RELAISUITGANGEN instellen (venster 63 en 64)
De RELAISUITGANGEN Rl en R2 kunnen worden ingesteld voor NO- en NC-
contacten.
LET OP!
Als de voedingsspanning van de lastmonitor is uitgeschakeld, staan de relaiscontacten altijd
in de NO-positie.
Zie DIGITALE INGANG (venster 81)
De DIGITALE INGANG kan worden ingesteld op:
RES: Externe RESET
(standaard)
AU: Externe AUTOSET
bLo: Vooralarm blok-
keren
BLOKKEERTIJD instellen (venster 82)
Om de tijd in te stellen op de gewenste blokkeertijd, nadat het BLOKKEER com-
mando is vrijgegeven (zie ook venster 81). Standaard = 0,0 sec.
MAX Hoofdalarmniveau [11]
MAX Vooralarmniveau [12]
AUTOSET-niveau
Relais 1 Hoofdalarm
Relais 2 Vooralarm
Vooralarm geblokkeerd
Blokkeersignaal=HOOG op klem 5 DIG [81]
Afb. 11 Blokkeertijd
om een alarm te annuleren.
om AUTOSET uit te voeren m.b.v.een extern signaal.
om de vooralarmfunctie te blokkeren en de blokkeertijd te starten.
Als de ingang hoog is, wordt een vooralarm geblokkeerd, d.w.z. dat
het alarm genegeerd wordt. Zie ook venster 82.
t/s
Blokkeertijd [82]