8.4. Radiomodus
Wikkel de aangesloten draadantenne helemaal af om FM te ontvangen.
Schakel het apparaat in.
Als u de radio inschakelt, start deze in de laatst gebruikte modus (wanneer u het
apparaat voor het eerst inschakelt, is dit CD-MODE). Druk eventueel twee keer op
de toets FUNC om naar de radiomodus te gaan.
Druk op de toets
uisteren.
Druk op de toets STOP/
wilt weergeven.
8.4.1. Handmatig naar zenders zoeken
Druk op de toets
Druk op de toets
Houd de toets
of
Druk één keer op de toets MEM om de ingestelde radiofrequentie op te slaan. De frequentie
wordt op het display weergegeven en de laatst gebruikte opslagplaats en de weergave
gaan knipperen. Druk nu op de toets PRE- of PRE+ tot de gewenste opslagplaats verschijnt.
Druk opnieuw op de toets MEM om deze opslagplaats toe te wijzen. Een eventueel eerder opge-
slagen zender wordt overschreven.
Er zijn in totaal 40 opslagplaatsen voor zenders beschikbaar (20 voor User A en 20 voor User B).
8.4.2. Automatisch naar zenders zoeken
Op het apparaat is de radiomodus ingeschakeld.
Houd de toets
circa 3 seconden ingedrukt.
Er wordt automatisch naar zenders gezocht en deze worden opgeslagen. Op het display brandt
. Opslagplaatsen die eerder handmatig zijn toegekend, worden overschreven.
8.4.3. Opgeslagen zenders openen
Met de toetsen PRE+ of PRE- kunt u eerder opgeslagen radiozenders openen.
Richt eventueel de draadantenne opnieuw, zodat de ontvangst optimaal is.
8.4.4. User selecteren
Houd de toets FUNC ingedrukt om tussen
tussen het opslagniveau voor radiozenders.
Iedere user kan onafhankelijk van andere users 20 radiozenders opslaan.
/MO/ST als u in de radiomodus wilt overschakelen van stereo- naar monol-
i
als u op het display in plaats van de naam van de zender de frequentie
om stapsgewijs naar een hogere ontvangstfrequentie te gaan.
om stapsgewijs naar een lagere ontvangstfrequentie te gaan.
ingedrukt om naar de volgende zender te gaan.
USER A
en
USER B
te schakelen. Hierdoor schakelt u
NL
PL
19