Het apparaat leren kennen
Op pagina 2 vindt u informatie over afmetingen en vermogens
van de kookzones
Het bedieningspaneel
Bedieningsvlakken
Hoofdschakelaar
%
Kookzone
‰
0 1 2 3 ... 9
Instelgebied
Wrijfbeveiliging en kinderslot
>D
Timer
0
Powerboost-functie
G
Navigatietoetsen
Y X
Instelveer
A @
Braadsensor
Ô
Toegang tot informatie en basisinstellingen
°
Bedieningsvlakken
Bij het aanraken van een symbool wordt de overeenkomstige
functie geactiveerd.
Aanwijzing: Zorg ervoor dat de bedieningsvlakken altijd droog
zijn. Vocht heeft een negatieve invloed op de werking.
De kookzones
Kookzone
Kookzone met één ring
$
Kookzone met drie ringen
ò
Alleen kookgerei gebruiken dat geschikt is voor inductiekoken: zie het hoofdstuk „Kookgerei".
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmte-
indicatie, die attendeert op hete of warme kookzones. Raak het
kookvlak niet aan zolang een restwarmte wordt weergegeven.
Ook wanneer de kookplaat is uitgeschakeld is de indicatie
h verlicht zolang er nog een kookzone warm is.
p
Neemt u het kookgerei van de kookzone voordat de kookzone
uitgeschakeld wordt, dan knippert de geselecteerde kookstand.
24
Indicaties
0 - 9
0.0
p
H /
p
h
G
00
V
D
>
r
Ï
min, low, med, max Temperatuurstanden
Gebruik kookgerei dat de juiste afmetingen heeft.
De braadzone schakelt automatisch bij wanneer er een braadpan van de juiste
afmetingen op wordt geplaatst (
H/
q
Kookstanden
Gebruikstoestand
Restwarmte
Powerboost-functie
Timer
Kookwekker
Kinderslot
Wrijfbeveiliging
Automatisch uitschakelen
Temperatuur braadsensor
ð
of
ò
).