7
GEAVANCEERDE FUNCTIES
ALARMNIVEAUS handmatig instellen (venster 11-14)
De alarmniveaus kunnen handmatig worden ingesteld, zonder gebruikmaking van
AUTOSET. Ook de met AUTOSET ingestelde niveaus kunnen naderhand aangepast
worden (fijnafstelling).
Beveiliging (Last-monitorfunctie,
venster 05)
OVER- en ONDERBELASTING
(standaard)
OVERBELASTING
ONDERBELASTING
MARGES instellen (venster 21-24)
De MARGES voor AUTOSET kunnen handmatig worden gewijzigd. Na aanpassing
van de marges moet de AUTOSET-procedure opnieuw worden uitgevoerd om de
nieuwe marges te activeren.
Beveiliging (Last-monitorfunctie
venster 05)
OVER- en ONDERBELASTING
(standaard)
OVERBELASTING
ONDERBELASTING
Alarm levels
(Window)
11: MAX Hoofdalarm
12: MAX Vooralarm
13: MIN Vooralarm
14: MIN Hoofdalarm
11: MAX Hoofdalarm
12: MAX Vooralarm
13: MIN Vooralarm
14: MIN Hoofdalarm
Venster
21: MAX Hoofdalarmmarge
22: MAX Vooralarmmarge
23: MIN Vooralarmmarge
24: MIN Hoofdalarmmarge
21: MAX Hoofdalarmmarge
22: MAX Vooralarmmarge
23: MIN Vooralarmmarge
24: MIN Hoofdalarmmarge
Standaard
100%
100%
0%
0%
100%
100%
0%
0%
Standaard
16%
8%
8%
16%
16%
8%
8%
16%