Problemen, oorzaak en remedie
Probleem
De motor start niet.
De motor loopt onregelmatig.
De riem slipt of loopt van de poelies.
Het freeswiel draait niet.
Het freeswiel blijft draaien.
De parkeerrem grijpt niet aan.
Mogelijke oorzaak
1. De veiligheidsbeugel staat in de stand
U
.
IT
2. Voor modellen met een motor met een
Aan-/Uit-schakelaar: de schakelaar
staat in de stand U
.
IT
3. De brandstofafsluitklep is gesloten.
4. De choke staat open.
5. De brandstoftank is leeg.
6. De bougiekabel zit los of is niet
aangesloten.
1. De choke is gesloten.
2. Het luchtfilter is verstopt.
3. De brandstofleiding is verstopt.
4. Er zit water of verontreiniging in de
brandstof.
5. De bougies zijn versleten of er zit
opgehoopt vuil op de elektrodes.
1. De riem is niet genoeg aangespannen.
1. Motortoerental te laag om de
centrifugaalkoppeling te activeren.
2. De riem is niet genoeg aangespannen.
3. De koppelingsschoenen zijn versleten.
1. Het motortoerental is te hoog.
2. De riem is van de poelies gelopen of is
gebroken.
3. De koppelingsveren zijn slap of
gebroken.
1. De parkeerrem is niet goed afgesteld.
2. De remblokken zijn versleten.
26
Remedie
1. Houd de veiligheidsbeugel tegen de
handgreep.
2. Zet de schakelaar op A
AN
3. Open de brandstofafsluitklep.
4. Sluit de choke om een koude motor
te starten.
5. Brandstoftank met verse brandstof
vullen.
6. Controleer de elektrodenafstand en
reinig of vervang de bougie.
1. Open de choke.
2. Het luchtfilter reinigen of vervangen.
3. Reinig de bezinkseldop.
4. Brandstoftank aftappen en vullen met
verse benzine.
5. Controleer de elektrodenafstand en
reinig of vervang de bougie.
1. Breng de aandrijfriem op spanning.
Werkdiepte verminderen.
1. Zet de gashendel op A
AN
2. Breng de aandrijfriem op spanning.
3. Koppeling vervangen.
1. Zet de gashendel op U
IT
2. De drijfriem vervangen.
3. Koppeling vervangen.
1. Parkeerrem afstellen.
2. De rem vervangen.
.
.
.