1. Richtliniaal
9.
Zorg dat de poelies uitgelijnd zijn en dat de motor
parallel is met het frame (niet schuin). Schroef
dan de 4 bevestigingsbouten van de motorplaat
en de 4 bouten waarmee de achterkant van de
riemkap aan de motor bevestigd is vast.
10.
Plaats de riemkap en draai de bouten aan
(Figuur
24).
Aandrijfriem vervangen
Onderhoudsinterval: Om de 100 bedrijfsuren
Opmerking:
Vervang de riem als deze tekenen van
slijtage, scheuren, verglazen of schade vertoont.
1.
Parkeer de machine op een horizontaal vlak en
stel de parkeerrem in werking.
2.
Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende
onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
3.
Draai de bouten waarmee de riemkap aan de
machine bevestigd is los tot u de riemkap kunt
verwijderen.
4.
Verwijder de riemkap
5.
Schroef de 4 bevestigingsbouten van de
motorplaat en de 2 bouten waarmee de
achterkant van de riemkap aan de motor
bevestigd is los
(Figuur 25
6.
Schroef de spanbout van de riem en de
contramoer los en schuif de motor naar de
behuizing van het vliegwiel om de riem losser
te maken
(Figuur
7.
De drijfriem vervangen.
8.
Span de nieuwe riem zo aan dat er een gewicht
van 8 kg nodig is om de riem in het midden
10 mm in te drukken; zie
aandrijfriem afstellen (bladz.
9.
Schroef de 4 bevestigingsbouten van de
motorplaat en de 4 bouten waarmee de
Figuur 27
2. 1 cm speling
(Figuur
24).
en
Figuur
26).
26).
De spanning van de
21).
achterkant van de riemkap aan de motor
bevestigd is vast.
10.
Monteer de riemkap en zet deze vast met de
ringen en bouten die u eerder hebt verwijderd.
g017434
22