PATRONEN SELECTEREN/BEWERKEN/OPSLAAN —————————————————————————————————————
Het patroon selecteren dat
moet worden bewerkt
Als meerdere patronen zijn geselecteerd, kunt u
kiezen welk patroon wordt bewerkt.
1
Druk op
of
Het patroon dat wordt bewerkt, is het patroon
dat rood is omkaderd.
Blijf op
en
kader om het patroon staat dat u wilt
bewerken.
De patronen worden geselecteerd in de
volgorde (of de tegengestelde volgorde)
waarop ze aan het patroon zijn toegevoegd.
1 Rood omkaderd patroon dat wordt bewerkt
Memo
● Als meerdere patronen in het
patroonbewerkingsscherm worden
weergegeven, is de basisprocedure om (1)
het patroon te selecteren dat moet worden
bewerkt en vervolgens (2) dat patroon te
bewerken.
120
.
drukken tot het rode
Een patroon verplaatsen
Bepaal waar in het borduurraam het patroon moet
worden geborduurd. Als meerdere patronen worden
gecombineerd, verplaatst u elk patroon om het
ontwerp in te delen.
1
Druk op de toets voor de richting waarin u het
patroon wilt verplaatsen.
Het patroon wordt verplaatst in de richting
van de pijl op de toets.
1 Geeft de verticale verplaatsingsafstand aan
2 Geeft de horizontale verplaatsingsafstand aan
• Druk op
om het patroon terug te zetten
in de oorspronkelijk positie (het midden van
het borduurraam.)
Memo
● Het patroon kan ook worden verplaatst
door te drukken op de pijltoetsen die in het
scherm worden weergegeven wanneer u op
een van de andere bewerkingstoetsen drukt.
● U kunt de pijltoetsen in het
borduurinstellingenscherm gebruiken om
het raam te verplaatsen en de
borduurpositie te selecteren.