10. Alarmfunctie
Op het apparaat kunnen twee alarmtijden (AL1 en AL2) onafhankelijk van elkaar worden ingesteld.
10.1.
Alarmtijd instellen
Druk in uitgeschakelde status op de toets AL1 of AL2 om alarm 1 of alarm 2 te activeren.
Met de toetsen
en
Druk een of meerdere keren op de toets TIMER en selecteer of het alarm regelmatig van maan-
dag tot vrijdag, in het weekend of dagelijks moet worden gestart. De geactiveerde dagen wor-
den op het display weergegeven.
Houd de toets TIMER ingedrukt om een afzonderlijke dag te selecteren. De geselecteerde dag
wordt op het display weergegeven. Druk opnieuw op de toets TIMER om een andere dag te se-
lecteren.
Druk opnieuw op de toets AL1 of AL2 en selecteer of u op de alarmtijd de radio, een audio-cd of
een geluidssignaal wilt starten. Op de onderstaande afbeelding ziet u een geactiveerd alarm 1 in
de cd-modus (1), een geactiveerd alarm 1 in de radiomodus (2) en een geactiveerd alarm 1 met
een geluidssignaal (3).
Druk op de toets
om terug naar de basismodus te gaan.
Voor de radio en een audio-CD geldt een wekduur van 60 minuten, het geluidssig-
naal klinkt gedurende 10 minuten.
10.1.1.
Einde van de alarmtijd
Bij het bereiken van de ingestelde wektijd wordt de radio of de audio-cd ingeschakeld of zijn ge-
luidssignalen te horen.
Druk op de toets AL1 of AL2 om het alarm voor 24 uur uit te zetten.
Druk op de toets
als het weksignaal na 9 minuten moet worden herhaald.
10.1.2.
Alarm uitschakelen
Druk op AL1 of op AL2 om het alarm te selecteren dat u definitief wilt uitzetten.
Druk meerdere keren op AL1 of AL2 tot het betreffende alarmpictogram uitgaat.
24
kunt u de gewenste alarmtijd instellen.
3
1
2