een gebouw met airconditioning binnen aangename grenzen te houden, zou in de zomer bij hoge buitentemperaturen een te sterke verlaging van de kamertemperatuur moeten worden voorkomen (zomercompensatie volgens DIN 1946).
  • Pagina 276: Zomercompensatie - (Laagste) Begintemperatuur Voor Zomercompensatie (°C)

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.89 Zomercompensatie — (laagste) begintemperatuur voor zomercompensatie (°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen -127 – 127 Met de parameter wordt een waarde vastgelegd voor de laagste buitentemperatuurwaarde, tot welke temperatuurwaarde de instelwaardecorrectie (zomercompensatie) op grond van een te hoge buitentemperatuur wordt uitgevoerd.
  • Pagina 277: Zomercompensatie - Offset Ingestelde Temperatuur Bij Einde Zomercompensatie (X 0,1°C)

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.92 Zomercompensatie — offset ingestelde temperatuur bij einde zomercompensatie (x 0,1°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen -127 – 127 Met de parameter wordt vastgelegd met hoeveel Kelvin de ingestelde waarden tijdens de zomercompensatie verhoogd moet worden als de hoogste buitentemperatuurwaarde is bereikt. Typische waarden voor de zomercompensatie zijn_ 20 °C: laagste buitentemperatuurwaarde ■...
  • Pagina 278: Regeling Extra Stand Koelen - Soort Koeling

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.93 Regeling extra stand koelen — soort koeling Opties: PI continu, 0-100% en PI PWM, aan/uit: Oppervlak (bijvoorbeeld koelplafond) 5°C 240min ■ Vrije configuratie ■ Fan-coil: Fan-coil 4°C 90min ■ Vrije configuratie ■...
  • Pagina 279: Regeling Extra Stand Koelen - I-Aandeel (Min)

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.95 Regeling extra stand koelen — I-aandeel (min) Opties: Instelmogelijkheid tussen 0 – 255 Het I-aandeel staat voor de nasteltijd van een regeling. Het integrale aandeel zorgt ervoor dat de kamertemperatuur langzaam de gewenste waarde nadert en deze uiteindelijk ook bereikt. Afhankelijk van het gebruikte installatietype moet de nasteltijd verschillende groottes aannemen.
  • Pagina 280: Gecombineerd Verwarmen En Koelen - Bedrijfsmodus Na Reset

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.98 Gecombineerd verwarmen en koelen — bedrijfsmodus na reset Opties: Koelen Verwarmen Na een busspaningsuitval, een reset van de installatie of het monteren van het apparaat aan de busaankoppelaar start het apparaat in de geparametreerde ‘bedrijfsmodus na reset’. Door de onder ‘omschakeling verwarmen/koelen’...
  • Pagina 281: Instellingen Gewenste Waarden - Hysteresis Voor Omschakeling Verwarmen/Koelen (X 0,1°C)

    Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.101 Instellingen gewenste waarden — hysteresis voor omschakeling verwarmen/koelen (x 0,1°C) Opties: Instelmogelijkheid tussen 5 – 100 De parameter legt de enkelzijde hysteresis vast voor de omschakeling tussen verwarmen en koelen als ‘gewenste waarde verwarmen comfort = gewenste koelen comfort’ actief is. Als de ruimtetemperatuur de gewenste temperatuurwaarde plus hysteresis overschrijdt vindt de omschakeling naar koelen plaats.
  • Pagina 282 Parameters voor bedieningselementen en toepassingen Toepassing ‘interne RTR’ 13.20.104 Gecombineerd verwarmen en koelen — uitgave stelgrootte extra stand verwarmen en koelen Opties: Via 1 object Via 2 objecten Via deze parameter wordt ingesteld of de stelgrootte via één of twee objecten aan de airco- aktor wordt verstuurd.
  • Pagina 283: Communicatieobjecten

    Communicatieobjecten Toepassing ‘interne RTR’ Communicatieobjecten Um einen schnellen Überblick über die Funktionsmöglichkeit des Dimmers zu erhalten, sind alle Kommunikationsobjekte in einer Übersichtstabelle aufgeführt. Die detaillierte Funktion kann in der anschließenden Beschreibung der einzelnen Kommunikationsobjekte nachgelesen werden. ® Om snel een overzicht te verkrijgen over de functiemogelijkheid van de Busch-RoomTouch inbouw, zijn alle communicatieobjecten opgenomen in een overzichtstabel.
  • Pagina 284 Communicatieobjecten Toepassing ‘interne RTR’ Schakelen Tussen donker en licht [1.001] Ingang 1 bit wisselen (donker = 1) Schakelen [5.001] Volume signaaltoon Ingang 1 byte Procent (0..100%) [1.001] Alles bevestigen [1 bit] Ingang 1 bit Schakelen [5.001] Stelgrootte verwarmen Uitgang 1 bit Procent (0..100%) [5.001]...
  • Pagina 285 Communicatieobjecten Toepassing ‘interne RTR’ [9.001] Gewenste waarde Ingang 2 bytes Temperatuur aanvragen (master) (°C) [9.001] Gewenste waarde Uitgang 2 bytes Temperatuur bevestigen (master) (°C) [5.001] Regelaarstatus HVAC Uitgang 1 byte Procent (master) (0..100%) Ingang/ [16.001] Waarde 1 [verzenden] 1 byte uitgang Scènesturing [16.001]...
  • Pagina 286 Communicatieobjecten Toepassing ‘interne RTR’ [5.001} Status hoogte [0..100%] Ingang 1 byte Procent (0..100%) [1.001] Windalarm Ingang 1 bit Alarm [9.004] Luchtdruk Ingang 2 bytes Waarde [5.001] Ingang/ Waarde rood 1 byte Telimpulsen uitgang (0..255) [5.010] Ingang/ Waarde groen 1 byte Telimpulsen uitgang (0..255)
  • Pagina 287 Communicatieobjecten Toepassing ‘interne RTR’ Ingang/ [1.002] Uitgang 3 1 bit uitgang Booleaans [1.002] Uitgang 8 (MSB) Uitgang 1 bit Booleaans Ingang/ [1.002] Uitgang 9 1 bit uitgang Booleaans Ingang/ [1.002] Uitgang 10 1 bit uitgang Booleaans Ingang/ [1.002] Uitgang 11 1 bit uitgang Booleaans...
  • Pagina 288 Communicatieobjecten Toepassing ‘interne RTR’ [16.001] Object 1 [verzenden] Uitgang 14 bytes Telimpulsen [16.001] Object 1 [ontvangen] Ingang 14 bytes Telimpulsen [232.600] Object 2 [verzenden] Uitgang 3 bytes Kleur RGB [232.600] Object 2 [ontvangen] Ingang 3 bytes Kleur RGB [232.600] Object 3 [verzenden] Uitgang 3 bytes Kleur RGB...
  • Pagina 289 Communicatieobjecten Toepassing ‘interne RTR’ [232.600] Object 13 [ontvangen] Ingang 3 bytes Kleur RGB [232.600] Object 14 [verzenden] Uitgang 3 bytes Kleur RGB [232.600] Object 14 [ontvangen] Ingang 3 bytes Kleur RGB [232.600] Object 15 [verzenden] Uitgang 3 bytes Kleur RGB [232.600] Object 15 [ontvangen] Ingang...
  • Pagina 290 Communicatieobjecten Toepassing ‘interne RTR’ [9.001] Gewenste waarde Ingang/ 2 bytes Temperatuur bevestigen (slave) uitgang (°C) [5.010] Verwarmen/koelen vraag Uitgang 1 bit Verwarmen/ (slave) koelen [1.100] Verwarmen/koelen aanvraag Ingang 1 bit Verwarmen/ koelen Fan-coil handmatig [1.001] Uitgang 1 bit bevestigen (master) Schakelen Fan-coil handmatig Ingang/...
  • Pagina 291 Communicatieobjecten Toepassing ‘interne RTR’ [9.001] Gewenste waarde koelen Ingang 2 bytes Temperatuur gebouwbescherming (°C) [9.001] Fout gewenste waarde Uitgang 1 bit Temperatuur (°C) [9.001] Grenstemperatuur Ingang 2 bytes Temperatuur verwarmen basistrap (°C) [9.001] Grenstemperatuur Ingang 2 bytes Temperatuur verwarmen extra trap (°C) [9.001] Grenstemperatuur koelen...
  • Pagina 292 Communicatieobjecten Toepassing ‘interne RTR’ [9.001] Omschakeling eenheden Ingang 2 bytes Temperatuur (°C) [9.001] Ingang/ ꞏGewenste temperatuur 2 bytes Temperatuur uitgang (°C) [9.001] Temperatuurafstelling Ingang 2 bytes Temperatuur (°C) [16.001] Ingang/ Melding 14 bytes Telimpulsen uitgang (-128..127) [16.001] Melding resetten Uitgang 14 bytes Telimpulsen [14 bytes]...
  • Pagina 293 Communicatieobjecten Toepassing ‘interne RTR’ [5.001} Ingang/ Volume 1 byte Procent uitgang (0..100%) Ingang/ [1.001] Aan/Uit 1 bit uitgang Schakelen [1.002] Infopagina activeren Ingang 1 bit Waarde [16.001] Infopagina regel 1 Ingang 14 bytes Telimpulsen (0..255) [16.001] Infopagina regel 2 Ingang 14 bytes Telimpulsen (0..255)
  • Pagina 294: Notities

    Notities Notities   Producthandboek 2CKA002273B5018 │294...
  • Pagina 295: Index

    Index Index extra functies/objecten ...... 191  A  master gebruikt ........ 194  Aansluiting en inbouw ..........33, 36, 37 Aansluiting, inbouw / montage ..........28 standwaarden .......... 196  Aansluitschema en maatschetsen ........26 vertragingstijd ... na reset  ...... 191  Aansluitschema's ............27, 37 "schakelaar" Alarmfuncties — Condenswateralarm ....... 273 objecttype waarde 1 / waarde 2 .. 139, 140  Alarmfuncties — Dauwpuntalarm ........274 "Split Unit Control"...
  • Pagina 296 Index optie "CO2" – eenheid ..........189 Bedieningselement "schuifregelaar dimmer" optie "lineaire meetindicatie" – objecttype ....185 helderheidsverandering [%] ........157, 162 optie "luchtdruk" – eenheid ........... 190 naam bedieningselement ........155, 197 optie "regen" – tekst bij geen regen ......188 schuifregelaar zendt ............157 optie "regen"...
  • Pagina 297 Index optie "lineaire meetindicatie" – meetindicatie met met DCA................40 kleurindicatie (rood, oranje, groen) ....184, 187 procedure ................46 optie "lineaire meetweergave" – waarde in Installatie bedieningselement weergeven ........ 184 procedure ................41 Bedieningselementen bewerken ......... 85 Instellingen basisbelasting — basisbelasting min. stelgrootte Bedieningspagina's >...
  • Pagina 298 Index Overdracht PID-bestand(configuratiebestand) ....137 "ingangen" ...............87, 212 "storings- en alarmmeldingen" P  naam melding .......... 221  Paneel soort alarm .......... 221  basisstructuur ..............45 soort melding  ........... 221  Personeelskwalificatie ............17 ‘favoriete bedieningselementen’........91 Planningsaanwijzingen ............28 ‘interne RTR’ ............91, 244 R  ‘logische functies’ ............90, 230 ‘scèneaktor’ ............89, 91, 223 Regelaarfunctie ..............
  • Pagina 299 Index W  Wijziging gewenste waarde – Resetten van de handmatige verstelling via object ..........256, 270 Wijziging gewenste waarde – max. handmatige verhoging bij koelen (0 - 9°C) ............268 Z  Wijziging gewenste waarde – max. handmatige verhoging bij Zomercompensatie ............275 verwarming (0 - 9°C) ............
  • Pagina 300 Busch-Jaeger Elektro GmbH Een onderneming van de ABB- groep Freisenbergstraße 2 D-58513 Lüdenscheid www.BUSCH-JAEGER.de Klantenservice: Tel.: +49 2351 956-1600 © Copyright 2023 Busch-Jaeger Elektro GmbH Alle rechten voorbehouden...

Inhoudsopgave