6. DAGELIJKS GEBRUIK
WAARSCHUWING!
Raadpleeg de hoofdstukken Veiligheid.
6.1 In- en uitschakelen
Houd
ingedrukt om de kookplaat in of uit
te schakelen.
6.2 Pandetectie
Deze functie geeft de aanwezigheid van
kookgerei op de kookplaat aan en schakelt
de kookzones uit als er tijdens een
kooksessie geen kookgerei wordt
gedetecteerd.
Als je kookgerei op een kookzone plaatst
voordat je een kookstand selecteert,
verschijnt het indicatielampje boven 0 op de
regelbalk.
Als je kookgerei uit een geactiveerde
kookzone verwijdert en deze tijdelijk opzij zet,
gaan de indicatielampjes boven de
bijbehorende regelbalk knipperen. Als je het
kookgerei niet binnen 120 seconden
terugplaatst op de geactiveerde kookzone,
wordt de kookzone automatisch
uitgeschakeld.
Plaats het kookgerei weer op de kookzones
binnen de aangegeven time-out om het
koken te hervatten.
6.3 De kookzones gebruiken
Plaats het kookgerei in het midden van de
gekozen kookzone. Inductiekookzones
passen zich tot op zekere hoogte
automatisch aan de afmetingen van pannen
aan.
U kunt met de functie Bridge groot kookgerei
op twee kookzones tegelijkertijd koken. Het
kookgerei dient het midden van beide zones
te bedekken, maar niet voorbij de
gebiedsmarkering komen. Als het kookgerei
tussen beide middenzones wordt geplaatst,
wordt de functie Bridge niet geactiveerd.
12
NEDERLANDS
6.4 Warmte-instelling
1. Druk op de gewenste warmte-instelling
op de regelbalk.
De indicatielampjes boven de regelbalk
verschijnen tot het geselecteerde
warmteniveau.
2. Druk op 0 om een kookzone uit te
schakelen.
6.5 PowerBoost
Deze functie maakt meer vermogen
beschikbaar voor de inductiekookzones. De
functie kan voor een beperkte tijdsduur voor
uitsluitend de inductiekookzone worden
geactiveerd. Daarna wordt de
inductiekookzone automatisch
teruggeschakeld naar de hoogste kookstand.
Zie het hoofdstuk 'Technische gegevens'.